Projecten Etnologie

alt

foto Ruben A. Koman: De processie te Laren

Feest en ritueel

Feestcultuur in Nederland (2002-2010)

Onderzoek naar ‘Hedendaagse Feestcultuur in Nederland’. Uitgangspunt hierbij is Nederland als multiculturele samenleving. Door middel van etnografische beschrijvingen en analyses van de feesten en vieringen van verschillende groepen en gemeenschappen zullen relevante maatschappelijke, historische en culturele ontwikkelingen aan de orde worden gesteld. Aan de hand van een aantal centrale thema’s en vragen zal in verschillende te publiceren bundels worden ingegaan op waarom en op welke wijze de betreffende vieringen voor de betrokkenen betekenisgevend zijn. Afhankelijk van de aard van de viering zullen de bijdragen ingaan op de hedendaagse wijze van vieren, de historische ontwikkeling van het feest, de geografische verspreiding, regionale variaties en de ontwikkeling van het feest in zijn maatschappelijke context. Daarnaast zal een aparte bundel aan thematische verkenningen worden gewijd, met als doel een aantal dwarsverbanden in hedendaagse feestcultuur te kunnen leggen.
Resultaten in 2009: 3 gastcolleges, 1 interview, 4 wetenschappelijke artikelen, 3 wetenschappelijke lezingen, 5 stages, 2 BA scripties, 2 MA scripties.
Medewerkers: I.L. Stengs (projectleider/uitvoerder).

Sinterklaas en Santa Claus in Nederland Winterse feestcultuur en nationale identiteit, c.1850 – heden. (2007-2010)

Een van de momenten waarop veel Nederlanders zich ervan bewust zijn vorm te geven aan ‘Nederlands cultureel erfgoed’ is tijdens het sinterklaasfeest. Dit neemt niet weg dat Kerstmis tegenwoordig in Nederland als het belangrijkste feest van het kalenderjaar beschouwd wordt. Doel van dit project is het schrijven van een Engelstalige monografie over de complexe verhouding tussen de betekenissen van beide winterfeesten vanaf ongeveer het midden van de 19e eeuw tot heden, niet alleen in Nederland zelf, maar ook in de toenmalige koloniën. Leidende vraag daarbij is hoe de constructie en beleving van ‘nationale identiteit’ zich verhouden tot concurrerende mechanismen van betekenisgeving en identiteitsvorming, zoals percepties van ‘buitenlandse’ feestcultuur en van de invloed van de commercie, van stedelijke en plattelandscultuur, de cultuur van de verschillende confessionele denominaties en van maatschappelijke lagen en van de cultuur van nieuwe Nederlanders.
Resultaten in 2009: deel van 1 (met co-auteur geschreven) boek, 3 bijdragen aan boek, 1 artikel in tijdschrift, 4 lezingen.
Medewerkers: J.I.A. Helsloot (projectleider/uitvoerder).

Materiële cultuur

Erfenis van het verlies? Wederopbouwboerderijen en de culturele omgang met traditie, modernisering en de Tweede Wereldoorlog (2009-2012)

Het betreft een studie naar het spanningsveld tussen traditie en modernisering bij de wederopbouw van de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste boerderijen en naar de belevingen daarvan door verschillende generaties. Vragen die hierbij gesteld worden zijn: Hoe ontstond dit spanningsveld tussen modernisering en traditie, welke krachten werkten daarin en in welke vorm kwamen deze tot uitdrukking? Hoe werd het spanningsveld door de direct betrokkenen ervaren? Hoe werden en worden de belevingen door de generaties heen doorgegeven en hoe veranderen de betekenistoekenningen in de perceptie van verschillende generaties? In hoeverre en hoe werd en wordt het spanningsveld tussen traditie en modernisering bij de wederopbouw door de betrokkenen toegeschreven aan de Tweede Wereldoorlog en de dikwijls traumatische ervaringen van verwoesting en verlies? Het project is qua discipline zowel historisch als etnologisch georiënteerd en kent raakvlakken met de architectuurgeschiedenis, de landbouwgeschiedenis en met erfgoedstudies. Project in samenwerking met: NIOD, ICG.
Resultaten in 2009: 3 lezingen, 1 artikel, 1 recensie, 1 boek uitgegeven. Voor de Week van de geschiedenis heeft S. Elpers samen met M. Jansen een pagina op de website ontwikkeld.
Medewerkers: H.C. Dibbits (promotor Meertens), S. Elpers (promovenda Meertens), P. Romijn (promotor NIOD).

Materiële cultuur in de zeventiende en achttiende eeuw. (1991-2015)

Onderzoek naar de materiële cultuur op basis van (onder andere) boedelbeschrijvingen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Het onderzoek richt zich op de relatie tussen groepsculturen en lokale identiteit. Het begrip ‘materiële cultuur’ wordt in het project gedefinieerd als ‘de betekenisvolle manier waarop mensen omgaan met objecten’. Het betreft hier een koepel voor het onderzoek dat is begonnen voor en mede voortvloeit uit het proefschrift Vertrouwd Bezit. Materiële Cultuur in Doesburg en Maassluis, 1650-1800 van H. Dibbits uit 2001.
Resultaten in 2009: 1 wetenschappelijke lezing op het congres Consumption, power and culture in the Early Modern World, Turku 2 juni 2009 (selected), 1 wetenschappelijke lezing op het congres Smaak en Distinctie, Meertens Instituut (selected), 1 wetenschappelijke lezing op het symposium Culture, Religion, Memory, Nijmegen (invited), 1 wetenschappelijk congres organisatie Smaak en Distinctie (met H. Nijboer), Meertens Instituut.
Medewerkers: H.C. Dibbits (uitvoerder).

Migratie en Materiële Cultuur: de interieurs van migranten en hun nakomelingen in de twintigste eeuw (2000-2010)

Het project onderzoekt de rol van huisraad en huisinrichting bij de constructie van etnische identiteiten onder verschillende migrantengroepen. In hoeverre oriënteren de diverse groepen zich bij de inrichting van hun woonhuis op het land van herkomst? In hoeverre is er sprake van verschillen tussen groepen migranten, binnen de groepen en tussen generaties? Project in samenwerking met: SISWO.
Resultaten in 2009: 1 artikel in peer reviewed wetenschappelijk tijdschrift (Furnishing the salon’ in: International Journal of Consumer Studies 33, 550-557, 1 lezing (invited) (Onderzoek naar het alledaagse, expertmeeting NOM), 1 populair wetenschappelijk artikel in Levend Erfgoed (Hoekjes van Herkomst).
Medewerkers: H.C. Dibbits (projectleider Meertens /uitvoerder), H.M. van der Horst (oio Meertens Instituut/NWO/ASSR), J. Messing (oio NWO/ASSR).

Orale cultuur

Communities claiming tales (2006-2010)

In de periode 2006-2010 wordt het volksverhaal-onderzoek, alsmede de noodzakelijke documentatie daarvoor, behartigd door het DOC Volksverhaal i.o. Het onderzoek zal gericht zijn op het toe-eigenen en claimen van volksverhalen door groepen in de Nederlandse samenleving. Het kan hier gaan om steden of dorpen, die zich met een volksverhaal proberen te profileren, zoals Hulst met Reinaart en Stavoren met het beroemde vrouwtje. Het onderzoek zal onder meer resulteren in een boek met de werktitel ‘Lokale Verhalen’ i.s.m. wetenschappers van buiten het DOC. Ook etnische groepen kunnen verhalen claimen: Creoolse Surinamers en Antillianen claimen Anansi, Nasreddin Hodja is van de Turken, en Kantjil van de voormalige Nederlands-Indiërs. Tot slot laten zich ook religieuze groepen onderscheiden die hun claims leggen op verhalen. Alle geclaimde verhalen kunnen op de één of andere manier als identiteitsbepalend worden geïnterpreteerd. Internet: http://www.docvolksverhaal.nl.
Resultaten in 2009: het boek ‘Verhalen van Stad en Streek: Sagen en Legenden in Nederland’ heeft in de loop van 2009 een ambitieuzer opzet gekregen. Het zal bestaan uit circa 350 lemma’s, verdeeld over 12 provincies, ongeveer 700 pagina’s full color met veel (nieuw gemaakte en derhalve rechtenvrije) foto’s. Door de ruimere opzet van het boek, zijn de werkzaamheden enigszins uitgelopen. De deadline voor het inleveren van de kopij ligt thans op 1 maart 2010, zodat het boek in de loop van 2010 kan verschijnen. In de zomermaanden is met name door R. A. Koman in alle provincies veldwerk verricht om foto’s te maken en gegevens te verifiëren. Nagenoeg alle lemma’s zijn aan het eind van 2009 voltooid en becommentarieerd. Er is inmiddels ook begonnen met de literatuurlijst, het typen-register, en de provinciale kaarten met symbolen. Het onderzoek zal op het congres van de ISCLR worden gepresenteerd onder de titel ‘In Search of the Dutch Lore of the Land’.
Medewerkers: R. Koman (projectleider), W. de Blécourt (research fellow (vrijwilliger)), Th. Meder (manager / senior onderzoeker), M. van Zuijlen (documentaliste).

DOC Volksverhaal (2006-2010)

Het DOC Volksverhaal (DOC = Documentatie en OnderzoeksCentrum) houdt zich bezig met het documenteren, verzamelen en onderzoeken van volksverhalen en vertelcultuur in Nederland. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de traditionele monocultuur van het platteland maar evengoed naar de moderne multicultuur van het verstedelijkte Nederland. Het DOC ambieert een interdisciplinaire werkgroep ‘Homo Narrans’ op te richten alsmede een internationale Folktale Database (i.s.m. de International Society for Folk Narrative Research). Voorts zoekt het samen met maatschappelijke partijen naar structurele financiering. In 2010 zal het DOC Volksverhaal een 700 pagina’s dik, full color uitgevoerd boek ‘Verhalen van Stad en Streek: Sagen en Legenden in Nederland’   publiceren. Verhaalmateriaal uit de Meertenscollectie zal worden gedigitaliseerd en gearchiveerd in de Nederlandse Volksverhalenbank, en nieuw veldwerk zal dit materiaal verder aanvullen. Internet: http://www.docvolksverhaal.nl. Deelproject van ‘DOC Volksverhaal’, in samenwerking met: International Society for Folk Narrative Research.
Resultaten in 2009: het DOC Volksverhaal verloor zijn predicaat “in oprichting”. Na interne en externe evaluatie is door het MT besloten om het DOC Volksverhaal te continueren als een expertisecentrum. Medewerker R. A. Koman kreeg bij deze continuatie een vaste aanstelling. De frequentie van de bijeenkomsten van de werkgroep Homo Narrans is teruggeschroefd naar tweemaal per jaar. In wetenschappelijk opzicht zal het DOC zich in de aanstaande planperiode meer gaan richten op Engelstalige artikelen in peer reviewed A-tijdschriften, met bijdragen over vertelcultuur en verhaalrepertoires, internationale verhaal-databases, virtuele identiteiten op internet, Anansi-verhalen, het proces van toeëigening, alsmede de samenhang tussen biologie, evolutie en vertelcultuur. Op het gebied van de documentatie gaat het DOC zich vooral toeleggen op (het uitbouwen van) de Nederlandse Volksverhalenbank en (de ontwikkeling van) een International Folktale Database – in het laatste geval vooral een harvester, die in staat is om verschillende verhaaldatabases te oogsten. Op het terrein van de populaire publicaties blijft het DOC schrijven in het tijdschrift Vertel Eens.
Medewerkers: R.A. Koman (projectleider), W. de Blécourt (research fellow (vrijwilliger)), M. Brouwer (software-ontwikkelaar), Th. Meder (manager / senior onderzoeker), M. van der Peet (software-ontwikkelaar), M. van Zuijlen (documentaliste).

Liedblad en smartlap: de populariteit van het ‘populaire’ lied (2001-2009)

Dit promotieonderzoek behandelt de positie van enkele vormen van het populaire lied in Nederland – de smartlap en het levenslied – en de factoren die daarbij een rol spelen. Het onderzoek richt zich met name op de late 19e en de 20e eeuw. Twee centrale foci zijn: de omslag aan het einde van de 19e eeuw van volksvermaak naar amusementsindustrie, en de jaren negentig van de 20e eeuw toen de culturele elite de smartlap omarmde. Centraal staat de herkomst van de betrokkenen, de performance (het samenspel van zanger en publiek) en de attitude van de betrokkenen en buitenstaanders. Er wordt zowel naar de professionele zangers als naar het circuit van amateurs gekeken. Het onderzoek spitst zich toe op de amateuristische zangcultuur (smartlappenkoren) en daaraan gerelateerde verschijnselen als smartlappencafés, -competities, etc.
Resultaten in 2009: 1 lezing, 1 gastcollege. Dit project is gestopt per 28 februari 2009.
Medewerkers: M.J. de Bruin (promovendus), L.P. Grijp (begeleider/promotor).

Onder de Groene Linde (1992-2009)

Uitgave van verhalende mondeling overgeleverde liederen (verzameld in de periode van circa 1950 tot 1990 door Will Scheepers en Ate Doornbosch) en onderzoek naar de herkomst van de liederen alsmede naar de overeenkomsten en verschillen met schriftelijk overgeleverde liederen en volksverhalen. Het betreft de afronding van deel vier dat liederen bevat over sociale verschillen tussen geliefden. Parallel werd een uitgave van een 9cd-box met veldwerkopnamen voorbereid m.m.v. I. van Beersum. Naast deze uitgaven wordt via de Nederlandse Liederenbank het materiaal van Onder de Groene Linde ontsloten en als mp3’s toegankelijk gemaakt op het internet. Medewerkers: L.P. Grijp en I. van Beersum.
Resultaten in 2009: de cd-box Onder de Groene Linde kreeg twee muziekprijzen toegekend: de Preis der deutschen Schallplattenkritik en de Edison in de categorie Speciale uitgave World. Met behulp van stagiaire A. de Jonge (UU) rondde I. van Beersum de invoer van zangersgegevens in de Nederlandse Liederenbank af.

Verhaalrepertoires en vertelcultuur (1995-2010)

Onderzoek naar de vertelcultuur in Nederland, en naar de verhaalrepertoires van individuele personen en van groepen in de huidige (multiculturele en pluriforme) samenleving.
Resultaten in 2009: in het kader van dit project werd 1 Engels wetenschappelijk artikel gepubliceerd, 1 Engelse recensie, 1 Duitstalige wetenschappelijke bijdrage en 2 Nederlandse populair-wetenschappelijke artikelen, en werd er ook een gastcollege gegeven.
Medewerkers: Th. Meder (uitvoerder).

WITCHCRAFT (2006-2010)

WITCHCRAFT staat voor What Is Topical in Cultural Heritage: Content-based Retrieval Among Folksong Tunes. Doel van het project is het bouwen en evalueren van een melodieënzoekmachine die bestand is tegen de muzikale variatie die eigen is aan de orale overlevering. Als testcorpus dienen de veldwerkopnames van Onder de Groene Linde. De betreffende subdiscipline is Music Information Retrieval (MIR). Het project wordt uitgevoerd op het Meertens Instituut. Project in samenwerking met: Universiteit Utrecht, Dept of Information and Computer Sciences.
Resultaten in 2009: 11 refereed artikelen, 7 niet-gerefereerde artikelen, 7 presentaties, 2 posterpresentaties, 7 softwarecomponenten, 1 technical report, bijdrage aan de werkgroep “Music-retrieval” UU Muziekwetenschap.
Medewerkers: L.P. Grijp (medeprojectleider), R. Veltkamp (medeprojectleider UU Dept of Information and Computer Sciences), F. Wiering (projectleider UU Dept of Information and Computer Sciences), J. Garbers (UU Dept of Information and Computer Sciences), P. van Kranenburg (UU Dept of Information and Computer Sciences), A. Volk (UU Dept of Information and Computer Sciences).

Religieuze cultuur

Apparitions in Contestation (2006-2010)

Onderzoek naar rand-katholieke groepen en bewegingen die zich met name concentreren rond (niet-erkende) devoties en Mariaverschijningen en die zich op contestatief-heterodoxe wijze articuleren in geschriften, via boodschappen of door optredens en zich daarbij vooral verzetten tegen modernistische thema’s en ontwikkelingen in kerk en samenleving. Deelproject van ‘Shrines and Pilgrimage’.
Resultaten in 2009: 1 artikel, 1 hoofdstuk in boek.
Medewerkers: P.J. Margry (projectleider/uitvoerder).

Implicit Religion (2006-2010)

Onderzoek naar min of meer verborgen of impliciete vormen van religiositeit in het dagelijks leven, welke niet uit traditionele, kerkelijke vormen van religie (lijken te) voort te komen (bijv. civil religion, stilte, nrm’s).
Resultaten in 2009: veldwerk naar Stille Tochten.
Medewerkers: P.J. Margry (projectleider/uitvoerder).

Memorialization, Self and Society (2006-2010)

Binnen dit project wordt onderzoek gedaan naar de betekenissen en de religieus-rituele en politieke dimensies van processen van ‘memorialisering’ rond personen, zaken of gebeurtenissen in de hedendaagse Westerse samenleving.
Resultaten in 2009: 1 artikel, redactiewerk voor het boek Grassroots Memorials dat gepubliceerd wordt in 2010, tevens het schrijven van 2 hoofdstukken voor dit boek.
Medewerkers: P.J. Margry (projectleider/uitvoerder), C. Sánchez-Carretero (Spanish National Research Council).

In voorbereiding: Processes of Heritageization along the Camiño of Santiago de Compostela: route branch Santiago-Fisterra-Muxia (2010-2012)

The project entails an interdisciplinary project of ethnology, history, archeology and cultural heritage studies. Within the context of cultural heritage processes the project deals with three main research goals: (1) indentification of cultural heritage along the ‘ultimate’ part of the Camiño and determine whether this is subject to processes of heritageization or not; (2) analysis of the effects of the pilgrimage in the zone along the Camiño; (3) analysis of the Fisterra/Muxia myth as being the final destination of the pilgrimage and produce new knowledge on the cultural landscape. The anthropological part of the project is dedicated to: (1) identifying whether the specific elements of the cultural heritage are perceived by the people as ‘theirs’; (2) identifying the ritual practices, older ones and specially the newly created, related to New Age spiritualities; (3) identifying the elements which can be used to valorize the impact of the pilgrimage by the different local agents. Project in samenwerking met: Heritage Laboratory (LaPa) Santiago (Es).
Resultaten in 2009: meeting on collaboration between the institutes, 15 September 2009 in Santiago de Compostela.
Medewerkers: C. Sánchez-Carretero (Projectleider LaPa research center P. Sarmiento, Santiago), P.J. Margry (onderzoeker).

Shrines and Pilgrimage (2006-2010)

Etnologisch en historisch onderzoek naar heilige plaatsen, de verering van personen en objecten en bedevaart en pelgrimage en de samenhangende materiële cultuur in de Nederlandse en Westerse samenleving.
Resultaten in 2009: boekpublicatie, zie verder de resultaten geboekt onder het deelproject Bin on Line / BoL.
Medewerkers: P.J. Margry (projectleider/uitvoerder).

The Dynamics of Religious Reform in Church, State and Society in Northern Europe, c. 1780-c.1920 (2007-2010)

The project aims to establish a platform on the basis of which four academic institutes will be able to bring about international and interdisciplinary collaboration in the field of religious history. It will involve scholars at British, Dutch, Belgian, Scandinavian and German universities. The project’s intellectual aim is to explore the different ways in which the ecclesiastical reform agenda was pursued in Britain, Ireland, the Netherlands, Belgium, Scandinavia and Germany between 1780-1920, the impact this had on the relationships between church and state, and on the role that the churches played, as a result, within society. Project in samenwerking met: VU University (Amsterdam), Centre for the Comparative Study of Modern British and European Religious History, University of Wales (Lampeter), Documentation and Research Center for Religion, Culture and Society, KADOC-K.U. Leuven (Leuven).
Resultaten in 2009: workshop en lezing.
Medewerkers: J. van Eijnatten (VU Amsterdam), J. De Maeyer (Kadoc Leuven), P.J. Margry (coordinator).

Overige projecten

Achttiende-eeuwse bellenspeelklokmuziek in Nederland (2009-2014)

Dit onderzoek richt zich op het muziekrepertoire van bellenspeelklokken in achttiende-eeuwse Nederlandse huiskamers en daarmee ook op het achttiende-eeuwse muziekrepertoire in Nederland in algemenere zin. In deze periode hadden steeds meer mensen een klok in hun bezit, die elk (half) uur een melodie speelde. Een groot aantal van zulke klokken is overgebleven; deze vormen een belangrijke bron in onderzoek naar achttiende-eeuwse muzikale smaak in Nederland. Er wordt geïnventariseerd welke melodieën door de klokken gespeeld werden en hoe dit zich verhoudt tot andere achttiende-eeuwse repertoires. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan wie de eigenaren van de klokken waren en wat hun invloed was op de muziekkeuze. Bovendien wordt gekeken naar hoe bestaande melodieën gearrangeerd werden voor de speelklokken en naar wat we kunnen leren over historische uitvoeringspraktijk van deze muziekprogramma’s.
Resultaten in 2009: 2 lezingen.
Medewerkers: L.P. Grijp (promotor, begeleider), M. Lefeber (OiO).

Culture Wars (2006-2010)

Onderzoek binnen de ‘lange 19e eeuw’ naar de verhoudingen tussen kerk, staat en samenleving en de samenhangende conflicten op religieus, politiek, sociaal en cultureel terrein. Het gaat om diverse ‘culture wars’, zoals die in de 19e en in de eerste helft van de 20e eeuw gestalte kregen in Nederland en in de rest van Europa. Project in samenwerking met: Vrije Universiteit Amsterdam, KADOC Leuven.
Resultaten in 2009: zie de resualten geboekt onder het deelproject Dynamics of Religious Reform.
Medewerkers: P.J. Margry (projectleider/uitvoerder).

Heritage Dynamics: Politics of Authentication and Aesthetics of Persuasion in Brazil, Ghana, South Africa and the Netherlands (2008-2012)

This multidisciplinary, international, comparative program focuses on (a) the framing of cultural heritage in multicultural arenas, (b) its intersection with citizenship and identity, (c) attempts to design cultural heritage in such a way that it appear as ‘authentic’ and ‘real’ (politics of authentication) and (d) the extent to which cultural heritage is – or is not – subjectively experienced as objectively real (aesthetics of persuasion) in Brazil, Ghana, South Africa and the Netherlands. Combining (1) a thorough analysis of the processes by which canons-in-the-making are re-mediated with (2) an in-depth empirical study of how cultural heritage becomes inscribed into understandings of self through embodied performances, this project seeks (3) to develop a comparative framework, and (4) to move cultural analysis beyond the trodden paths of constructivist and essentializing approaches.3 PhD positions financed by NWO. Project in samenwerking met: Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam School for Social science Research (ASSR).
Resultaten in 2009: wetenschappelijk hoofdstuk in boek, wetenschappelijk artikel, paper.
Medewerkers: M.P. Adinolfi (Brazilïe), M. Balkenhol (promovendus), D. Jethro (Zuid Afrika), B. Meyer (Vrije Universiteit Amsterdam), M. van der Port (ASSR), H.W. Roodenburg (coördinator), M. Witte (Vrije Universiteit Amsterdam).

Memory work. Trauma, Truth and Slavery in the Netherlands. (2008-2012)

This subproject of the project Heritage Dynamics: Politics of Authentication and Aesthetics of Persuasion in Brazil, Ghana,South Africa and the Netherlands, is located at the Meertens Institute. It examines the narratives of ‘trauma’, ‘truth’ and ‘blackness’ by which slavery has entered public consciousness in the Netherlands and the formal (i.e. monuments, ceremonies, etc.) as well as everyday practices and forms through which this particular past is encountered and experienced. The study is thus interested in how a former colonial society develops modes of dealing with its past, and how former colonial subjects engage in these negotiations in both formal and informal spheres. Conceptually, the project will investigate the dynamics of post-colonial memory work and the ways in which it is authenticated in politically charged arenas. Project in samenwerking met: Vrije Universiteit Amsterdam.
Resultaten in 2009: 3 congress papers. Other results achieved in 2009: Ninemonths paper finished, exploratory interviews finished, fieldwork Surinam finished. Teaching: Introduction to Anthropology, tutorial as supplement to Birgit Meyer’s lecture.
Medewerkers: M. Balkenhol (promovendus), H.W. Roodenburg (coördinator).

Theorie en geschiedenis van de etnologie (2006-2010)

Naast de projecten die direct verbonden zijn met de verschillende aandachtsgebieden schrijven verschillende medewerkers regelmatig artikelen of houden lezingen op het gebied van de theorie of geschiedenis van de etnologie.
Resultaten in 2009: 2 lezingen.

Videohistory. Boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog (2008-2009)

Het project hield in: Het opnemen van 12 oral history interviews met een videocamera en het transcriberen van deze interviews, het schrijven van inhoudelijke samenvattingen, het toekennen van trefwoorden en het invoeren van de data in EASY (digitale archivering bij DANS). In het kader van het project heeft S. Elpers bovendien een lezing gehouden en een gastcollege gegeven. Bij het opnemen van de interviews hielp de stagiaire I. Schneider. Het project werd gesubsidiëerd door het programma ‘Erfgoed van de oorlog’ (project ‘Getuigen verhalen’) van het ministerie van VWS.
Resultaten in 2009: het project is op 15 mei 2009 afgerond. De op tijdcode getranscribeerde interviews, schriftelijke samenvattingen en de met de geïnterviewden gesloten contracten (waarin staat dat het materiaal voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt mag worden) zijn ingevoerd in EASY (electronic archiving system, DANS). S. Elpers heeft een interview gegeven over het project voor de nieuwsbrief van het programma Erfgoed van de Oorlog (verschenen in jaargang 3, nummer 2, juli 2009).
Medewerkers: S. Elpers (onderzoeksmedewerker).