De keuze van Herman Roodenburg

Het Meertens Instituut bezit ruim 80.000 boeken, 4.000 tijdschrifttitels, ruim 50 digitale collecties, duizenden uren aan geluidsmateriaal en ongeveer 500 archieven. Samen vormen zij een unieke bron van informatie over Nederlandse taal en cultuur. Medewerkers van het Meertens Instituut kiezen in deze rubriek een favoriet collectiestuk, boek, tijdschrift, geluidsmateriaal, vragenlijst of archiefstuk en lichten het belang van dit stuk toe.

Herman Roodenburg is senior onderzoeker etnologie op het Meertens Instituut. 

Herman Roodenburg: Napolitaanse gebaren

Andate e vedete’, schreef de Napolitaan Andrea de Jorio in 1832. Je zou het kunnen vertalen als: ‘ga erop uit en kijk’. Waar hij zelf naar ging kijken, waar hij intensief veldwerk naar verrichtte, waren de gebaren van de Napolitaanse volksklasse, de basso popolo. Hij maakte schetsjes van een hele reeks aan gebaren: gebaren van woede, trots of minachting, gebaren waarmee affectie, vergiffenis maar ook de bedrogen echtgenoot (de cornuto) werd aangeduid, ook gebaren waarmee het boze oog werd afgeweerd en natuurlijk talrijke obscene gebaren. Die schetsjes werden vervolgens door een professionele tekenaar uitgewerkt tot fraaie Napolitaanse straattaferelen. Al die prenten, met uitvoerige uitleg, bracht De Jorio bijeen in een bijzonder boek. Een Engelse vertaling van dit meer dan anderhalve eeuw vergeten boek bevindt zich in de bibliotheek van het Meertens Instituut. Het is een van mijn favoriete studies, een van de eerste voorbeelden van etnologisch veldwerk, van wat we nu zouden omschrijven als ‘visuele etnologie’.

Er is nog iets anders dat dit boek bijzonder maakt. De Jorio was kanunnik aan de kathedraal van Napels, maar hij was ook een verdienstelijke archeoloog, verbonden aan het Real Museo Borbonico, het huidige Museo Archeologico Nazionale. Eigenlijk was hij alleen maar geïnteresseerd in de gebaren van gewone Napolitanen, omdat hij meende dat zij nog steeds dezelfde gebaren hanteerden als hun verre voorouders in de Romeinse oudheid. Schrijvers uit die periode hadden niet zo heel veel gemeld over gebaren. Maar als je maar goed om je heen keek op straat, in de Napolitaanse volkswijken, dan begreep je alsnog al die gebaren op antieke vazen en fresco’s. Het mooie is dat deze vroege etnoloog – deels – nog gelijk had ook.

Andrea de Jorio, Gesture in Naples and Gesture in Classical Antiquity: A translation of ‘La mimica degli antichi investigata nel gestire napoletano’ and with an Introduction and Notes by Adam Kendon (Bloomington and Indianapolis: Indiana University Press, 2000).

Zie ook Jan Bremmer en Herman Roodenburg (red.), Gebaren en lichaamshouding van de oudheid tot heden (Nijmegen: Sun, 1993).

________________________________________________________________

Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief (januari 2015) van het Meertens Instituut. Ook interesse in de nieuwsbrief? Klik hier voor meer informatie.