18 april 2015: Hoe is het woord fiets ontstaan?

Op 18 april 2015 stond er een ingezonden brief in de Volkskrant van naamkundige Leendert Brouwer. Hij gaat in op de herkomst van het woord fiets.

"Bij dezen wil ik reageren op het artikel van Mirjam Bosgraaf over Wim Daniëls in Sir Edmund van afgelopen zaterdag (Volkskrant, 11 april 2015, p. 7). En wel op de laatste zin:  … en dat er dus één woord is waarvan Wim Daniëls, ook na jaren zoeken, de herkomst maar moeilijk kan achterhalen: fiets.

Het is echter niet zo moeilijk om de herkomst van het woord fiets te achterhalen en die herkomst  is ook al heel lang bekend. Het woord fiets is immers ontleend aan de familienaam Viets (vóór 1900 werd het woord fiets ook met een v geschreven). Het woord fiets is derhalve net als het woord kiekje, dat ontleend is aan een fotograaf in Leiden met de familienaam Kiek, een zogenaamd eponiem. Dat kiekje een eponiem is wordt algemeen aanvaard, maar bij deze verklaring voor het woord fiets, die toch al van het begin af is gegeven, is men gaan twijfelen en tenslotte is die verklaring terzijde geschoven. Taalkundigen blijven graag fantaseren over het woord fiets. Toch heb ik recentelijk aangetoond dat fiets wel degelijk een eponiem is. Het woord gaat namelijk terug op de Wageningse smederij annex wagenmakerij van de familie Viets, welk bedrijf ook rijwielen is gaan maken en verkopen. Het artikel dat ik daarover heb gepubliceerd kunt u vinden in het kwartaalblad Genealogie 2012, jaargang 18, p. 16-19. Het is weliswaar niet in een taalkundig tijdschrift geschreven, maar het is wel bekend. Zie het wikipedia-artikel over fiets. Ook Wim Daniëls kent het artikel."

Foto: Fiets voor Fien, door Tom en Kathrien, Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)