Veelgestelde vragen
Op deze pagina worden veelgestelde vragen beantwoord, gerelateerd aan de onderzoeksgebieden van het Meertens Instituut.
Wat was er eerder: het dialect of de standaardtaal?
Vroeger sprak men alleen maar dialect. Pas vanaf de vijftiende eeuw kwam er behoefte aan een éénheidstaal, die de daaropvolgende eeuwen werd ontwikkeld. Het ontstaan van het Standaardnederlands wordt vaak gesitueerd in de zeventiende eeuw, met als hoogtepunt de Statenbijbelvertaling van 1637. Maar volgens recent onderzoek is pas echt sprake van een standaard vanaf de achttiende eeuw.
Standaardtaal kwam pas op in de achttiende eeuw.
Hoeveel dialecten heeft het Nederlands?
Dat ligt er maar net aan welk perspectief je kiest. Je kunt dialecten bijvoorbeeld indelen op basis van hun woordenschat (lexicon), hun klankstructuur(fonologie), hun woordstructuur (morfologie), of hun zinstructuur (syntaxis), en zo krijg je telkens een andere verdeling.
De dialecten van het Nederlands.
Hoeveel dialecten heeft het Nederlands?
Waren het Nederlands en het Duits vroeger één taal?
Ja, het Nederlands en het Duits komen voort uit een gemeenschappelijke voorvader, het West-Germaans. Het West-Germaans komt op zijn beurt weer voort uit het Oergermaans. Andere West-Germaanse talen zijn het Engels en het Fries. De laatste twee worden ook wel samengebracht onder de term Noordzeegermaans. Met name het Oudengels en Oudfries vertonen sterke overeenkomsten.
Wanneer zijn talen familie van elkaar?
De taalgeschiedenis van het Germaans.
Toen het Fries nog op het Engels leek…
Hoe is het Nederlands vermengd geraakt met andere talen?
Talen zijn altijd met elkaar in contact, en veranderen daardoor voortdurend. Vroeger was de invloed van het Latijn op het Nederlands groot, daarna van het Frans en tegenwoordig zien we meer Engelse invloeden. Andersom heeft het Nederlands ook zijn sporen nagelaten in andere talen.
Hebben alle talen leenwoorden?
Wat is straattaal?
Straattaal bestaat eigenlijk niet – het is geen aparte taal. Ook is het niet zo dat uitsluitend meertalige jongeren of uitsluitend jongeren die het Nederlands niet goed beheersen woorden uit andere talen gebruiken. Wel zijn er steeds meer jongeren die Nederlands mengen met talen als het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels. Dat mengen van talen gebeurt op alle niveaus: niet alleen in de woordenschat, maar ook in de uitspraak en in de zinsbouw.
Straattaal of het Nederlands van de toekomst?
Zijn dialecten nog steeds in ontwikkeling?
Ja, taal is altijd in verandering. Het gebruik van het dialect neemt wel af, vooral onder jongeren. In het taalgebruik van jongeren hoor je minder dialectkenmerken die specifiek zijn voor een bepaald dorp. Daarom spreken we tegenwoordig vaker van regiolecten: dialecten die in een bepaalde regio gesproken worden.
Jongeren spreken geen dialect maar regiolect.
Sterven de Nederlandse dialecten uit?
Jongeren spreken geen dialect maar gebruiken ‘vette dialectwoorden’.
Wat is het verschil tussen dialect en streektaal?
Streektaal is eigenlijk een ander woord voor dialect. Soms wordt het ook gebruikt om aan te geven dat een dialect een iets andere status heeft gekregen, volgens het Europees Handvest voor Minderheidstalen. Het Nedersaksisch en het Limburgs zijn als regionale talen (of: streektalen) erkend onder deel 2 van het Handvest; het Fries is als enige minderheidstaal erkend onder deel 3 van het Handvest.
Is er nog toekomst voor de dialecten?
Steeds minder mensen spreken een dialect. Maar dat betekent niet dat we in Nederland allemaal hetzelfde Nederlands spreken. Er is natuurlijk ook nog zoiets als een regionaal accent, en er zijn woorden die bij een bepaalde streek horen, zoals frietje tegenover patatje.
Sterven de Nederlandse dialecten uit?
Jongeren spreken geen dialect maar gebruiken ‘vette dialectwoorden’.
Jongeren spreken geen dialect maar regiolect.
De dialecten van ht Nederlands.
Wat zijn etnolecten?
Etnolecten zijn taalvariëteiten die van oorsprong gesproken worden door een bepaalde etnische groep, zoals Indisch Nederlands, Surinaams Nederlands en Marokkaans Nederlands. In eerste instantie zijn het eerste-generatie-migranten die kenmerken uit hun moedertaal door laten klinken in hun Nederlands. Maar ook de tweede en latere generaties gebruiken deze componenten – vaak bewust – als identiteitsmarkeerder.
Etnolecten in heden en verleden.
Nederlands met een vleugje Marokkaans.
Over doekoe en roti: het Nederlands in Suriname.