skip to main content

Nieuw in de collectie: Bekakt praten

‘Dan denk ik, verrek joh, dat komt toch wel een beetje boers over als je dat zo uitdrukt’,  stelde een van de respondenten tijdens het promotieonderzoek van Berber Voortman. Voortman deed in de jaren ’90  onderzoek naar elitetaal. Recent is deze audiocollectie gedigitaliseerd in de studio van het Meertens Instituut.

Proefschrift

In 1989 kwam Berber Voortman in dienst bij het Meertens Instituut en in 1994 promoveerde zij op het proefschrift Regionale variatie in het taalgebruik van notabelen: een sociolinguïstisch onderzoek in Middelburg, Roermond en Zutphen. Voortman nam in die drie steden gesprekken op met artsen, advocaten, directeuren en zelfs een oud-lid van de Eerste Kamer. In totaal bestaat de collectie uit 55 opnames. 

De promovenda was geïnteresseerd in het taalgebruik van de elite, een onderwerp dat tot die tijd weinig aandacht had gekregen. Men ging er namelijk vanuit dat deze groep weinig dialectkenmerken gebruikte.

Regionale variatie

Voortman nam interviews af waarin onder andere over het werk van de notabelen werd gesproken. Ze begon met enkele inleidende formele vragen en het interview liep vervolgens over in een informeel gesprek. Voortman verwachtte dat de formaliteit van het gesprek van invloed zou zijn op de hoeveelheid aandacht die aan het taalgebruik werd besteed: ‘(…) hoe formeler de situatie, des te sterker de monitoring.’

Ook liet zij opnames horen van bekakt Nederlands. Maar daar moesten haar proefpersonen niets van hebben. Haar conclusie was dat de elite niet bekakt sprak, maar geheel kleurloos was het ook niet. In alledrie de onderzoeksplaatsen bleek een deel van de variatie regionaal bepaald. Voortman concludeerde onder meer dat de Roermondenaars ‘(…) over het algemeen het meest (en wel: zeer) positief tegenover het dialect en het dialectgebruik (…)’ staan.

Europese Infrastructuur

Het Meertens Instituut bezit duizenden uren aan geluidsmateriaal dat wordt geconserveerd, gerestaureerd en gedigitaliseerd. Naast de opnames zijn bij het Meertens Instituut de bijbehorende onderzoeksdocumentatie en transcripties analoog beschikbaar. Ook het proefschrift van Voortman is aanwezig. De metadata van de collectie zal op korte termijn beschikbaar worden gesteld via de Europese infrastructuur CLARIN (Common Language Resources and Technology Infrastructure) zodat deze ook vergeleken kan worden met andere bronnen. Dat laatste komt het onderzoek naar dialecten ten goede.

Berber Voortman zag overigens in Europese samenwerking nog wel een bedreiging voor de ontwikkeling van dialecten. Haar zesde stelling behorende bij haar proefschrift luidde: ‘De Europese eenwording remt de natuurlijke ontwikkeling van dialecten, omdat uit angst voor internationalisering een tendens tot cultivering van dialecten ontstaat.’

Een bijdrage van Douwe A. Zeldenrust en Lisette van Dinther. Voor meer informatie kunt u terecht bij Douwe Zeldenrust (Coördinator Onderzoekscollecties Meertens Instituut).

Bronnen:

  • Berber Voortman (1994). Regionale variatie in het taalgebruik van notabelen : een sociolinguïstisch onderzoek in Middelburg, Roermond en Zutphen (Amsterdam).
  • Peter Burger (1994). Notabelen, het proefschrif van Berber Voortman. In: Onze Taal, 1994 – 11, pp 270-271.