Poëtische vormen in contact
Wanneer talen met elkaar in contact komen, impliceert dit vaak ook dat de culturen met elkaar in contact komen waarin die talen gesproken worden. Voor poëtische tradities heeft dat een dubbel gevolg. In een ‘ontvangende cultuur’ kan de taal veranderen, waardoor bepaalde poëtische vormen minder goed passen (de klemtoon van woorden verschuift bijvoorbeeld, zodat een bepaald metrum minder goed kan worden uitgevoerd); maar de gebruikers van de taal kunnen ook onder invloed van de andere cultuur andere poëtische vormen willen uitproberen.
Aan het eind van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw leidde zo het intensieve contact met de Romaanse (Frans-Italiaanse) wereld in de Lage Landen tot een geheel nieuwe poëtische vorm: de Nederlandse jambische hexameter (alexandrijn), die sindsdien met enige variatie de standaardmetriek is gebleven. Deze verandering is soms toegeschreven aan de gelijktijdige adoptie van tal van Romaanse leenwoorden. Recenter adopteren rappers metrische vormen uit een andere Germaanse taal (het Engels), terwijl ze hun teksten tegelijkertijd doorspekken met woorden die geleend worden uit allerlei, overwegend niet-Germaanse, talen. De onderzoeksvraag is wat er gebeurt als een taal metrische vormen uit een andere taal probeert over te nemen.
Onderzoekers: Marc van Oostendorp, Mirella de Sisto