Publicatiedatum: 2 december 2011
“Er wordt meer geschreven dan ooit tevoren”
Het 28ste Onze Taal-congres, gehouden op 26 november 2011, ging over het leren van taal. Hans Bennis reageerde met zijn lezing op de veel gehoorde stelling dat de taalvaardigheid van leerlingen almaar slechter wordt. Volgens de directeur van het Meertens Instituut is het tegendeel waar: “Er wordt meer geschreven dan ooit tevoren, dus laten we ophouden ons zo druk te maken om die d’s en t’s.”
door Mathilde Jansen
De zaal van het Chassé Theater in Breda zit vandaag met ruim 1400 bezoekers stampvol. Het programma is een afwisseling van taalwetenschappelijke lezingen en cabaret. Jan Kuitenbrouwer praat de dag aan elkaar. Hij introduceert Hans Bennis als een van de taalkundigen die beweren dat het lidwoord het binnenkort is verdwenen. Bennis: “Dat is te kort door de bocht. Met ons onderzoek hebben we alleen aangetoond dat het kenmerk ‘geslacht’ langzaam op z’n retour is. Het taalsysteem wordt eenvoudiger. Dat zie je ook aan werkwoordsvormen: jij kan vervangt jij kunt, in navolging van ik kan en hij kan. Het Nederlands gaat daarmee het Afrikaans en het Engels achterna: talen die door taalcontact vereenvoudigd zijn. Maar het regent blijft, en het lidwoord het verdwijnt voorlopig ook nog niet.”
Creativiteit
Overigens is Bennis niet voor of tegen het verdwijnen van het (zoals in de meisje). Voor taalwetenschappers zijn taalnormen niet interessant. Wél interessant is de vraag hoe het taalsysteem in elkaar zit. Bennis zelf is gespecialiseerd in de zinsbouw of de grammatica van het Nederlands. Vandaag laat hij zien dat elke nieuwe taalvorm onderworpen is aan grammaticale regels. Dus ook de taal die we gebruiken tijdens het sms’en, pingen of twitteren. In een sms’je kun je maximaal 160 tekens kwijt; in een tweet slechts 140. Dat vergt veel creativiteit van de taalgebruiker: noodzakelijkerwijs korten we de taal in. Eenzelfde verschijnsel zien we in het gesproken taalgebruik, waarin mensen steeds sneller gaan praten. Bennis duidt deze nieuwe vorm van het Nederlands graag aan met de term Korterlands.
Aantr.m.zkt.bl.vr
Bennis wijst erop dat het verkorten van taal, zoals nu veel gebeurt in de nieuwe media, helemaal niet nieuw is. Het is al zo oud als het bestaan van telegrammen (in Stuttgard aangekomen-vlucht ok-regent-hotel niet geweldig-bel morgen-liefs); krantenkoppen (Verbod Fitna onwaarschijnlijk); dagboeken (gespijbeld. ben naar de film geweest. was spannend) en contactadvertenties (aantr.m.zkt.bl.vr.). Vooral die contactadvertenties zijn een goed voorbeeld van ingekorte taal. En hoewel het lijkt alsof de schrijver van het bericht willekeurig wat letters uit zijn hoge hoed heeft getoverd, volgt ook hij een ‘grammatica’. Dit althans blijkt uit onderzoek dat Bennis – tevens hoogleraar aan de UvA – uitvoerde onder zijn studenten.
Emoticons
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de meeste afkortingen het zogenaamde ‘onset’-principe volgen. De onset is het begin van een lettergreep, dat bestaat uit een of meer medeklinkers. Het middengedeelte, meestal een of meer klinkers, noemen taalwetenchappers de kern en wat volgt is de coda. Afkortingen die het onset-principe volgen, bestaan uit alle letters van de onset. Als de onset leeg is (bij woorden die beginnen met een klinker, zoals aantrekkelijk), schrijf je alle letters tot en met de onset van de volgende lettergreep (aantr.). Hetzelfde geldt voor sms-taal, maar daarin gelden ook nog andere principes. Hoe creatief de huidige generatie taalgebruikers is, laat Bennis zien aan de hand van een aantal voorbeelden. Voorbeelden van cijferuitspraak (w817), letteruitspraak (cu), symbolen in plaats van letters (nx 2 4&) en emoticons (<<+:-)>>).
w817 = wacht eens even
cu = see you
nx 2 4& = niks te vieren
aantr.m.zkt.bl.vr. = aantrekkelijke man zoekt blonde vrouw
Wordfeud
Tot slot: wat kan het onderwijs hier van leren? Bennis: “Leraren moeten inspelen op alles wat er gebeurt. Laat de kinderen in de klas Wordfeud spelen, laat ze teksten in 160 tekens omzetten. En ga vervolgens in gesprek hoe dat werkt, welke principes eraan ten grondslag liggen. Regeltjes leren is niet de manier waarop het onderwijs om zou moeten gaan met taal. Wel kun je de leerlingen respect aanleren voor taal door aan te sluiten bij hun belevingswereld. Wat dat betreft is er alleen maar reden tot optimisme. Er wordt meer geschreven dan ooit tevoren, dus laten we ons niet druk maken om d’s en t’s. Want daar wordt de taal zeker niet mooier van.”
Foto: Iris Vetter, Onze Taal
Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief (december 2011) van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier.
Zie ook:
Creatief met taal of het nieuwe Korterlands (Kennislink)
Fotoverslag Onze Taal-congres 2011 (Onze Taal)
Hoelang heeft het lidwoord het nog? (pdf Onze Taal)