Standpunt Huygens ING, IISG en Meertens Instituut inzake KNAW Humanities Center
De plannen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) met haar geesteswetenschappelijke instituten hebben de laatste weken veel aandacht getrokken. De berichten gingen vooral over de positie van het NIOD, dat zelf de publiciteit heeft gezocht omdat het zich niet kan vinden in die plannen. In de media zijn enkele nogal uitgesproken meningen geventileerd over de plannen van de KNAW. De andere betrokken instituten, waaronder het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Huygens ING), het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) en het Meertens Instituut, hebben een genuanceerder standpunt, niet alleen wat betreft de inhoud van de plannen, maar ook wat betreft het draagvlak dat ervoor bestaat.
Net als het KNAW-bestuur menen wij dat intensieve samenwerking van onze instituten wel degelijk voordelen brengt. De geesteswetenschappelijke KNAW-instituten zijn relatief klein. Zelfs het grootste van die instituten heeft niet meer dan honderd medewerkers. Terwijl de overheid continu bezuinigt op (geestes)wetenschap worden de investeringen die we moeten doen steeds omvangrijker. Dan is het niet zo’n heel vreemd idee om zaken als kantoorruimte, studiezalen, computersystemen, magazijnen en administraties te delen. Wat we daarop kunnen besparen, kunnen we in onderzoek steken. Dat is grofweg het idee achter de plannen voor een KNAW Humanities Center in Amsterdam.
Zoals de KNAW deze week nog eens heeft bevestigd is er geen sprake van een fusie tot één instituut, maar van gedeelde faciliteiten en inhoudelijke samenwerking waar dat zinvol is. Elk instituut behoudt zijn eigen onderzoeksprogramma, zijn eigen naam, zijn eigen identiteit en zijn eigen directeur. Het centrum als geheel wordt bestuurd door de wetenschappelijk directeuren van de aangesloten instituten, ongeveer zoals tientallen Max Planck Instituten in Europa al decennia tot volle tevredenheid werken. Wij kijken uit naar zo’n soort samenwerking, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit onze instituten verder brengt.
Ook geloven wij dat informatietechnologie de geesteswetenschappen veel te bieden heeft. Onze drie instituten hebben daar de laatste jaren veel in geïnvesteerd. In de komende jaren zal de hoeveelheid digitaal materiaal explosief groeien, al is het alleen maar omdat archiefinstellingen in de nabije toekomst hun nieuwe aanwinsten hoofdzakelijk in digitale vorm zullen krijgen aangeleverd. Wij denken dat het onderzoek gebaat is met geavanceerde methoden en technieken, maar technologieontwikkeling is voor ons geen doel op zich. Het is een middel om nieuwe methoden te exploreren en onze onderzoeksvragen te beantwoorden. De traditionele beoefening van het geesteswetenschappelijk onderzoek blijft even waardevol als altijd.
Het is prijzenswaardig dat de KNAW wil investeren in de geesteswetenschappen. Een clustering van instituten is daarbij een belangrijke stap. Wij zijn van mening dat het plan voor een geesteswetenschappelijk centrum de kwaliteit van het onderzoek ten goede zal komen.
Hans Bennis, directeur Meertens Instituut
Lex Heerma van Voss, directeur Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis
Henk Wals, directeur Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis