Uitgelicht
Publicatiedatum: 6 juni 2014

Koloniaal verleden diep verankerd in het alledaagse leven

Het slavernijverleden maakt nog steeds deel uit van het dagelijks leven van veel Nederlanders. Naast de herdenkingen en monumenten is het slavernijverleden vooral op een impliciete manier aanwezig, zoals in de Afro-Surinaamse muziek. Dat is één van de conclusies uit het onderzoek van Markus Balkenhol, waarop hij vorige maand cum laude promoveerde aan de Vrije Universiteit. Zijn bevinding deed hij door middel van etnografisch veldwerk: bijna een jaar lang woonde de promovendus in twee Afro-Surinaamse huishoudens in de Bijlmer.  

door Mathilde Jansen

Het slavernijverleden kreeg de afgelopen decennia steeds meer aandacht. Er wordt veel onderzoek gedaan en er zijn allerlei organisaties en monumenten opgericht ter herdenking van het slavernijverleden. Maar op  welke manier is deze periode uit de Nederlandse geschiedenis nog aanwezig in het alledaagse leven van de nazaten van tot slaaf gemaakten?

Om daarachter te komen deed Balkenhol de afgelopen jaren promotieonderzoek aan het Meertens Instituut. Het etnografisch veldwerk bleek cruciaal om dit te onderzoeken. Balkenhol: “In eerste instantie richtte ik me op de monumenten en de mensen daarachter. Zo kwam ik in contact met Roy Ristie, een van de oprichters van het Monument van Besef op het Surinameplein. Hij zei: ‘Als je echt wilt begrijpen wat mijn motivatie was, moet je weten waar ik vandaan kom.’ Via hem kwam ik terecht in Amsterdam Zuidoost.”

Angisa’s en winti

Bijna een jaar woonde de promovendus bij twee Afro-Surinaamse huishoudens in de Bijlmer. Hij ging mee boodschappen doen, voerde gesprekken op straat en thuis op de bank. “Ik wilde weten of het slavernijverleden überhaupt nog een gespreksonderwerp was in het alledaagse leven. Dat bleek niet per se het geval te zijn. Het verleden is vooral op een impliciete manier aanwezig. In de kleding met name in de angisa’s: de hoofddoeken, die door verschillende manieren van vouwen verschillende boodschappen over kunnen brengen. Maar ook in de muziek, die een vanzelfsprekend onderdeel is van het leven van veel mensen in Zuidoost.”

Hoe belangrijk muziek is in de Afro-Surinaamse cultuur ontdekte Balkenhol door zijn eerste huisgenoot, die muziek maakte in een Kaskawinaband. Kaskawina is een hedendaagse term voor een Surinaamse muziekstijl die is ontstaan tijdens de slavernij. “Via de band kwam ik op verjaardagen, bruiloften en festivals. De muziek is voor een deel vermaak, maar er zitten heel veel lagen onder. Op verjaardagen bijvoorbeeld kan er een punt komen waarop de muziek net iets verandert. De mensen beginnen op een andere manier te dansen en ineens vallen mensen in trance en manifesteren winti (geesten) zich. De muziek heeft dus ook een spirituele dimensie.”

Geheimen

“De liedteksten refereren aan allerlei facetten uit de Surinaamse geschiedenis en met name het slavernijverleden. Maar er zitten ook verborgen boodschappen in over de winticultuur, die op een indirecte manier te maken hebben met het slavernijverleden. Zo was ik een keer aan het praten met twee mannen en een vrouw. Terwijl we over winti spraken, zag ik die vrouw een beetje onrustig worden en op een gegeven moment zei ze tegen die mannen: ‘Je moet dat niet allemaal tegen hem vertellen want hij gaat het alleen maar tegen ons gebruiken. Van oudsher is dit als bescherming bedoeld tegen de witte mensen, de plantage-eigenaren, dus vertel dit nou niet.’"

"Elke cultuur heeft natuurlijk zijn eigen geheimen, die alleen voor ingewijden zijn, maar hier werd een heel directe relatie gelegd met het slavernijverleden. Voor mij was dat een duidelijk spoor voor de manier waarop dat verleden nu nog aanwezig is in de hedendaagse cultuur.”

Culturele code

“Toen ik beter naar de liedteksten ging luisteren viel het me op dat er veel uitdrukkingen – odos – zijn zoals ‘je moet het achterste van je tong niet laten zien’ of ‘je binnenste niet zomaar op straat leggen’. Ook dat heb je in andere culturen, maar hier is het heel dominant aanwezig. In mijn proefschrift noem ik dat aesthetics of reticence: via een bepaalde culturele vorm, zoals liederen of spreekwoorden, wordt een morele verplichting tot terughoudendheid overgedragen.”

“In de tijd van de slavernij was terughoudendheid een manier van overleven. Ook was het verboden om de wintireligie te belijden (en in Suriname nog tot in de jaren '70), dus moest je manieren vinden om dat te doen zonder dat de plantage-eigenaren het door hadden. Mijn analyse is dat die structuur die toen ontstaan is, nog steeds bestaat als culturele code. En dat die code ook nu nog van invloed is op de hedendaagse verhouding tussen Nederland en Suriname.”

Caring nation

Het slavernijverleden heeft momenteel heel veel belangstelling. Dat terwijl er lange tijd werd gedacht dat deze historische periode min of meer was afgesloten. Volgens Balkenhol heeft dat alles te maken met het beeld dat ontstaan was van Nederland als welwillende, meelevende natie: “Op die manier werd een positief beeld geschapen op basis van de afschaffing van de slavernij. In kranten uit die tijd wordt Nederland neergezet als een caring nation, een natie die om anderen geeft. Koning Willem III speelt in dat verhaal de rol van zorgzame vader, omdat hij de slavernij heeft afgeschaft.”

“In mijn proefschrift betoog ik dat de afschaffing van de slavernij mede gebruikt werd om de grootsheid van Nederland te tonen. Vaak wordt gezegd dat de gruwelijkheden van de slavernij werden verzwegen, maar dat blijkt niet helemaal het geval te zijn. Soms werden ze juist uitgelicht om te laten zien hoe goed het was dat Nederland de slavernij had afgeschaft. Als we het hebben over de stilte van de slavernij, is dát de stilte. Dus niet dat er niet over gesproken werd, maar dat er op een bepaalde manier over gesproken werd.”

Herstelbetalingen en Zwarte Piet

Wat betekent dat voor de toekomst? Volgens Balkenhol zal de discussie de komende jaren doorgaan: “Dan gaat het niet alleen over het herdenken van de slavernij, maar ook over Zwarte Piet.”

“En in de nabije toekomst krijgen we de discussie over de herstelbetalingen. De Caricom is bezig met een juridische procedure tegen onder andere Nederland om herstelbetalingen te eisen. Dus die discussie gaat zeker komen. Het koloniaal verleden is zo diep geworteld in de Nederlandse maatschappij, dat mensen nog heel vaak verrast zullen zijn.”

Afbeeldingen: 1. Monument van Besef (Wikimedia Commons, Marion Golsteijn); 2. Onderzoeker Markus Balkenhol; 3. De herdenking van de slavernij wordt in Nederland jaarlijks gevierd tijdens het Keti Koti Festival. Foto: Keti Koti Festival 2010 (Flickr, Creative Commons, Charles Roffey

Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief (juni 2014) van het Meertens Instituut. Ook interesse in de nieuwsbrief? Klik hier voor meer informatie.