4 februari 2015

Digitale data: SOA en ASO

De Werkgroep Frequentieonderzoek van het Nederlands en het Meertens Instituut voerden in de jaren 70 een onderzoek uit naar de ‘gesproken taal’, het Sociolinguïstisch Onderzoek Amsterdam (SOA). In 1993 volgde een tweede onderzoek, het Amsterdams Sociolinguïstisch Onderzoek (ASO). Recent zijn de bandopnames en de bijbehorende documentatie gedigitaliseerd door het Meertens Instituut.

Vragenlijst

‘Het komt tegenwoordig wat meer voor dan vroeger, dat de getrouwde vrouw buitenshuis werkt, een part-time of full-time baan of betrekking heeft. Hoe staat u tegenover het werken van de getrouwde vrouw? ‘

Deze vraag komt uit de vragenlijst die hoort bij het Sociolinguïstisch Onderzoek Amsterdam (SOA) dat toen nog ‘Onderzoek Gesproken Taal’ werd genoemd. Dat onderzoek werd gestart in 1974 en het bestond uit twee fasen. In de eerste fase is het spreektaalmateriaal verzameld. Bandopnamen zijn gemaakt van gesprekken van diverse groepen mensen in een formele en in een informele situatie. In de tweede fase van het onderzoek is het materiaal verwerkt 
ten behoeve van frequentieonderzoek.

Uniek materiaal

Van elke spreker is in verschillende taalgebruikssituaties materiaal verzameld. Destijds was een interview (formele situatie) zeer gangbaar in sociolinguïstisch onderzoek. Minder gebruikelijk was de manier waarop de gesprekken in een informele situatie tot stand zijn gekomen. De afdeling Dialectologie had echter veel ervaring met het maken van dialectopnamen, veelal gesprekken in een ongedwongen huiselijke sfeer tussen personen die elkaar kenden. Door de onderzoekers Eveline de Jong en Henk Heikens werd in 1974 een selecte steekproef onder de Amsterdamse bevolking uitgezet en werden bandopnamen gemaakt. In 1993 werd het onderzoek herhaald, met dezelfde proefpersonen. En vooral dat diachrone aspect maakt het nu beschikbare materiaal uniek.

Klaar voor gebruik

Vanaf het begin van het onderzoek is een van doelstellingen
 geweest dat het materiaal ook gebruikt zou kunnen worden voor onderzoek van derden. Er is een schat aan goed gedocumenteerd materiaal verzameld, maar daarvan is tot nu toe slechts een klein gedeelte gebruikt. Zo speelde de vragenlijst slechts een bescheiden rol bij het eigenlijke frequentieonderzoek. Dat frequentieonderzoek heeft geresulteerd in het werk dat verschenen is onder de redactie van P.C. Uit den Boogaart: Woordfrequenties in geschreven en gesproken Nederlands. Het boek is beschikbaar in de bibliotheek van het Meertens Instituut. De scans van de vragenlijsten en de bandopnames zijn digitaal beschikbaar via het Meertens Instituut en zijn klaar voor gebruik.

Referenties

P.C. Uit den Boogaart (red.), Woordfrequenties in geschreven en gesproken Nederlands (Utrecht 1975).

Meer informatie over audiodigitalisering bij het Meertens Instituut.

Een bijdrage van Douwe Zeldenrust.