Collectie Fonetiek van UvA naar Meertens Instituut
Vandaag is de collectie Fonetiek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) officieel overgedragen aan het Meertens Instituut (KNAW). De collectie bevat uniek materiaal op het gebied van spraakverwerving, dialecten en omroephistorie. Het is een omvangrijke audiocollectie die bestaat uit meer dan 1700 glasplaten, honderden banden en tientallen wasrollen.
Overlappende werkterreinen
De collectie Fonetiek is aangelegd door Louise Kaiser (1891-1973), de eerste vrouwelijke lector van de UvA. Kaiser geldt als een pionier in de fonetiek. In haar onderzoeksmethoden was zij haar tijd vooruit. Zo experimenteerde zij met geluidsapparatuur en maakte zij als eerste in haar vakgebied gebruik van grote aantallen proefpersonen. In 1933 richtte zij het 'Experimenteel-Phonetisch Laboratorium' op, waarvan het huidige Instituut voor Fonetische Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam een voortzetting is.
De schenking van de collectie aan het Meertens Instituut is geen toeval. De collectie is gedigitaliseerd door het Meertens Instituut en sluit zeer goed aan bij de overige audiocollecties van het Meertens Instituut. Daarnaast was er een overlap in het werkterrein van Kaiser en de toenmalige directeur van het Meertens Instituut, P.J. Meertens. Zij werkten regelmatig samen. Zo was Kaiser als bestuurslid – van 1936 tot 1958 – betrokken bij de sectie voor Taalkunde, Fonetiek en Volkskunde van de Stichting voor Bevolkingsonderzoek in de Drooggelegde Zuiderzeepolders. Meertens was voorzitter van deze sectie. Tevens bezochten zij samen de Nederlandse omroepen om geluidsmateriaal te verzamelen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.
Nieuwe onderzoeksmogelijkheden
Het belang van de collectie wordt bevestigd door Marc van Oostendorp, hoogleraar Fonologie aan de Universiteit Leiden en onderzoeker aan het Meertens Instituut. ‘In de afgelopen decennia zijn taalkundigen er steeds meer van overtuigd geraakt dat je voor écht goede taalanalyse meestal niet genoeg hebt aan alleen geschreven materiaal. Voor de taal van vroeger hadden we lange tijd niet veel meer. De goede opnamen uit de nalatenschap van Dr. Kaiser geven ons dus een uniek inkijkje in het Nederlands uit vroeger tijd.’
Daarnaast wordt er ook naar de toekomst gekeken. Er worden plannen ontwikkeld om de collectie op te nemen in de Europese infrastructuur CLARIN (Common Language Resources and Technology Infrastructure). De geluidsopnames kunnen dan vergeleken worden met andere bronnen en bewerkt worden met de binnen CLARIN beschikbare tools. Daarmee kunnen onderzoekers ook mogelijkheden verkennen die buiten het traditionele dialectonderzoek liggen.
De collectie (zowel de digitale bestanden als de originele dragers) is beschikbaar bij het Meertens Instituut. Voor meer informatie kunt u terecht bij Douwe Zeldenrust, coördinator onderzoekscollecties van het Meertens Instituut.
Zie voor meer informatie audiodigitalisering op het Meertens Instituut.
Foto in kader: Wasrollen in de collectie van het Meertens Instituut (gemaakt door Femke Niehof).
Foto in tekst: Onderzoek dat L. Kaiser en P.J. Meertens in 1931 uitvoerden in Urk. Daarbij werd o.a. experimentele apparatuur gebruikt en er werden audio-opnames gemaakt.