Uitgelicht
Publicatiedatum: 5 februari 2016

2015: een bijzonder taaljaar

Deze maand verscheen het boek Taal in 2015. Marten van der Meulen, medewerker van het Meertens Instituut, werkte eraan mee. Het boek gaat over alles wat er het afgelopen jaar is gebeurd op taalgebied. Nieuwe woorden, taalblunders, maar vooral ook: nieuwe inzichten uit taalwetenschappelijk onderzoek. 

door Mathilde Jansen

Het is niet voor het eerst dat er een taaljaarboek verschijnt. Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale, schreef er al meerdere. Maar Taal in 2015 kent een nieuwe opzet. Niet alleen schoof mede-hoofdredacteur Ruud Hendrickx aan als auteur, maar ook de schrijvers van het populaire taalblog Milfje: Marten van der Meulen en Sterre Leufkens. Zij bespreken kenmerkende woorden en opvallend taalnieuws, maar vooral ook de wetenschappelijke inzichten van het afgelopen jaar. Een kort interview met Marten van der Meulen.

Was 2015 een bijzonder taaljaar?

Voor Van Dale in ieder geval wel. Er verscheen een nieuwe editie van het woordenboek en het eerste Groene Boekje van Van Dale. Over de verschijning van het Groene Boekje schreef ik ook een bijdrage voor dit boek. Eigenlijk deed het nauwelijks stof opwaaien, omdat de regels ongewijzigd zijn gebleven. Wel staan er andere woorden in dan in de voorgaande uitgaven.

Welke woorden waren typisch voor 2015?

Natuurlijk veel woorden met ‘sjoemel’, zoals ‘sjoemelsoftware’, het winnende woord van de Onze Taal-verkiezing. Op Twitter was de hashtag #injebroekje een trending topic. En verder was er ophef over de ‘streepjesnederlander’, naar aanleiding van een stuk in de Volkskrant. Ombudsvrouw Annieke Kranenberg pleitte ervoor niet meer te schrijven over Turken en Marokkanen, maar over Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse mannen/vrouwen.

Dat heeft iets weg van Zweedse taalpolitiek, waarover ik ook een stukje schreef. De Associatie voor Seksegelijkheid houdt zich daar al een paar jaar bezig met het introduceren van nieuwe woorden die de seksegelijkheid moet bevorderen. Het afgelopen jaar kwamen ze met het woord klittra voor vrouwelijk masturberen, een samentrekking van clitoris en glittra (schitteren).

Wat waren belangrijke wetenschappelijke inzichten?

Er is veel gebeurd op wetenschappelijk gebied, te veel om op te noemen. Daarom hebben we iedere maand één onderwerp uitgekozen. Zo was er bijvoorbeeld een onderzoek van Mark Dingemanse, waarin hij laat zien dat het woordje huh universeel gebruikt wordt om in een gesprek aan te geven dat je iets niet begrijpt. Dit woordje klinkt overal ter wereld min of meer hetzelfde. Dingemanse kreeg er een Ig Nobelprijs voor: een prijs voor onderzoek dat ‘mensen eerst aan het lachen maakt en daarna aan het denken zet’. Ook verscheen er een uitgebreid boekwerk over de complexe zinsbouw van het Nederlands (Syntax of Dutch), en werd er onderzoek gedaan naar de diverse uitspraken van de r in het Nederlandse taalgebied.

Wat maakt dit boek het lezen waard?

We hebben toevallig net een zelfrecensie geschreven op ons blog. Wat ik er vooral leuk aan vind, is dat het alle aspecten van de taal laat zien. En ook dat het er fantastisch uitziet. Dat is makkelijk om te zeggen, want daar heb ik verder helemaal geen invloed op gehad, dus dat is geen zelfbevlekking.

Het Meertens Instituut mag drie exemplaren weggeven van Van Dale Uitgevers. Om kans te maken stuurt u voor 1 maart 2016 een e-mail naar nieuwsbrief@meertens.knaw.nl met daarin het antwoord op de volgende vraag: In welke Nederlandse stad is de eerste taalspeeltuin geopend? Het antwoord en de winnaars worden in de nieuwsbrief van maart bekend gemaakt.

Foto in het kader: v.l.n.r. Ruud Hendrickx, Sterre Leufkens en Marten van der Meulen

Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief (februari 2016) van het Meertens Instituut. Ook interesse in de nieuwsbrief? Klik hier voor meer informatie.