Publicatiedatum: 2 maart 2016
Grensoverschrijdende wetenschap
Wetenschap is een internationaal bedrijf. Daarvan is iedereen doordrongen die de grote deeltjesversnellers van CERN in Zwitserland ziet staan. Maar geldt dat internationale aspect ook voor wetenschappen als de variatielinguïstiek? Dialectologie, zoals het vroeger heette, richt zich toch juist op meer lokale taal? Toch geldt die internationale oriëntatie zeker ook voor de variatielinguïstiek op het Meertens Instituut.
door Gertjan Postma
Dat internationalisme betreft de theorievorming, maar ook de deelname van Meertens-wetenschappers aan internationale conferenties, en het betreft bij uitstek de dataverzamelingen. Op dataverzamelingen immers berust alle empirische wetenschap en ook het Meertens draagt daaraan een steentje bij met zijn ruim 50 digitale collecties.
Het is een principieel standpunt van het Meertens Insituut als vooraanstaand KNAW-instituut dat die data beschikbaar gesteld moet worden aan de internationale gemeenschap. Belangrijk hierbij is de ontsluiting ervan via het internet. Oude collecties die nog op schriftelijke vragenlijsten staan worden in rap tempo gedigitaliseerd. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de Nederlandse Wenker-zinnen.
Georg Wenker
Aan het eind van de negentiende eeuw was het de Duitse dialectoloog Georg Wenker die het belang inzag van grote datacollecties. Herr Wenker bedacht 40 zinnen die een goed zicht konden bieden op de rijke verscheidenheid aan lexicale en morfologische eigenschappen van het Westgermaanse dialectcontinuüm.
Hij liet deze 40 zinnen in zo'n 40.000 Duitse, Pommerse, Kaschubische, Jiddische en Noordfriese gehuchten, dorpen en steden afvragen. Dat ging toen schriftelijk via een brief aan alle dorpsonderwijzers van het Duitse Rijk. Die moesten die zinnen in de lokale tongval optekenen uit de mond van dorpsgenoten. De Duitse collectie is op de site www.regionalsprache.de door iedereen te raadplegen.
Deze zinnen zijn later in Zwitserland, Luxemburg, en ook in Nederland en Vlaanderen door dialectsprekers uit ruim 2000 plaatsen vertaald, totaal in 50.000 locaties. Interessant voor de Duitsers zijn natuurlijk de dialecten die aan de Nederlandse kant van de grens gesproken worden, zoals voor de Nederlanders de Duitse dialecten uit de grensstreken van Oostfriesland, Westfalen, en het Rijnland belangrijk zijn. Daarmee is het project van Georg Wenker met zijn uitbreidingen in de grensstreken een mooi vroeg voorbeeld van een grootschalig internationaal dataproject.
Digitalisatie
De Nederlandse Wenker-zinnen waren in de vergetelheid geraakt. Ze stonden onbekend en onbemind in de klimaatkamer van het Meertens Instituut. Op aanwijzing van mijn voorganger Ton Goeman, heb ik een paar jaar geleden dit oude Wenker-materiaal samen met onze datamanager Douwe Zeldenrust weer boven water gehaald. Formeel zijn die vragenlijsten nu door iedereen op microfiche (en jpg) in te zien. Maar het helpt natuurlijk als wetenschappers en geïnteresseerde leken dit waardevolle materiaal via het internet kunnen raadplegen. Het is vooral waardevol voor onderzoek als die zinnen doorzoekbaar worden gemaakt.
Op dit ogenblik worden de laatste Wenker-vragenlijsten, die PJ Meertens bijna een eeuw geleden in Nederland en Vlaanderen heeft verzameld, door een groep vrijwilligers onder leiding van Nicoline van der Sijs gedigitaliseerd. Een deel van deze zinnen zijn recentelijk aan ons Duitse zusterinstituut in Marburg beschikbaar gesteld en er wordt zelfs nu al op conferenties over gerapporteerd.
Grensoverschrijdende kaarten
Tot nog toe lukt het de Duitsers noch de Nederlanders om automatisch grensoverschrijdende dialectkaarten te tekenen. Toen ik 10 jaar geleden een kaartje wilde tekenen met de gebieden waar het oude voornaamwoord du wordt gesproken in plaats van het moderne jij/gij, leek het mij van belang ook het Duitse taalkundige gebied in kaart te brengen. Dit om te laten zien dat het du-gebied niet maar in wat uithoeken van het Nederlandse taalgebied gesproken wordt, maar aansluiting vindt in Duitsland. Maar dat bleek lastig. Toen kon ik dat kaartje alleen tekenen met wat handmatige trucs via de Meertens software, maar er wordt nu in Duitsland en Nederland hard aan gewerkt dit proces te automatiseren.
Ik verwacht dat de variatielinguïstiek, met name het grensoverschrijdende taalkundige onderzoek, zoals in de negentiende eeuw begonnen door Johan Winkler en in deze eeuw voortgezet door Jan Goossens, en recentelijk door Frans Hinskens van het Meertens instituut weer opgevat in samenwerking met de groep van Alexandra Lenz uit Wenen, een impuls zal krijgen als dit materiaal in al zijn rijkdom toegankelijk is.
Plaatjes: 1. dialectkaart du-gebied uit 2013, copyright Gertjan Postma; 2. Vragenlijst Meertens Instituut; 3. Georg Wenker, Wikimedia Commons
Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief (maart 2016) van het Meertens Instituut. Ook interesse in de nieuwsbrief? Klik hier voor meer informatie.