Publicatiedatum: 4 november 2016
Religie, natie en emoties
Ondanks de massale ontkerkelijking is religie sterk aanwezig in onze samenleving. Maar de manier waarop Nederlanders religie ervaren als onderdeel van hun cultuur, varieert. Hoe verhouden religie en constructies van identiteit zich tot elkaar? En welke rol speelt emotie in de ervaring van beide? Die vragen staan centraal tijdens het internationale congres The Secular Sacred, georganiseerd door het Meertens Instituut.
door Mathilde Jansen
Het congres dat op 10 en 11 november plaatsvindt in de Waalse Kerk in Amsterdam, is tevens het afscheidscongres voor etnoloog Herman Roodenburg, die binnenkort de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De laatste jaren stond hij aan het hoofd van de onderzoeksgroep ‘Nederlandsheid’ aan het Meertens Instituut; komend jaar zal hij het stokje overdragen aan een van zijn collega’s.
De onderzoeksgroep heeft de laatste jaren intensief samengewerkt met wetenschappers buiten het instituut, zoals socioloog Jan Willem Duyvendak van de UvA, religiewetenschapper Birgit Meyer van de Universiteit van Utrecht en historicus Alex van Stipriaan van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ook zij zijn betrokken bij dit congres, dat sterk theoretisch van aard zal zijn.
Typisch Nederlands
Het begrip ‘Nederlandsheid’ verdient enige toelichting. Het is een term die volgens Roodenburg en zijn collega’s het beste de lading van dit onderzoeksthema dekt. De aanhalingstekens moeten de meerlagigheid van het begrip benadrukken. Roodenburg: “We willen de constructies in kaart brengen van wat Nederlanders uit alle lagen van de samenleving beschouwen als typisch Nederlands of typisch eigen. Het begrip ‘Nederlandsheid’ gaat zeker niet alleen over eeuwenoude Nederlandse tradities. We onderzoeken ook hoe diverse migrantengroepen hun ‘Nederlandsheid’ invullen. Een Surinaamse Nederlander verstaat er iets anders onder dan een Marokkaanse Nederlander of een Nederlander wiens familie al generaties in Nederland woont.”
De etnologen aan het Meertens Instituut onderzoeken het begrip ‘Nederlandsheid’ niet zozeer door vragenlijsten af te nemen, omdat je daarmee vooral mentale constructies bevraagt. In plaats daarvan bestuderen ze menselijk gedrag in de publieke ruimte. Sinds een jaar of tien is daar een toegenomen belangstelling te constateren voor het eigene. Roodenburg kent talloze voorbeelden: “Denk maar aan populaire televisieprogramma’s zoals Boer zoekt vrouw en Ik hou van Holland, vaderlandslievende films als De Scheepsjongens van Bontekoe en Michiel de Ruyter.”
“Maar er zijn ook genoeg voorbeelden in de popindustrie: muzikale hits als Mijn Vaderland van Frans Bauer of Wij houden van Oranje van André Hazes. Je ziet ook dat grote winkelketens op allerlei gebruiksvoorwerpen Holland-symbolen hebben losgelaten. Neem de geblokte theedoek die opeens weer te koop is, of de terugkeer van Delfts blauw in design maar ook in de architectuur, zoals bij de nieuwe onderdoorgang bij het Centraal Station. Het nieuwe Zaanse hotel met een gevel van Zaanse huisjes, de lijn van Victor en Rolf enige jaren terug, die geënt was op Volendammer klederdracht et cetera.”
Balkenende IV
De onderzoeksgroep ‘Nederlandsheid’ ging vier jaar geleden van start, maar het thema lag al langer in de week op het Meertens Instituut. Roodenburg licht toe: “In 2008 werd ik gebeld door het Ministerie van Onderwijs en Cultuur, onder Balkenende IV, met de vraag of het Meertens Instituut niet een definitie kon verschaffen van het begrip volkscultuur. Die vraag kwam voort uit de bezorgdheid van het kabinet over het mogelijk uiteenvallen van de samenleving, na 9/11 en de twee politieke moorden op Pim Fortuyn (†2002) en Theo van Gogh (†2004).”
“Op dat moment waren we nogal verbaasd over deze vraag, omdat het begrip volkscultuur al langere tijd en zeker na verschijning van de romanreeks Het Bureau van Voskuil in de taboesfeer was beland, en we het binnen de etnologie alleen als geuzennaam hadden gehandhaafd. We hadden het gevoel in 2008 opeens links en rechts te worden ingehaald. Alles wees op een veranderend klimaat, een soort herontdekking van het nationale, van de ‘volkscultuur’. In die jaren speelde ook de discussie over het oprichten van een Nationaal Museum, nota bene op initiatief van de SP. Ook het Openluchtmuseum en het Zuiderzeemuseum kregen steeds meer bezoekers en werden vernieuwd. Dat alles was voor ons een reden om al die nieuwe constructies van ‘Nederlandsheid’ te gaan onderzoeken.”
Islam, new age, revival
Tijdens het symposium in november komt vooral ook de rol van religie aan bod. “Religie is duidelijk aanwezig in onze samenleving”, stelt Roodenburg: “Naast allerlei religies die migrantengroepen meebrengen, zien we ook al langer een opleving van new age en revivalbewegingen binnen de orthodox protestantse kerk. Dit zien we niet alleen in Nederland, maar ook in de ons omringende landen.”
“Die aanwezigheid van religie leidt soms tot verwarring als het gaat om wat typisch Nederlands is. Want we zijn niet echt een seculiere samenleving, zoals nogal eens gezegd wordt. Tegenover de verschillende islamitische stromingen wordt nu zelfs een ‘eigen’ judeo-christelijke beschaving geplaatst, wat duidelijk een naoorlogs begrip is. Maar historici weten bijvoorbeeld dat islamgeleerden in de middeleeuwen op een belangrijke manier hebben bijgedragen aan het christendom. Het zijn dus allemaal constructies achteraf.”
Zwarte Pieten-debat
De aanname dat Nederlanders zo nuchter en rationeel zouden zijn, lijkt ook niet te kloppen met alledaagse praktijken. Roodenburg: “Kijk maar naar religieuze stromingen als new age of protestantse revival-bewegingen, waarin een groot beroep wordt gedaan op de emotie. Dat emotionele aspect heeft vooral te maken met de lichamelijke of zintuiglijke manier waarop we religie ervaren, bijvoorbeeld door te bidden of te knielen.”
“Ook in onze nationale identiteitsvorming spelen lichamelijke ervaringen een belangrijke rol. Denk aan het gaan staan bij het volkslied, de hand op het hart leggen. Die lichamelijke codes roepen emoties op. Het verklaart waarschijnlijk ook waarom de emoties zo hoog oplopen in het Zwarte Pieten-debat. Het sinterklaasfeest is voor velen niet alleen een mentale, maar vooral ook een lichamelijke, ingesleten beleving, door alle rituelen die erbij komen kijken: cadeautjes geven, gedichten schrijven, verkleden en schminken. Die letterlijk geïncorporeerde beleving van het feest roept nu mede zoveel emoties op.”
Nationalisme en emotie
Nationalistische tendensen in de samenleving zijn volgens Roodenburg sterk verbonden met de emotionalisering van de politiek. “Je ziet het aan VVD’er Halbe Zijlstra die vorige week nog zei dat het sinterklaasfeest ‘vermoord’ wordt. Het is een soort meedeinen op golven van populisme. Maar dit soort tendensen zie je ook op links, waar de SP strijdt tegen migratie en globalisering. Je ziet het terug in de hele westerse samenleving, denk maar aan Trump in Amerika, of de Brexit in Engeland.
“Het zijn heen en weer gaande bewegingen”, weet Roodenburg, van huis uit historicus. “Rond 1900 was er natuurlijk ook een grote belangstelling voor nationalisme en volkscultuur en ook weer in de jaren ’30. Het speelt in alle lagen van de samenleving, hoewel de emotie misschien net iets sterker is onder groepen die het echt moeilijk hebben, voor wie de banen niet voor het oprapen liggen. Maar de Brexit bewijst dat nationalistische tendensen te vinden zijn onder alle lagen van de bevolking.”
Afbeeldingen: 1. Herman Roodenburg; 2. Gevel van Zaanse huisjes: Flickr, David van der Mark via CC BY 2.0; 3. Bidden: Flickr, jiadoldol via CC BY 2.0; 4. Strooigoed: Flickr, Judy van der Velden CC BY 2.0.
Lees ook:
Nederlanders: een nuchter volkje? (nieuwsbrief 2011)
Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier.