Publicatiedatum: 7 maart 2017
Volksverhalen in de volle breedte
Op 20 maart is het World Storytellingday, oftewel Wereldverteldag. Verhalenvertellers brengen over de hele wereld hun verhalen ten gehore voor een breed publiek. Ook in Nederland zijn er tal van activiteiten. In het kader van de Wereldverteldag interviewden we volksverhalenonderzoeker Theo Meder, over de Nederlandse verteldag en het hedendaagse onderzoek naar volksverhalen.
door Mathilde Jansen
Wereldverteldag werd in 1991 voor het eerst georganiseerd in Zweden. Na Zweden volgden Australië, Canada en Zuid-Amerika en vanaf 2002 verspreidde het evenement zich ook naar andere Europese landen. Nederland doet mee sinds 2008, en de verteldag wordt hier sinds 2010 gecoördineerd door een werkgroep van Stichting Vertellen.
Theo Meder, volksverhalenonderzoeker bij het Meertens Instituut, is niet direct betrokken bij de organisatie, maar besteedt wel jaarlijks aandacht aan het evenement. Zo worden in de Volksverhalenbank een aantal verhalen uitgelicht die aansluiten bij het thema van de Wereldverteldag, dit jaar transformatie. En is er extra aandacht voor de Sagenjager, een routeplanner vol volksverhalen. Daar zijn 16 wandel- en fietsroutes te vinden op diverse plekken in Nederland, waarbij je kunt lezen over en luisteren naar regionale volksverhalen.
Op de website van de Nederlandse en Vlaamse Wereldverteldag staat een kaartje van Google Maps. Daarop zijn alle plaatsen te vinden waar op 20 maart verhalen verteld worden. Zo is er in Den Bosch een Vertelcafé met diverse verhalenvertellers, kun je in de synagoge van Delft luisteren naar Joodse verhalen en vindt er op de Josefschool in Overloon een overval plaats door een Nijmeegse groep vertellers.
Anansi als nationaal erfgoed
De laatste jaren wordt het internationale karakter van de Wereldverteldag meer benadrukt, vertelt Meder. Een goed voorbeeld is het internationale cultuurcentrum Mezrab in Amsterdam, waar wekelijks story telling nights plaatsvinden. Zij laten tijdens de Wereldverteldag vaak filmpjes van verhalenvertellers zien uit andere werelddelen, zoals Noord-Amerika of Australië.
En verder is er vanuit de Surinaamse en Antilliaanse cultuur veel aandacht voor Anansi-verhalen. Anansi is een repertoire van zo’n honderd verhalen over de spin Anansi, met veel terugkerende elementen. “Anansi heeft inmiddels een plekje veroverd op de Nationale Erfgoedlijst, en heeft daarmee een hogere status dan het Nederlandse volksverhaal”, licht Meder toe. “Het Arnhems openluchtmuseum heeft nu ook een Anasiboom waarbij bezoekers naar verhalen kunnen luisteren.”
Nepnieuws en broodje aap
Maar bestaat er buiten de Wereldverteldag eigenlijk nog wel een mondelinge verhalencultuur in Nederland? Wordt ons moderne leven niet overheerst door allerlei vormen van geschreven media? Deels wel, maar toch bestaat de mondelinge verhalentraditie nog steeds, volgens Meder: “Denk aan ouders die hun kinderen dagelijks voorlezen. Daaronder is nog altijd een groep mensen die dat uit zijn hoofd doet. En die kinderen nemen dat dan vaak weer over als ze zelf kinderen krijgen.”
Maar inderdaad: tegenwoordig is meer dan voorheen een wisselwerking van schriftelijke en mondelinge overdracht gaande, stelt Meder. “Maar de sociale media versterken de vertelcultuur ook. Je hebt tegenwoordig bijvoorbeeld steeds meer vlogs, waarin verhalen worden gedeeld. Bovendien hebben media als Twitter veel kenmerken van gesproken taal. En alle conspiracy theories uit de VS worden via deze media wijd verspreid. Veel nepnieuws is eigenlijk een broodje-aapverhaal.”
Moderne volksverhalenbank
Een deel van die broodje-aapverhalen kun je terugvinden in de Nederlandse Volksverhalenbank, die opgericht is door Meder. Deze databank is uniek in zijn soort. De enige volksverhalenbank die er misschien mee kan concurreren is een databank met Deense verhalen, ontwikkeld in de Verenigde Staten. Die heeft net als de databank van het Meertens Instituut mooie visualisaties.
Maar de Nederlandse Volksverhalenbank heeft nog meer technische snufjes. Aan het Meertens Instituut zijn net twee onderzoeksprojecten afgerond (FACT en Tunes & Tales) die een grote impact hebben gehad op hoe de verhalenbank er nu uitziet, vertelt de onderzoeker. “Wat erbij is gekomen is redelijk spectaculair: allerlei visualisaties, maar ook een tijdsbalk. Van alles wat je zoekt kan je een tijdsbalk opvragen. Of je kan de verhalen geografisch laten uitzetten op de kaart van Nederland. Ook krijg je allerlei suggesties bij zoekopdrachten. Bovendien is het invoeren van verhalen nu een stuk makkelijker.”
Automatische auteursherkenning
Onderzoek naar volksverhalen wordt overigens overal ter wereld gedaan. En in dat onderzoek loopt Amerika voorop, volgens Meder. Maar als het om computergestuurd verhalenonderzoek gaat is Nederland misschien wel koploper. Aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar Meder bijzonder hoogleraar is, geeft hij colleges in e-Humanities. Met zijn studenten doet hij bijvoorbeeld onderzoek naar automatische auteursherkenning.
“Zo hebben we laatst het auteurschap van de Ferguut nagelopen met Stylo, een computerprogramma dat teksten vergelijkt op basis van woordfrequenties, woordvolgordes en dergelijke. Willem Kuiper stelde in de jaren 80 in zijn proefschrift dat de Ferguut is geschreven door twee auteurs, maar volgens Stylo is het er één.” Toch vertelt Kuiper helemaal geen onzin in zijn proefschrift: hoe de vork precies in de steel zit hoopt Meder met een Groningse collega en twee studenten binnenkort in een artikel én op het DHBenelux Symposium bekend te maken.
Hoe breed het terrein van een verhalenonderzoeker is, wordt tijdens dit gesprek wel duidelijk. Meder raakt er niet over uitgesproken. Zo staat er nog een pubquiz over volksverhalen op de rol in de Brabanthallen, en wordt er gewerkt aan een nieuwe Sagenjager-route in Middelburg. Een groep studenten is momenteel hard bezig om 430 verhalen van Roodkapje in te voeren in de volksverhalenbank en er komt binnenkort weer een nieuw nummer uit van het e-zine Vertelcultuur. En dan zijn er nog de gewone dagelijkse bezigheden van een onderzoeker: lezingen geven, artikelen schrijven, college geven en studenten begeleiden. Kortom, een verhalenonderzoeker verveelt zich nooit.
Foto's: 1. Kaartje van de website Wereldverteldag.nl; 2. Het verhaal Rozina is een variant op Beauty and the Beast, een verhaal over transformatie uit de volksverhalenbank; 3. Het Ferguut-handschrift, publiek domein.
Lees verder:
Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier.