Publicatiedatum: 8 september 2017
Op zoek naar een nieuwe definitie van religie
Waar de een zich gewillig laat meevoeren door bekende popliedjes in de processie van The Passion, ondergaat de ander de eeuwenoude klanken van de Matthäus-Passion liever onder de gewelven van de Grote Kerk van Naarden. Evenementen rondom het lijdensverhaal van Christus zijn immens populair in brede kringen van de samenleving. Maar waarom eigenlijk? Heeft dit nog iets met religie te maken? Ernst van den Hemel, religiewetenschapper aan het Meertens Instituut, zoekt buiten de geijkte paden naar antwoorden.
door Mathilde Jansen
Een neonverlicht kruis wordt door een grote menigte door de stad gedragen. Via de hashtag #ikloopmee is een even zo grote groep virtueel aanwezig. Op een poppodium spelen bekende Nederlandse bands. The Passion is een uit Manchester overgevlogen muziekspektakel, dat sinds 2011 ieder jaar in een andere stad van Nederland plaatsvindt. De live televisieuitzending trekt nog eens rond de drie miljoen kijkers. “Zelfs de initiatiefnemers van The Passion hadden niet aan zien komen dat dit zo’n succes zou worden”, zegt Van den Hemel, “Op een of andere manier past dit soort evenementen goed in onze tijdgeest.”
Goddelijke muziek
Kunnen we dit duiden als een religieuze opleving? Volgens Van den Hemel is die vraag niet zo simpel te beantwoorden. “Het gaat veel bezoekers van de Matthäus-Passion niet primair om de religieuze ervaring”, stelt Van den Hemel, “eerder om een belangrijk stuk cultureel erfgoed. Toch spreken mensen ook in religieuze termen over hun ervaring. In zomergasten vorig jaar opende Mark Rutte de uitzending nog met een fragment van de Matthaus-Passion. Hij sprak daarbij over goddelijke muziek.”
Van den Hemel doet voor zijn onderzoek veel veldwerk, en voert daarbij gesprekken met zowel organisatoren als bezoekers. Ook analyseert hij bijvoorbeeld berichten op Facebook en Twitter over The Passion. “In berichten op sociale media voeren woorden als ‘verbinding’ en ‘saamhorigheid’ de boventoon. Je leest er relatief weinig over het lijdensverhaal van Jezus.”
Hashtag bijbelvraag
In dat opzicht beleeft het publiek The Passion anders dan de organisatoren – katholieke en protestantse kerkgenootschappen, het Nederlands Bijbelgenootschap en de Evangelische Omroep en KRO/NCRV – voor ogen hadden. Want de ontkerkelijking vormde wel de aanleiding voor dit evenement. “De bedenker hoorde op het nieuws dat nog maar een klein percentage van de mensen weet waar Pasen over gaat. Met The Passion hoopte hij dat gebrek aan kennis aan te vullen.”
Maar of de bijbelkennis van de gemiddelde Passion-kijker ook wordt opgekrikt, is nog maar de vraag. Er is wel een hoop twitterverkeer, vertelt de onderzoeker, maar niet zozeer over de Bijbel. “Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft bijvoorbeeld een hotline opengezet voor mensen die tijdens de uitzending vragen hebben over de Bijbel, met de hashtag bijbelvraag. Die hashtag is niet bijzonder populair.”
“Het lukt met andere woorden niet om The Passion religieus te framen, in de traditionele zin van het woord dan. Ook uit gesprekken die ik voerde met predikanten in Leeuwarden blijkt dat de kerken na Pasen relatief leeg blijven. Van een toegenomen kerkbezoek lijkt geen sprake te zijn, misschien eerder van een nieuwe vorm van religie. Mensen ervaren wel een gevoel van zingeving”, aldus Van den Hemel. Een van de uitdagingen voor hem als onderzoeker ligt erin om niet in de gangbare hokjes te denken, maar om na te denken over een nieuwe definitie van religie.
Antisemitisme
Die definitie is ook belangrijk voor het politieke en maatschappelijke debat, vertelt Van den Hemel: “Sybrand Buma die in zijn H.J. Schoo-lezing benadrukt: we zijn een christelijk land, en daarom staat saamhorigheid bij ons hoog in het vaandel. Religie krijgt hier ook in ons seculiere heden een belangrijke rol toebedeeld, als onderdeel van onze nationale identiteit.”
Maar met het benadrukken van onze christelijke cultuur worden ook groepen uitgesloten, stelt Van den Hemel. “De passiespelen zijn historisch uiterst problematisch. Er zit een berucht zinnetje in de Matthaüs-Passion over de bloedschuld van de Joden. Daarin zeggen de verzamelde Joden die het proces tegen Jezus eisen, ‘zijn bloed kome over ons’. Historisch gezien was dat altijd een moment van gevaar voor de Joodse gemeenschap. Bij de passiespelen hoorden ook antisemitische uitingen.”
Oberammergau
“Er is een mooie documentaire gemaakt door de Bachvereniging over de opvoering van de Matthäus-Passion. Daar zit ook een Joodse muzikant bij en die heeft er zijn vraagtekens bij. Maar die kant van het passieverhaal wordt over het algemeen niet bediscussieerd. Terwijl men wel volop spreekt over saamhorigheid. Daarin zit dus een spanning. Wie hoort erbij en wie niet?”
In Duitsland zijn de passiespelen veel meer omstreden, weet Van den Hemel. “In Oberammergau, waar de passiespelen al sinds 1634 worden opgevoerd, is wel een discussie gaande over in- en uitsluiting. In Nederland is die eigenlijk een beetje onder het tapijt geschoven.”
Joods-christelijke traditie
Dat de discussie in Nederland niet gevoerd wordt noemt Van den Hemel opmerkelijk, aangezien men in de politiek veel refereert aan de joods-christelijke traditie. Zo stelde Wilders in 2006 nog voor dat de joods-christelijke traditie onder artikel 1 van de grondwet werd gezet. “De vraag blijft: wat betekent dat religieuze erfgoed nu?”
“Ook in actualiteitenprogramma’s spreekt men veel over de islam of over de joods-christelijke traditie. Maar eigenlijk is er nog onvoldoende expertise over welke invulling daar heden ten dage aan gegeven wordt. Er zijn heel veel verschijningsvormen van religie die buiten de woordenboekdefinitie vallen. Mijn schoonvader is atheïst maar noemt zich cultureel gezien katholiek. Ikzelf heb geen religieuze achtergrond, en toch is dat altijd het eerste waar journalisten naar vragen omdat ik religiewetenschapper ben. Daaruit blijkt ook hoezeer mensen nog op een traditionele manier naar het geloof kijken.”
Foto's boven van The Passion in Leeuwarden in april 2017, copyright Ernst van den Hemel. Foto onderaan: Passiespelen in Tegelen 1946, door Charles Breijer / Anefo – Nationaal Archief, archiefinventaris 2.24.01.03 bestanddeelnummer 901-8180 source & copyright, CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=50630639
Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier.