Een blik achter de schermen bij het Meertens Instituut
Onlangs organiseerde de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) meeloopdagen voor collega's van de verschillende KNAW-instituten. Medewerkers van het Bureau KNAW en de instituten kregen de mogelijkheid om een dag met elkaar mee te kijken. Uit de reacties van de deelnemers bleek niet alleen hoe grondleggend en uiteenlopend het onderzoek van de instituten is, het bleek ook waardevol om met elkaar van gedachten te kunnen wisselen.
Nahymja Nijhuis van het Bureau KNAW keek een dag mee bij het Meertens Instituut. Omdat Nahymja's ervaring ook de bezoekers van onze website een interessante blik achter de schermen van het Meertens Instituut biedt, publiceren we haar verslag hier.
Bij Simone op tafel ligt de map van de door de KNAW georganiseerde training ‘communicatiestijlen’ die ik afgelopen maandag heb gedaan. Simone deed hem gisteren. ‘Zullen we kijken of we elkaars communicatiestijl kunnen ontdekken?’, stel ik voor. Daar is Simone wel voor in. Antal van den Bosch, de directeur, komt binnenwippen – en dat zal deze ochtend nog vaker gebeuren: ‘Wat leuk dat de landkaart met nageboorten weer in de gang hangt!’
Nageboorten? Waar gaat dit over? Simone en Antal leggen me uit dat boeren in verschillende streken in Nederland anders omgingen met de nageboorten van hun merries. In sommige regio’s werden ze aan de deur gespijkerd, in andere begraven. Bij het Meertens Instituut bestuderen ze meer van dit soort volkstradities. Heel interessant, want het zijn toch onze roots.
Ik merk dat Simone erg betrokken is. Er komen voortdurend mensen binnenlopen. De sfeer is sowieso heel open. Ik voel me thuis. En wat hebben ze een prachtig gebouw aan de Oudezijds Achterburgwal. Fantastisch gerenoveerd en helemaal licht gemaakt.
We gaan een overleg in met iemand van het dagboekarchief. Ik wist niet eens dat zoiets bestond. Het Meertens Instituut heeft de dagboeken van ‘gewone’ mensen in beheer; het oudste dagboek dat ze hebben is uit 1860, maar er zijn ook veel recente. Alle dagboeken zijn welkom en iedereen kan zijn eigen dagboek insturen. Samen met veertig vrijwilligers wordt de inhoud ervan geïnventariseerd en toegankelijk gemaakt voor onderzoek. Er zijn momenteel al tien wetenschappers die deze bron gebruiken. Binnenkort verschijnt een boekje met quotes van pubers uit die dagboeken. Simone is natuurlijk nauw betrokken bij het event rond de lancering van dat boek.
Er staan trouwens meer publicaties op stapel. In november, tijdens de Nederland Leest-campagne die in deze maand van start gaat, komt het verhaal uit dat geschreven is door een robot, samen met Ronald Giphart. Het Meertens instituut doet samen met de Universiteit van Antwerpen onderzoek naar taal en artificiële intelligentie. Het blijkt dat zo’n robot grammaticaal correct kan schrijven, maar dat zijn verhaal nog niet heel fijn leest. Ronald Giphart is gevraagd om het verhaal daarom te redigeren en goed lopend te maken. Ondertussen wordt er ook gewerkt aan een website, waar het publiek woorden kan invoeren die de basis zijn voor een verhaal dat door een robot wordt geschreven.
Vooraf had ik niet zoveel verwachtingen. Ik had bewust niet op hun website gekeken om me te laten verrassen. Met Simone voelde ik echt een klik. Omdat zij, als gastvrouw, veel meer praatte dan ik, heb ik goed kunnen bepalen wat haar communicatiestijl was. Volgende week, als ik de gastvrouw ben, mag Simone de mijne proberen te achterhalen.
Foto's: 1) Nederlands Dagboekarchief – Plakboek Nederlandse MeisjesClub (NMC), jaren '30;
2) Nageboorte van het paard – Kaartenbank Meertens Instituut;
3) Nahymja Nijhuis (rechts) en Simone Wolff (links)