Uitgelicht

Drinken in dialect: opnames van de zinnen van de Reeks Nederlandse Dialectatlassen

door Douwe Zeldenrust

In de winter van 1962 ging Willem Rensink op veldwerk in Overijssel en Drenthe. Hij was medewerker van het Dialectenbureau, zoals het Meertens Instituut toen nog heette. Rensink nam bij een aantal informanten zinnen op voor de Reeks Nederlandse Dialectatlassen (RND). Het ging daarbij om meer dan 100 zinnen die een informant herhaalde in het eigen dialect. Dat het Meertens Instituut deze opnames heeft is bijzonder: voor de RND werden de zinnen in principe mondeling opgevraagd en ter plekke fonetisch genoteerd door een taalkundige.

De Reeks Nederlandse Dialectatlassen

De Reeks Nederlandse Dialectatlassen (RND) werd samengesteld door E. Blancquaert (Universiteit van Gent) en W. Pée (Universiteit van Luik). Zij bedachten 141 zinnen die informanten in hun dialect moesten vertalen. De voornaamste doelstelling was om een zo gedegen mogelijk synchroon overzicht te verkrijgen de Nederlandse dialecten, op klank- woord- en zinsniveau. In totaal ging het om meer dan 1900 plaatsen in Nederland en Vlaanderen, waarvoor telkens twee tot vijf informanten werden benaderd. Van de gesprekken werden in principe alleen aantekeningen gemaakt.

De RND sloot wat methode en uitwerking betreft aan bij de Atlas linguistique de la France. De door middel van veldwerk verkregen dialectgegevens werden afgedrukt in een tekstgedeelte en een atlas. De kaarten geven per plaats de fonetische vorm. Blancquaert was van mening dat men, na voltooiing van de reeks, de verschillende kaarten alleen maar aan elkaar hoefde te plakken. Dat zou resulteren in een taalatlas van het Nederlandse taalgebied, inclusief Frans-Vlaanderen.In totaal werden 16 verschillende delen gepubliceerd tussen 1925 en 1982. Maar die lange periode van publiceren had ook een nadeel: de dialecten hebben in die periode verandering ondergaan, waardoor het vergelijken van de taal van het eerste en het laatste deel haast niet gaat.

De RDN en het Meertens Instituut

Het idee van Blancquarts dialectatlas stond niet op zichzelf. Vanaf 1925 werd in verschillende projecten aan grootschalige dialectatlassen gewerkt, waaronder vanaf 1930 bij het Meertens Instituut aan de ‘Dialectatlas van het Nederlandsche en Friesche taalgebied’. De band tussen RND en het Meertens Instituut is ook al van voor de oorlog. Blancquart had Meertens destijds verzocht mee te werken aan de reeks. Het bestuur reageerde indertijd niet erg enthousiast. Maar jaren later, in 1969, verzorgde Jo Daan het 13e deel van de RND (de atlas van Noord-Holland). Daan was eerst onderzoeksmedewerker en later het hoofd van de afdeling Dialectologie van het Meertens Instituut. Zij verzamelde de meeste gegevens voor haar deel van de Reeks in de jaren 1960 – 1962.

In december 1962 ging een medewerker van Daan, Willem Rensink, op veldwerk in Overijssel en Drenthe. Rensink maakte met een bandrecorder opnames, net als andere onderzoekers deden in de rest van Nederland. Die collectie (meer dan 1000 uur vrijgesproken dialect) heeft het Meertens Instituut gedigitaliseerd is te beluisteren en te doorzoeken via de Nederlandse Dialectenbank (http://www.meertens.knaw.nl/ndb). Rensink liet de mensen die hij toen bezocht, meteen ook de zinnen van de RND opzeggen. In totaal 14 banden met meer dan 30 sprekers. De informanten komen uit onder andere Den Hulst, IJhorst en Dalfsen. Ook deze collectie is gedigitaliseerd..

Willem Rensink geheel links op de foto en Jo Daan staat geheel rechts. De foto is waarschijnlijk uit de jaren ’50. Rensink heeft toen als student-assistent op het Bureau gewerkt. Naast Rensink zit H. van der Zee en achter staat: O. Veltman.

Zoepen

Zoals hierboven al is genoemd liet Rensink voor het maken van de opnames de informanten de zinnen in dialect herhalen. Maar sommige zinnen ontlokten ook een spontane reactie bij de informanten. En dat is op de banden terug te beluisteren. Toen Rensink in Den Hulst was en zin 12 voorlegde: ‘Ze hebben met hun vijven drie liter wijn gedronken’, zei hij: ‘Da’s geen drinken meer, da’s zoepen.’

Kaart uit de RDN behorende bij zin 12 in van het gebied waar Rensink opnames heeft gemaakt.

Waarom Rensink de 14 banden heeft opgenomen, is niet meer te achterhalen in de bronnen die voorhanden zijn. Wat wel vast staat is dat het interessant materiaal is voor onderzoekers. Het betreft hier informanten van het Meertens Instituut die dezelfde zinnen hebben opgezegd als de informanten die gehoord zijn in de RND. Dat geeft gelegenheid om het materiaal, de geschreven gegevens van de RND en de audioopnames van het Meertens Instituut, met elkaar te vergelijken.

Beschikbare informatie bij het Meertens Instituut

Naast de opnames, die gedigitaliseerd zijn en beschikbaar zijn via het Meertens Instituut, zijn ook de kaarten van de RDN beschikbaar. Deze zijn te vinden via de kaartenbank van het Meertens Instituut. Alle RND-zinnen in de verschillende dialecten zijn terug te vinden op de website van de Universiteit Gent

Voor meer informatie over de collectie kunt u terecht bij Douwe Zeldenrust, coördinator onderzoekscollecties van het Meertens Instituut: douwe.zeldenrust@meertens.knaw.nl. Informatie over audiodigitalisering kunt u vinden op de website van het Meertens Instituut

 

Literatuur

Blancquaert, E. en W. Pée (red.) (1925-1982), Reeks Nederlandse Dialectatlassen (RND), deel 13 Noord-Holland. Antwerpen-Malle.

Blancquaert, E. en W. Pée (red.) (1925-1982), Reeks Nederlandse Dialectatlassen (RND), deel 14 Zuid-Drente en Noord-Overijssel. Antwerpen-Malle.

Daan, Jo (2000), Geschiedenis van de Nederlandse Dialectgeografie in het Nederlandse taalgebied, rondom Kloeke en het Dialectenbureau (KNAW).

 Rensink, W.G. (1962), ‘Dialecten op de band’. Taal en tongval 14 (1962) 4. p. 184-196.

 Sijs, Nicoline van der (red.) (2011). Dialectatlas van het Nederlands.