Uitgelicht

‘Er rust nog steeds een taboe op alternatieve geneeswijzen’

Alternatieve geneeswijzen zijn populair onder een grote groep Nederlanders. En toch wordt het onderwerp vaak in het verdomhoekje geplaatst. De biomedische wetenschappen eisen in het Westen hun monopolie op. Volgens Peter Jan Margry wordt het tijd dat alternatieve geneeswijzen uit de taboesfeer komen, juist omdat zoveel mensen er gebruik van maken. In zijn boek ‘Healing en alternatief genezen’ laat hij zien dat het fenomeen veel groter is dan menigeen denkt.

door Mathilde Jansen

Yoga, meditatie en mindfulness zijn razend populair. Voor veel mensen zijn het manieren om even los te komen van alle prikkels die we dagelijks te verduren krijgen in onze informatierijke samenleving. Om stress tegen te gaan. Ook artsen verwijzen patiënten die veel stress ervaren naar een yogaschool, evenals kankerpatiënten die zware medische behandelingen moeten ondergaan.

Net als reiki, acupunctuur en ayurveda zijn deze ontspanningstechnieken geïnspireerd op oosterse geneeswijzen. In onze westerse wereld worden ze gerekend tot het ‘alternatieve’ circuit, en staan daarmee recht tegenover de reguliere, biomedische geneeskunde. Die grote tegenstelling die wij in het Westen ervaren tussen reguliere en niet-reguliere geneeswijzen, blijkt ook heel cultureel bepaald.

Foto: Flickr, Francois D via CC BY-NC 2.0

Westers perspectief

En dat is precies wat het fenomeen interessant maakt voor een cultuurwetenschapper als Peter Jan Margry. Hij bracht de ‘alternatieve’ geneeswijzen in Nederland in kaart in de pas verschenen Nieuwjaarsuitgave van het Meertens Instituut. “In onze westerse wereld is het evident dat de biomedische wereld het primaire geneesdomein is, maar dat is ons perspectief. In China behoort acupunctuur tot de reguliere geneeskunde. Hetzelfde geldt voor ayurvedische geneeskunde in India.”

Ook treden er door de tijd heen verschuivingen op in wat men definieert als alternatief en regulier, vertelt Margry. “Fysiotherapie was tot een aantal decennia terug ook een alternatieve geneeswijze, maar dat vinden we nu allemaal normaal. Chiropractie zit er nog een beetje tussenin, maar dat is aan het veranderen. In Amerika is dat eigenlijk al regulier geworden.”

Naast elkaar

Vanuit een breder perspectief is de term ‘alternatief’ dus helemaal niet vanzelfsprekend. Het is een van de redenen dat Margry het woord in de titel van zijn boek tussen aanhalingstekens plaatst. Hij wijdt zelfs een heel hoofdstuk aan de problematiek ervan. Het belangrijkste is dat het niet meer aansluit bij de hedendaagse praktijk, aldus Margry. Alternatief suggereert immers dat het geneeswijzen betreft die worden gebruikt in plaats van ‘gewone’ geneeswijzen. Maar uit de enquête die Margry afnam onder 1336 deelnemers van het Meertens Panel, blijkt dat patiënten ze vooral naast elkaar gebruiken.

“Onder de geënquêteerden werd veel gebruik gemaakt van ‘alternatieve’ geneeswijzen. Maar niemand gebruikte het om van ernstige ziektes te genezen. Twee mensen met kanker noemden het wel, maar dan juist om de zware medische behandeling mentaal te vergemakkelijken. Complementair is dus eigenlijk een betere term. Die vinden we ook terug in het in 2016 verschenen Handboek Complementaire Behandelwijzen. Het woord ‘geneeswijze’ is daarin ook vervangen.”

Gepolariseerd beeld

Dat het begrip ‘complementair’ nog niet ingeburgerd is geraakt, heeft volgens Margry te maken met de sterke positie in Nederland van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. “Zij schetsen een heel gepolariseerd beeld. Ze vinden alles wat onbewezen is niet goed. Maar de werkelijkheid is niet zo zwart-wit. In de biomedische wereld is namelijk ook niet alles wetenschappelijk bewezen. En het is zeker niet zo dat er zich in de reguliere medische wereld minder ‘ongelukken’ voordoen dan in het alternatieve circuit. De grens tussen alternatieve en reguliere geneeskunde is dus helemaal niet zo makkelijk te trekken.”

Ook de omvang van het alternatieve circuit in Nederland wordt volgens de onderzoeker zwaar onderschat. Volgens de Vereniging tegen Kwakzalverij bijvoorbeeld maakt maar 5 procent van onze bevolking gebruik van alternatieve geneeswijzen.

“Dit percentage is gebaseerd op enquêtes van het CBS. Maar hun definitie van alternatief genezen is nogal verouderd. Ze vragen bijvoorbeeld: ‘Bent u weleens naar een genezer geweest?’ Alleen al door die formulering mis je een groot deel van wat zich werkelijk afspeelt. Dat het CBS alleen oudere domeinen van alternatieve geneeswijzen in kaart brengt, is overigens wel te verklaren. Ze doen langetermijnonderzoek, en dat loopt als sinds de jaren 60. Sinds die tijd is er veel veranderd.”

Dat de uitkomsten van het Meertens Panel veel hoger lagen, verbaasde Margry niet. “Alle landen om ons heen zitten rond de 50 procent, Duitsland zelfs op 70 à 80 procent. Nederland zou daar als een soort Asterix-dorpje buiten vallen.” Zelf schat de onderzoeker het percentage in Nederland op 35 procent. “Dat is een voorzichtige schatting. De cijfers uit het Meertens Panel zijn niet representatief voor de Nederlandse bevolking. De panelleden zijn relatief hoog opgeleid. Ook zitten er nog weinig jongeren in of mensen in met een migrantenachtergrond.”

Taboe

Voor zijn boek ging Margry ook in gesprek met huisartsen. “Ruim vijftig procent van de middelen en behandelingen die zij voorschrijven aan patiënten, is niet bewezen." Margry baseert zich daarbij op cijfers die in oktober 2017 gepresenteerd werden op een symposium over niet-reguliere behandelwijzen in de huisartsenpraktijk. "In de praktijk gaan reguliere en alternatieve geneeswijzen dus al hand in hand, net als in Amerika waar men spreekt van ‘integrative medicine’. Maar in Nederland is het nog een enorm taboe. Niet alles hoor: yoga is al heel gewoon, en mindfulness is een businesstool. Maar gezien het enorme belang dat de samenleving eraan hecht, en het onvermogen van de biomedische wereld om alle klachten te behandelen, kun je het bestaan van alternatieve geneeswijzen niet meer ontkennen.”

De onderzoeker benadrukt dat hijzelf niet voor of tegen alternatieve geneeswijzen is. “Als erover wordt gepubliceerd, dan zijn het of de tegenstanders die alles verketteren, of de voorstanders die alles ophemelen. Als je het bestudeert word je al snel belachelijk gemaakt, dat is mij ook overkomen. Maar ik probeer het debat juist open te trekken. Ik wil een signaal geven dat dit fenomeen heel belangrijk is voor veel mensen. Er moet meer over gesproken worden en meer onderzoek naar gedaan worden. De hele migrantencultuur heeft een heel eigen domein van alternatief genezen, waar we eigenlijk niks vanaf weten. Daar moet ook verandering in komen.”

 

Peter Jan Margry, Healing en 'alternatief genezen'. Een culturele diagnose. Amsterdam University Press, 2018, 144 pagina’s, 17,90 euro. ISBN 978 94 6298 789 0

Het nieuwjaarsboekje is met korting bij Amsterdam University Press te bestellen. Gebruik hiervoor de code Meertens2018 op de bestelpagina.

 
 
Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier