Februari 2019: Hoort de Syntax of Dutch op het Meertens Instituut thuis?

Vorige maand verscheen het laatste boek van de nu 8-delige Syntax of Dutch. In dit Engelstalige boek beschrijft Hans Broekhuis de grammatica van het Nederlands voor taalkundigen wereldwijd. Waarom hoort dit werk thuis op een instituut dat van oudsher vooral dialecten onderzoekt? Deze vraag wordt beantwoord door Hans Broekhuis.

Het doel van de Syntax of Dutch (SoD) is een zo volledig mogelijke beschrijving te geven van wat we het Standaardnederlands kunnen noemen. Omdat de taalkundige afdeling van het Meertens Instituut juist taalvariatie (in bijvoorbeeld tijd en ruimte) onderzoekt, kan je je afvragen of het onderzoek naar het Standaardnederlands daar wel thuishoort. Het wordt immers vaak gezien als een bovenregionale variëteit van het Nederlands die aan strikte regels gehoorzaamt.

Onbewuste regels

Nu is het vrijwel onmogelijk om taalkundig vast te stellen wat wel of niet tot het Standaardnederlands behoort. Die afbakening is eerder sociaal van aard; je hebt daar een soort rechter voor nodig die bepaalt dat je groter dan in plaats van groter als moet zeggen, en Zij komen in plaats van Hun komen, etcetera. Voor de studie naar de formele eigenschappen van taal zijn dat soort extern opgelegde regels minder interessant. Daarvoor zijn de regels waaraan sprekers van een taal zich onbewust houden veel belangrijker. Zo weet elke spreker van het Nederlands onbewust dat bijvoeglijke bepalingen voorafgaan aan zelfstandige naamwoorden (mooie boeken) of dat het lijdend voorwerp voorafgaat aan de niet-verbogen werkwoorden in een zin (Jan heeft het boek gelezen). Dit zijn geen feiten die snel een rol zullen spelen in een discussie over de standaardtaal, maar wel feiten waar taalkundigen zich traditioneel mee bezighouden.

De bestaande literatuur over de onbewuste regels waaraan sprekers zich houden, is vooral gebaseerd op het Standaardnederlands. Het begrip Standaardnederlands wordt hier losjes gebruikt en omvat een groep nauw verwante taalvariëteiten die door de meeste sprekers van het Nederlands intuïtief als zodanig herkend wordt. Andere variëteiten (zoals dialecten) worden in de regel negatief gedefinieerd als variëteiten die niet behoren tot de standaardtaal. De literatuur over dergelijke variëteiten gaat dan ook vaak over verschijnselen die afwijken van het Standaardnederlands.

Referentiepunt

Een werk als SoD kan niet gemakkelijk geschreven worden over een van de vele dialecten of andere taalvariëteiten die Nederland rijk is. Het onderzoek naar die variëteiten gaat immers voorbij aan de feiten die hetzelfde zijn als in het Standaardnederlands. Willen we een overzichtswerk hebben van de syntaxis van het Nederlands dan is een beschrijving van het Standaardnederlands op dit moment om praktische redenen het hoogst haalbare; dit is dus niet omdat het Standaardnederlands op intrinsieke gronden te prefereren zou zijn, maar omdat het nu eenmaal beter onderzocht is.

bron: Van der Sijs e.a., Dialectatlas van het Nederlands

Het is echter ook voor het variatie-onderzoek belangrijk dat tenminste één variëteit (die we in dit geval Standaardnederlands noemen) zo uitputtend mogelijk beschreven wordt omdat het een referentiepunt kan vormen voor onderzoek naar de overige variëteiten: de SoD maakt het gemakkelijker om systematisch na te gaan in welke opzichten een specifieke variëteit zich “bijzonder” gedraagt. Zo vermeldt SoD voor het Standaardnederlands bijvoorbeeld ‘twee koffie, graag!’, terwijl elders ‘twee koffies, graag!’ gezegd wordt, met koffie in het meervoud.

Er zijn natuurlijk ook taalverschijnselen die we uitsluitend vinden in bepaalde (niet-standaardtalige) variëteiten. Een goed voorbeeld is zogenaamde vervoeging van het voegwoord, zoals in de zin Ik denk niet datte ze komen, die we vinden langs de Hollandse kust. Het is daarom wenselijk als de beschrijvingen in SoD aangevuld zouden worden met deelbeschrijvingen van andere taalvariëteiten. Een voorbeeld van hoe een dergelijke aanvullende beschrijving eruit zou kunnen zien is te vinden op het Taalportaal, waar een beschrijving van het Fries te vinden is voor zover dat afwijkt van het Standaardnederlands. De SoD zou zo de kern kunnen vormen van een beschrijving van de Nederlandse syntaxis in de ruimste zin van het woord, waarin ook plaats is voor niet-standaardtalige taalvariëteiten van het Nederlands. De vraag of SoD thuishoort op het Meertens Instituut moet daarom met een volmondig “ja” beantwoord worden.

Meer informatie?

Alle zeven dikke delen van de imposante Engelstalige grammatica van het Nederlands, Syntax of Dutch, geschreven door Hans Broekhuis en anderen, zijn nu gratis als pdf-bestand te downloaden bij de open access-bibliotheek OAPEN.

Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief (januari 2019) van het Meertens Instituut. Heeft u een vraag voor het instituut, stuur dan een mail aan de redactie. Ook interesse in de nieuwsbrief? Klik hier voor meer informatie.