31 oktober 2019

KNAW brengt advies uit over een sterkere positie van de Neerlandistiek

Op verzoek van de minister van OCW heeft de KNAW een advies uitgebracht over de situatie bij de universitaire opleidingen Nederlandse Taal en Cultuur. Het advies werd geschreven door een commissie onder voorzitterschap van Lex Heerma van Voss (Huygens ING en Universiteit Utrecht). Marc van Oostendorp (Meertens Instituut en Radboud Universiteit) maakte ook deel uit van de commissie. 

bron: KNAW

Houd de vijf bestaande opleidingen Neerlandistiek in ons land, in Amsterdam, Utrecht, Groningen, Leiden en Nijmegen, in stand en bescherm ze de komende tijd. Laat de academische Neerlandistiek zich heroriënteren op zijn positie tussen brede bachelors en nieuwe vakgebieden.

Maak het schoolvak Nederlands aantrekkelijker en inhoudelijk interessanter, en stimuleer op alle mogelijke manieren dat er meer academisch gevormde leraren voor de klas komen. Richt een Kamer Neerlandistiek in om samen met vwo en hbo te werken aan een betere positie van het vak. Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen uit het advies Nederlands verdient meer van de KNAW, dat op 30 oktober 2019 is verschenen.

Vanwege de dramatische daling van het aantal studenten Nederlands (van 600 in 2009 naar nog maar 200 in 2018) had de minister de Akademie gevraagd om een analyse van het probleem, en een voorstel om de instroom van studenten te vergroten.

Het Nederlands kampt met een dubbel probleem: leerlingen op havo en vwo vinden het een saai en weinig nuttig vak. Het tweede probleem is dat scholieren denken dat de Neerlandistiek op de universiteit net zo saai is, en dat je er alleen leraar mee kan worden. Veel scholieren vinden dat geen aantrekkelijk perspectief. Maar een universitaire opleiding Neerlandistiek is in werkelijkheid veel interessanter en uitdagender dan het schoolvak. En dat je na een studie Neerlandistiek in de eerste plaats leraar wordt klopt niet: vier op de vijf afgestudeerden vinden elders een baan.

Aan de universiteiten ondervindt de studie Nederlands de laatste decennia sterke concurrentie van nieuwe 'brede' studierichtingen, zoals taal- en cultuurstudies, mediastudies of opleidingen liberal arts and sciences, die veel studenten trekken. Zo wordt de Neerlandistiek zelf steeds minder zichtbaar, en verdwijnen leerstoelen.

De Akademie pleit er, gezien het belang van de Neerlandistiek voor de Nederlandse samenleving allereerst voor om de bestaande volledige studierichtingen Nederlands voorlopig te ontzien, en te versterken. Maar tegelijkertijd moet het vak zich bezinnen op de veranderende context waarin men werkt. Hoe breed en diep wil de Neerlandistiek eigenlijk zijn, wat betekent dat voor de inrichting van de studie, en voor welke beroepen wil die opleiden?

Met de terugloop van de studentenaantallen droogt op den duur ook de stroom academisch gevormde, eerstegraadsleraren op. Dat is een acuut probleem. Om het tij te keren zijn er naast langetermijnmaatregelen ook een aantal praktische oplossingen als een financiële tegemoetkoming voor studenten die een tweede onderwijsmaster doen.

Om dit complex van problemen het hoofd te kunnen bieden zouden alle Neerlandici, van universiteiten, uit het hoger en voortgezet onderwijs en andere sectoren, voor langere tijd intensief samen moeten werken. De KNAW adviseert om daarvoor een Kamer Neerlandistiek in te stellen, ondergebracht bij het al bestaande Talenplatform. Een van de eerste taken van die kamer is om in gezamenlijk overleg een plan voor de komende drie jaar te maken voor de gehele discipline. Daarom moet de kamer uit gezaghebbende personen uit alle sectoren bestaan.

Het advies Nederlands verdient meer. Hoe de aantrekkelijkheid van de studie te vergroten werd geschreven door een divers samengestelde commissie onder voorzitterschap van Lex Heerma van Voss, directeur van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Het volledige rapport is te downloaden op de website van de KNAW.