Uitgelicht
Publicatiedatum: 27 maart 2020

Waarom de passie zo populair is in Nederland

Anders dan in andere jaren verschijnt het traditionele nieuwjaarsboekje van het Meertens Instituut dit jaar in aanloop naar Pasen. Dat heeft alles te maken met het onderwerp. Ernst van den Hemel is religiewetenschapper aan het Meertens Instituut en schreef het boek Passie voor de passie
 
door Mathilde Jansen
 
Het passieverhaal geniet in Nederland een ongekende populariteit. “Als je het allemaal bij elkaar optelt, opvoeringen van de Matthäus-Passion, het televisieprogramma The Passion en allerhande andere passiespelen, dan kom je uit bij miljoenen mensen die elk jaar een vorm van een passiespel genieten”, zegt Ernst van den Hemel. Hij deed jarenlang onderzoek naar de verschillende manieren waarop in Nederland het paasverhaal wordt vertolkt. In zijn boek Passie voor de passie, dat binnenkort in de winkels ligt, onderzoekt hij welke betekenis het passieverhaal heeft voor Nederlanders in de 21ste eeuw. 
 
Lange traditie
 
De Matthäus-Passion kent in Nederland een lange traditie. Het in 1728 gecomponeerde stuk van Bach werd begin negentiende eeuw door Mendelssohn herontdekt en opnieuw opgevoerd in 1829. In 1870 werd het voor het eerst ten gehore gebracht in Rotterdam, en in 1899 door het Amsterdamse Concertgebouworkest onder leiding van Mengelberg. Niet lang daarna komen daar nog de concerten in Naarden bij. “Daar begint een jaarlijkse traditie”, vertelt Van den Hemel. “De Matthäus-Passion wordt al snel gezien als een vorm van cultureel erfgoed. Er werden ook veel debatten gevoerd over de manier van opvoeren: moest dat net zoals in de tijd van Bach, in de kerk of juist in het concertgebouw, en wanneer mocht je wel of niet klappen. Ook werd de Matthäus-Passion in de twintigste eeuw steeds meer gezien als  een nationaal ritueel, en werd het verbonden met de Nederlandse identiteit.”
 
In de 21ste eeuw zie je opeens heel veel verschillende vormen van de Matthäus-Passion opkomen: de meezingmatthäus, allerlei ingekorte versies, een kindermatthäus. “Mensen eigenen zich de Matthäus op nieuwe manieren toe”, aldus de onderzoeker. Ook de rol van religie wordt daarbij opnieuw vormgegeven. “Het is tekenend voor een tijd van ontkerkelijking. Hierin zie je dat bepaalde vormen van autoriteit wegvallen, maar dat betekent niet dat mensen hun interesse verliezen in aan religie ontleende praktijken. Mensen voelen zich minder terughoudend om op nieuwe manieren zelf deel te nemen aan het passieverhaal of er eigen emoties aan te verbinden.” 
 
Esthetische ervaring
 
Dat het publiek van ‘de Matthäus’ in onze tijd ook niet per se een religieuze achtergrond heeft, blijkt uit de interviews die Van den Hemel afnam onder bezoekers van de meezingmatthäus. Daaronder waren zelfs opvallend veel mensen die naar eigen zeggen atheïstisch waren. “Deze groep gaat het bijvoorbeeld veel meer om het samen zingen, of een vorm van verdieping vinden. Kortom: het is voor hen een esthetische ervaring waarbij ze zich niet per se gebonden voelen aan de kerkelijke interpretatie ervan. Opvallend is dat veel ongeloven daarbij wel in religieuze termen spreken over de Matthäus-Passion, zoals bijvoorbeeld Maarten het Hart. Of Mark Rutte die zijn interview in Zomergasten begint met de woorden: ik twijfel over het geloof, maar als ik naar de goddelijke muziek luister die Bach gemaakt heeft kan ik er weer tegenaan. Dat is een manier van spreken over de Matthäus die heel breed gedeeld is.”
 
En ook bij het spektakel van The Passion is het een interessante vraag welke rol religie speelt. Een van de motieven van de organisatoren was om mensen meer geïnteresseerd in het bijbelse verhaal te krijgen. Daarom hebben ze bijvoorbeeld een aantal bijbelwetenschappers gevraagd om klaar te zitten achter sociale media om bijbelvragen van mensen te beantwoorden met #bijbelvraag. Tijdens The Passion in Leeuwarden hadden ook de kerken hun deuren geopend voor emotionele ondersteuning, maar er werd van beide initiatieven weinig gebruik gemaakt. 
 
Maar dat betekent volgens de onderzoeker niet dat religie geen rol meer speelt. “Als we het hebben over religie denken we veel te veel na over religie die alleen echte betekenis krijgt in kerken. Terwijl religieuze beleving al lang niet meer alleen in de kerken plaatsvindt, maar ook in rituelen als de Matthäus-Passion en The Passion. Religie is op drift geraakt. Het brede palet aan emoties dat de Matthäus aanboort draagt bij aan het grote succes. Ook The Passion zelf draagt dat uit. De verteller in het televisieprogramma onderstreept dat het paasverhaal voor iedereen is, of je nu gelooft of niet. Dat is volgens mij eigen aan wat passiespelen al generatieslang doen: ze zetten media in, zoals muziek, om emoties op te roepen bij een breed publiek. Bij het passieverhaal zitten ze allemaal naast elkaar: mensen voor wie het gewoon mooie liedjes zijn en mensen voor wie het een diep religieus verhaal is. Een divers publiek kan er zijn eigen emotie in kwijt. Dat werkt goed in de 21ste eeuw.”
 
Feest van verbinding
 
Het paasverhaal lijkt dus een feest van verbinding, het brengt gelovigen en niet-gelovigen bij elkaar. Dat is ook hoe de organisatoren van de Matthäus-Passion en The Passion het passieverhaal brengen: als het universele verhaal van hoop en verbinding, waarin iedereen zich kan herkennen. Toch valt daar wel wat op af te dingen volgens Van den Hemel. Door de grote nadruk op de individuele emotie zien we dat de betekenis van Pasen alle kanten op gaat. Sommigen verbinden Bach bijvoorbeeld aan indivdiuele zingeving, anderen zien er de superioriteit van de Westerse cultuur in. Zo kan je je afvragen wat het in dit tijdsgewricht betekent om het christelijke verhaal als universeel verhaal van verbinding te presenteren. “We leven in een tijd waarin religieuze diversiteit een heet hangijzer is. Kan iedere Nederlander zich vinden in het verhaal van Jezus Christus? Of sluipt er toch wat van het gepolariseerde maatschappelijke debat in?” 
 
Wanneer je deze vraag stelt word je in Nederland al snel gezien als spelbederver. Maar toch is het volgens de onderzoeker belangrijk om dit aan de kaak te stellen, zoals bijvoorbeeld ook in Duitsland met regelmaat gebeurt. “In Bachs tijd werd het passieverhaal ook verbonden aan afkeer tegen de christusmoordenaars, de joden. In de geschiedenis van het antisemitisme wordt de paastijd gezien als een notoir gevaarlijke tijd. Pasen is van oudsher dus niet alleen een periode waarin emoties van verbinding plaatsvinden, maar ook een waarin de scheidslijn tussen sommige groepen steviger wordt. En dat verlies je in veel hedendaagse verhalen over de passie, die gaan alleen over inclusieve verbinding. Wanneer je wat dieper graaft dan het beeld dat de organisatoren presenteren zien we dat het omarmen van The Passion of de Matthäus-Passion ook vandaag de dag gepaard kan gaan met afkeurende geluiden over andere religies, in het bijzonder de islam en het jodendom."
 

Pasen in tijden van corona

De publicatie van dit boek valt samen met een uitzonderlijke tijd, waarin kerken gesloten zijn wegens het coronavirus, maar waarin het zoeken naar verbinding urgenter lijkt dan voorheen. Wat voor paastijd staat ons te wachten? “Ik denk dat men veel toevlucht zal zoeken tot muziek en nieuwe vormen van ritueel”, zegt Van den Hemel. “De opvoering in Naarden gaat waarschijnlijk niet door, maar er zullen nieuwe vormen worden gevonden. Ik zag op sociale media al een opvoering van de Matthäus-Passion van conservatoriumstudenten, op balkonnetjes op het Javaplein. The Passion zou dit jaar plaatsvinden in Roermond. Ook dat gaat dit jaar niet door, maar de organisatoren zijn op zoek naar alternatieve vormen. Het idee dat passie zorgt voor verbinding, dat zou weleens versterkt kunnen worden in deze tijd. Ik verwacht wat dat betreft een intensere Pasen. Het gaat interessant worden hoe mensen emotie en ritueel tijdens deze uitzonderlijke paastijd vorm gaan geven.” 

Foto's: Ernst van den Hemel. 1) The Passion, 2) meezingmatthäus
Passie voor de passie is hier te koop.

Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier.