Maart 2024: Kun je zelf een groetcultuur creëren?
Gerda Blees zit vol goede ideeën. Elke week belt ze iemand met verstand van zaken op om een van haar ideeën voor te leggen voor de Volkskrant. Deze week: Leonie Cornips, sociolinguïst bij het NL-Lab en bijzonder hoogleraar Taalcultuur in Limburg bij de Universiteit Maastricht, over groeten.
Toen Gerda Blees in Woerden ging wonen, viel haar op dat mensen elkaar daar vaker groeten. Cornips heeft onderzoek gedaan naar hoe en wanneer mensen elkaar groeten en benoemt de rol van de situatie. “Groeten gebeurt op een plek waar je je wilt verbinden met anderen.” Maar groeten hangt ook van het individu af: “Ik groet zelf ontzettend veel, dat heeft mijn vader me geleerd, terwijl mijn man veel minder groet. Het heeft met achtergrond te maken en met aanleg. Dat zie ik in mijn onderzoek naar dierentaal. Koeien groeten ook, maar het verschilt per koe.”
Koeien groeten afhankelijk van de stal waarin ze staan, in een open stal worden mensen niet begroet, maar in een stal die is afgesloten wel. Vooral als er weinig verschillende mensen in die stal komen. “Net als mensen in een grote stad”, merkt Blees op. Maar ook daar moet het mogelijk zijn om een groetcultuur te creëren. Je hebt dan iets nodig wat mensen met elkaar verbindt, zegt Cornips. En als het gevoel van verbinding groot genoeg is, zal dat ook worden uitgebreid naar meer mensen. “Net als bij de koeien, die in een kleine afgeschermde stal iedere bezoeker een groet zullen toeloeien”, eindigt Blees.
Lees de column in de Volkskrant (19 maart 2024).