Limburgs op de digitale kaart
Het Limburgs kampt al jaren met een tekort aan digitale middelen en technische systemen om de taal en al haar dialecten te ondersteunen, bestuderen en toegankelijk te maken. Een nieuw project onder leiding van onderzoeker Leonie Cornips brengt daar verandering in.

Moderne technologieën en wetenschappelijk onderzoek op taalgebied zijn afhankelijk van ‘corpora’: grote databases met bronmateriaal zoals boeken, poëzie, internetblogs en gesprekken. Het Limburgs behoort echter tot de slechtst gedocumenteerde Germaanse talen. Dit zorgt ervoor dat de taal nauwelijks toegankelijk is voor onderzoekers, ontwikkelaars, onderwijs en overheden. Het gebrek aan digitale beschikbaarheid leidt tot een vicieuze cirkel waarin de zichtbaarheid, het gebruik en het prestige van het Limburgs verder afnemen.
Toch is er een groeiende belangstelling voor het Limburgs. Jongeren gebruiken de taal op sociale media, er is lokale literatuur, dialectwoordenboeken en theaterscripts. Wat ontbreekt, is een centrale en openbaar toegankelijke opslagplaats voor dit materiaal.
In een jaar tijd zet dit project, uitgevoerd door Andreas Simons onder leiding van Leonie Cornips, een digitale infrastructuur (digitale middelen en technische systemen om de taal op te slaan, te beheren en toegankelijk te maken) op om een Limburgs Corpus te verzamelen, beheren en aan te vullen. Aan het einde van het project zal een basisversie van het corpus beschikbaar zijn voor verder wetenschappelijk onderzoek en toepassingen in de industrie.