Maart 2025: “Ik wilde weten waarom veel jongeren zzeg maar zzo praten”
Taal laat zien wie we zijn, zegt onderzoeker Khalid Mourigh. In zijn nieuwe boek Denkend aan Hollands beschrijft hij hoe snel straattaal zich ontwikkelt en wat dat zegt over de Nederlandse identiteit.

Mourighs interesse in taal begon bij hem thuis. Op een vakantie in Marokko merkte hij dat hij een van zijn thuistalen niet zo goed beheerste als hij zou willen. Veel mensen denken dat jongeren ‘zzeg maar zzo praten’, met een lange z, omdat ze thuis veel Marokkaans spreken. Maar die jongeren speken de thuistaal vaak juist heel slecht. Mourigh: “Dat heb ik onderzocht in Gouda, waar zo’n tien procent van de inwoners Marokkaans-Nederlands is. Hun intonatie en accent klinken Marokkaans, omdat ze die al vroeg meekregen. Maar de jongeren die ik sprak, praten onderling Nederlands met elkaar.” Daardoor ontwikkelt hun Marokkaans veel langzamer dan hun Nederlands.
In zijn boek wil Mourigh taaldiversiteit laten zien en bewustwording creëren. “Veel mensen hebben een mening over straattaal: die allochtonen praten thuis geen Nederlands. Maar daar ligt het niet aan. Er ontstaat alleen een ander soort Nederlands dan jij in je omgeving hebt geleerd. Die ontwikkeling wil ik voor het voetlicht brengen, zodat er meer begrip ontstaat. Jongeren gebruiken onderling overal straattaal, van Amsterdam tot Brabantse dorpen en van straat tot klaslokaal. Daar kun je tegen ingaan, maar je kunt het ook accepteren. Het is niet zomaar een stom taaltje: het is heel creatief, met eigen regels en een systeem. Als je dat weet, gaat er een wereld voor je open.”
Lees het volledige interview in het Parool (10 maart 2025).