In de media

Maart 2025: Khalid Mourigh over straattaal

Over straattaal bestaan veel misvattingen. Taalkundige Khalid Mourigh ontkracht de vijf grootste mythes in Trouw en bespreekt de normalisering ervan in NRC. “Straattaal is allang niet meer ‘de taal van de straat’”.

Taal is meer dan alleen een manier om te communiceren. Hoe je praat heeft met je identiteit te maken, met hoe je in het leven staat of wilt staan. Maar wat betekent het dat het Nederlands steeds diverser wordt? Dat onderzoekt taalwetenschapper en antropoloog Khalid Mourigh in zijn net verschenen boek Denkend aan Hollands. Mourigh: “Straattaal heeft zich verspreid over heel het land. In de jaren negentig kwam het slechts in bepaalde wijken in de steden voor. Nu is het overal.”

Portretfoto van Khalid Mourigh met daarnaast de cover van zijn nieuwe boek Denkend aan Hollands, o.a. over straattaal.

Mythe 1: Straattaal zit vol Marokkaanse woorden

“Anders dan de meeste mensen denken, bevat straattaal juist weinig Marokkaanse woorden”, zegt Mourigh. “De basis is Nederlands, en veruit de meeste leenwoorden komen uit het Surinaams. Denk aan sma (meisje), doekoe (geld), jonko (joint), osso (huis), faja (vies) en tata (Nederlander).”

Mythe 2. Sprekers van straattaal hebben een Marokkaans accent doordat ze thuis nog Marokkaans praten

Veruit de meeste Marokkaans-Nederlandse jongeren spreken thuis alleen Nederlands, weet Mourigh. “Ook onderling spreken jongeren met Noord-Afrikaanse wortels hier al decennialang Nederlands.” Het Marokkaanse accent van straattaal is dus geen kwestie van ‘te veel’ Marokkaans praten, maar eerder een gevolg van bewuste cultivering. Mourigh: “Jongeren zijn een Marokkaans sausje over hun taal gaan gooien om zich te onderscheiden, om hun identiteit te markeren.”

Mythe 3. Straattaal is een achterlijk, gebrekkig taaltje

Mourigh: “Er is een kentering gaande. Straattaal wordt niet meer alleen afgekeurd, bij mijn presentaties merk ik dat er steeds meer acceptatie is. Ik probeer taalbewustzijn te creëren, zodat mensen weten hoe de taal in elkaar zit, waar de woorden vandaan komen. Het is niet de bedoeling dat het de dominante taal wordt of dat er boeken in geschreven worden. Maar wel dat mensen er een ander beeld van krijgen. Dat ze denken: het is eigenlijk best interessant en niet slecht. Het is gewoon een taalvariant.” Toch denkt Mourigh dat straattaal altijd als ‘minder’ gezien zal worden. “Daardoor blijft het ook bestaan,” zegt hij, “omdat het iets van jongeren is.”

Lees voor meer mythes de Trouw (met geluidsfragmenten voor correcte uitspraak) of NRC (voor abonnees, 14 maart 2025).