Uitgelicht

Relatiegeschenk: Gelukkig Nieuwjaar!

Het nieuwjaarsgeschenk van het Meertens Instituut staat dit jaar in het teken van de nieuwjaarstradities op het werk. Auteur is Eveline Doelman, etnologe aan het Meertens Instituut.

door Mathilde Jansen

Het nieuwste relatiegeschenk van het Meertens Instituut heeft zichzelf tot onderwerp. Het gaat namelijk over rituelen rond de jaarwisseling, en dan met name op de werkvloer. Denk daarbij aan het kerstpakket voor de werknemers, de nieuwjaarskaart of het nieuwjaarsgeschenk voor de zakelijke partners en de nieuwjaarsreceptie, die beide doelgroepen dient. Hoewel deze rituelen helemaal ingeburgerd zijn, geven ze toch elk jaar weer aanleiding tot discussie. Is een kerstpakket nog wel van deze tijd? Kunnen we de bonus niet beter besteden aan een goed doel? In deze discussie wordt ook de herkomst van de rituelen vaak bevraagd. Reden voor Eveline Doelman om hier een publicatie aan te wijden.

Veranderende rituelen

Doordat de discussie over onze nieuwjaarsgebruiken elk jaar weer oplaait, zijn ze nogal aan verandering onderhevig. Zo is het de laatste jaren steeds gebruikelijker om het kerstpakket helemaal te laten aansluiten op de wensen van het individu. Werknemers mogen zelf meedenken over de invulling van het kerstpakket. Toch zijn dit maar kleine veranderingen als we kijken naar de ontwikkelingen die de nieuwjaarsrituelen doormaakten in de negentiende eeuw, aldus Doelman. “De relatie tussen werkgever en werknemer en organisaties en hun contacten is gelijkwaardiger geworden; de rituelen zijn nu informeler. In plaats van hiërarchische orde drukken ze nu dank uit voor een goede samenwerking in het oude jaar en hoop op een voortzetting daarvan in het nieuwe. Maar ze zijn ook steeds meer een middel geworden om de identiteit van een bedrijf of instituut zichtbaar te maken.”

Het begin van onze jaarwisseling

Het geven van attenties op de werkvloer is een eeuwenoud verschijnsel. De Romeinen begonnen er al mee in de eerste eeuw voor Christus. Tussen baas en knecht bestond de gewoonte om met de jaarwisseling attenties uit te wisselen, evenals tussen handelspartners. Deze Romeinse gewoonte verspreidde zich over heel Europa. In de Middeleeuwen probeerden de kerken zich de jaarwisseling steeds meer toe te eigenen door de invoering van allerlei christelijke feestdagen. Overigens werd niet overal in Europa hetzelfde moment gekozen om het nieuwe jaar in te luiden. In sommige gebieden was het kerstfeest een afsluiting van het oude jaar, in andere gebieden het paasfeest. Pas in de zeventiende eeuw werd de periode van de jaarwisseling geüniformeerd in heel Europa.

Nieuwjaarsdag in de negentiende eeuw

De voorkant van het nieuwjaarsboekje – getiteld Gelukkig Nieuwjaar – laat een prent zien van een kind dat de deuren langsgaat om een nieuwjaarswens over te brengen. Dit was vroeger heel gebruikelijk. Niet alleen kinderen, maar ook armen klopten op 1 januari bij mensen aan om ze een goed nieuwjaar te wensen, in de hoop een lekkernij of een centje te ontvangen. Doelman: “Aan de wanorde en dronkenschap die dit met zich meebracht op straat en bij de mensen thuis kreeg men steeds meer een hekel, de behoefte aan privacy en huiselijkheid nam toe en onder invloed daarvan verdween dit nieuwjaarslopen. Tegelijk raakten andere rituelen in zwang die minder hiërarchie en sociale ongelijkheid uitdrukten.”

Nieuwjaarswens per post

Met de opkomst van het commerciële drukwerk werd het steeds gebruikelijker om schriftelijk een nieuwjaarswens over te brengen: door middel van een nieuwjaarskaart of een advertentie in de krant. Vooral plaatjes, zoals op de nieuwjaarskaart, boden ruimte om zichzelf zo origineel mogelijk te presenteren. Steeds minder speelden de nieuwjaarsrituelen zich op straat af. Wie nog wel langs de deuren gingen waren de bezorgers aan huis, zoals de postbode en de krantenjongen.

Nieuwjaarsrecepties

In de tweede helft van de twintigste eeuw kwam het steeds vaker voor dat notabelen en bestuurders nieuwjaarsrecepties gingen organiseren. In plaats van de mensen uit te nodigen bij hen thuis, vond de receptie nu plaats op het werk. Ook de toespraken werden gaandeweg meer uitbesteed. Het was dus niet alleen de burgemeester die het woord deed. Al met al werden de bijeenkomsten steeds informeler. Dat kun je ook afleiden uit het optreden van carnavalsfiguren die op cabarateske wijze terug gingen blikken op het voorbije jaar. De nieuwjaarstoespraken bij bedrijven zijn vooral in de jaren ’80 in opmars gekomen. Doelman:”Er ontstond steeds meer verloop op de werkvloer waardoor er meer rituelen nodig waren om stabiliteit te creëren.” En ook het kerstpakket heeft een dergelijke functie gekregen, legt de onderzoekster uit.

Kerstpakketten

Hoewel werkgevers al heel vroeg een geldelijke beloning kregen aan het eind van het jaar, werd aan het begin van de twintigste eeuw gestart met het verstrekken van kerstpakketten. Meestal bestond dat pakket uit lekkernijen, dat toen nog werd gezien als een luxe. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de kerstpakketten steeds meer een eigen karakter. En ook in onze tijd zie je dat werkgevers erg hun best doen om in het kerstpakket iets van de identiteit van het werk te laten zien, aldus Doelman: “Voor de werkgever is het pakket vooral een middel geworden om de werknemer aan zich te binden en saamhorigheid te creëren. Ook het versturen van nieuwjaarskaarten en relatiegeschenken hebben een dergelijk doel: de werkgever zet ze in om klanten en relaties aan zich te binden.”

Bijschriften bij de afbeeldingen: 1. Omslag van het nieuwjaarsboekje Gelukkig Nieuwjaar. 2. ‘Al wat wenschelyk is!’ Uit: A. Fokke Simonsz., De oude en jonge Janus, of Gedachten op den ouden- en nieuwenjaarsdag. Amsterdam 1807, tgo. 41. 3. Nieuwjaarskaart uit 1906 uit de collectie van de Historische Vereniging Arnemuiden.

 Gelukkig Nieuwjaar verschijnt deze maand als relatiegeschenk van het Meertens Instituut. Het is een uitgave van Amsterdam University Press en aldaar te bestellen. 

Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier