Meertens Instituut verwerft collectie Sinninghe
Het Meertens Instituut heeft de verzameling van Sinninghe bestaande uit tienduizenden sagen, legenden en sprookjes in eeuwigdurende bruikleen gekregen. Deze maakte voorheen deel uit van de Brabant-Collectie van de Universiteit Tilburg. De collectie is van nationaal en wetenschapshistorisch belang. Het Meertens Instituut beheert de grootste collectie volksverhalen in Nederland, en werkt sinds 1994 aan digitale ontsluiting via de Nederlandse Volksverhalenbank. In 2011 zijn aan het Meertens Instituut ook projecten gestart om de invoer van Nederlandse volksverhalen – inclusief contextinformatie – in de verhalenbank verder te automatiseren.
J.R.W. Sinninghe, die zijn carrière als journalist en publicist begon, is vooral beroemd geworden door zijn populaire provinciale volksverhalenboeken. Het betreft acht lijvige delen voor Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Sinninghe had van 1941 tot 1947 een aanstelling aan het Meertens Instituut (dat toen nog de Volkskundecommissie van de KNAW heette). Sinninghe schreef er onder andere aan de enige nationale catalogus van volksverhalen die er ooit is verschenen in Nederland, maar wel in het Duits: Katalog der niederländischen Märchen-, Ursprungssagen-, Sagen- und Legendenvarianten. (1943). Met name deze catalogus, evenals enkele wetenschappelijke artikelen, verschafte hem internationale bekendheid. Het materiaal waar Sinninghe in deze periode mee
gewerkt heeft, maakte al deel uit van de Meertens-collectie.
De Collectie Sinninghe herbergt 45 laden met in totaal zo’n 45.000 uitgetypte systeemkaarten en 29 verhuisdozen vol verhalen. Hierbij zit ook een kleine collectie met bandopnamen van vertellers die Sinninghe bezocht heeft. Het geluidsmateriaal zal op verzoek van de Brabant-Collectie met spoed gedigitaliseerd worden. De Collectie Sinninghe is voor het Meertens Instituut een omvangrijke volksverhalenverzameling van historisch belang die in het archief kan worden opgenomen.