Uitgelicht
Publicatiedatum: 8 juni 2018

Grootschalig onderzoek naar de taal van Nederlandse emigranten

Al eeuwenlang verlaten Nederlanders en Vlamingen hun land om elders een nieuw leven op te bouwen. Hun moedertaal geven ze vaak snel op in den vreemde, zo wordt gezegd. Maar hoe Nederlandse emigranten omgaan met hun taal en identiteit is tot nu toe nooit systematisch onderzocht. Nicoline van der Sijs wil daar verandering in brengen met het project Vertrokken Nederlands. 

door Mathilde Jansen

Na de Tweede Wereldoorlog vertrokken veel Nederlanders naar het buitenland om daar een nieuw leven op te bouwen. Canada, Australië en de Verenigde Staten waren populaire bestemmingen. De emigratiegolf werd gestimuleerd door de overheid, omdat er ruimte moest komen op de arbeids- en huizenmarkt. En ook de laatste jaren vertonen de emigratiecijfers weer hoge pieken.

Anders dan in de jaren 50 trekken de huidige emigranten eerder naar een naburig land, dan naar een ander continent. Ook spelen economische motieven vandaag de dag een minder grote rol bij emigratie. Hoewel economische welvaart emigratie nu misschien vaker mogelijk maakt. Bovendien zijn er onder de huidige emigranten veel mensen met een migrantenachtergrond, die terugkeren naar hun moederland. Ook vanuit Vlaanderen vertrekken steeds meer bewoners.

Van Nederlanders en Vlamingen wordt vaak gezegd dat zij in den vreemde hun moedertaal snel opgeven, om over te stappen op de taal die in het nieuwe land gesproken wordt. Zo deed de Groningse hoogleraar communicatiewetenschappen Kees de Bot onderzoek naar emigranten in Australië. De Nederlanders daar stapten massaal over op het Engels. Waarschijnlijk omdat ze onderling weinig contact hadden en omdat ze trots waren op hun vreemdetalenkennis. Maar dat geldt specifiek voor de deelnemers aan dit onderzoek in Australië, dat inmiddels meer dan 20 jaar oud is. Op grote schaal is naar het Nederlands in het buitenland maar weinig onderzoek gedaan. Daarom gaat een groep onderzoekers onder leiding van Nicoline van der Sijs nu van start met een pilot voor het onderzoeksproject Vertrokken Nederlands. Aan het project werken taalkundigen, letterkundigen en historici van het KNAW Humanities Cluster mee, en onderzoekers van verschillende universiteiten en de Nederlandse Taalunie. 

Ambassadeurs gezocht

Nicoline van der Sijs was al langer geïnteresseerd in Nederlands over de grenzen. Zo schreef ze de boeken Yankees, cookies en dollars. De invloed van het Nederlands op de Noord-Amerikaanse talen en Nederlandse woorden wereldwijd, over Nederlandse woorden die andere talen geleend hebben (http://www.meertens.knaw.nl/uitleenwoordenbank/). In het onderzoeksproject Vertrokken Nederlands gaat het vooral om de taal en identiteit van hedendaagse Nederlandse emigranten. Van der Sijs: “Vragen waarop we een antwoord zoeken, zijn bijvoorbeeld hoe de moedertaal van Nederlandse en Vlaamse emigranten verandert. Maar ook wat de houding van emigranten is tegenover de Nederlandse taal en de taal of talen van hun immigratieland. Of en hoe ze hun moedertaal doorgeven aan de volgende generatie  en hoe ze hun identiteit bewaren.”

Om die emigranten te bereiken wil ze in eerste instantie een groot netwerk creëren van wetenschappers en niet-wetenschappers. Onderzoek waarin ook mensen buiten de wetenschap een actieve rol spelen wordt ook wel aangeduid met de Engelse term Citizen Science, of in het Nederlands: Burgerwetenschap. Mensen in het buitenland die beschikken over een netwerk van Nederlandse emigranten kunnen zich aanmelden als ambassadeur. Via de Facebookgroep Vertrokken Nederlands – Emigrant Dutch kan iedereen observaties aandragen over het Nederlands dat in zijn of haar omgeving wordt gesproken. Ook bestaat de mogelijkheid om vragen aan onderzoekers te stellen of suggesties te doen voor onderzoeksvragen.

“Via onder meer internationale organisaties, docentennetwerken, sociale media en familieleden in Nederland en Vlaanderen willen we mensen oproepen mee te helpen met het grootste onderzoek dat ooit is uitgevoerd naar de positie van het Nederlands in het buitenland”, aldus Van der Sijs.

Vergelijkend onderzoek

Grootschalig onderzoek maakt het mogelijk om op den duur allerlei data met elkaar te vergelijken: de nieuwe taalvariëteiten zoals gesproken door hedendaagse emigranten kun je vergelijken met Nederlandse variëteiten die een oudere oorsprong hebben, zoals het Surinaams-Nederlands of het Afrikaans. Je kunt de taal van emigranten  vergelijken met de taal zoals die in Nederland en Vlaanderen wordt gesproken. Maar ook is het mogelijk om variatie van het Nederlands wereldwijd te onderzoeken: hoe verschilt het Nederlands in Australië van het Nederlands in Canada, en van dat in Zweden? En wat zijn de verschillen tussen generaties?

Hoe groot het onderzoek wordt is nog afhankelijk van toekomstige subsidies. Vooralsnog wordt een begin gemaakt met het aanleggen van een wereldwijd netwerk van Nederlandse emigranten. De Nederlandse Taalunie stelt hiervoor een subsidie beschikbaar. Als dit netwerk er eenmaal is, kunnen allerlei soorten onderzoek van de grond komen. En dan pas kunnen we met zekerheid zeggen of Nederlandse en Vlaamse emigranten wel of niet snel afstand doen van hun moedertaal.

Meer informatie

Iedereen die mee wil werken aan het onderzoek, ideeën heeft of gewoon op de hoogte gehouden wil worden van het onderzoek kan een berichtje sturen naar Nicoline van der Sijs: post@nicolinevdsijs.nl. Meer informatie over het project vindt u ook onder de eerste drie onderstaande links.

Bronnen

http://www.neerlandistiek.nl/2018/04/vertrokken-nederlands/

http://www.meertens.knaw.nl/vertrokken-nederlands/

https://www.facebook.com/groups/373691686482941/about/

http://www.geschiedenisbeleven.nl/ik-vertrek-emigratie-uit-nederland-vroeger-en-nu/

Foto: Tientallen Nederlanders aan de reling van een schip, wachtend op vertrek naar Australië terwijl familie op de kade toekijkt. Circa 1950. Nationaal Archief, geen copyrightrestricties bekend.