Uitgelicht

‘Een catchy tune, dat is alles’

De vijfde Louis Peter Grijp-lezing wordt op 10 mei uitgesproken door John Ashley Burgoyne. Hij doet onderzoek naar muzikale kenmerken die bepalen of een liedje blijft ‘hangen’. In zijn project Hooked on Music onderzoekt hij wat liedjes van het Eurovisie Songfestival herkenbaar maakt.

Door Mathilde Jansen

Wie muziek luistert via Spotify, krijgt op basis van zijn persoonlijke playlist vanzelf nieuwe liedjes aanbevolen. De lijst met muzikale eigenschappen die de streamingsdienst daarvoor gebruikt is openbaar, en die gebruikt Ashley Burgoyne dan ook graag in zijn colleges computationele muziekwetenschap aan de UvA. Hij trekt er veel studenten mee, vertelt hij enthousiast. “Niemand weet precies hoe het algoritme van Spotify werkt. Het is een black box, fantastisch lesmateriaal.”

Welke liedjes mensen nu precies leuk vinden is overigens niet de hoofdvraag van zijn onderzoek. Dat is vooral een vraag voor de grote techbedrijven. Zij hebben zoveel data, daar kunnen universiteiten niet aan tippen. Veel interessanter vindt de onderzoeker de manier waarop wij in de 21ste eeuw naar muziek luisteren. “Denk even precorona aan een volle trein: iedereen zin met een koptelefoon op muziek te luisteren en tegelijkertijd allerlei andere dingen te doen. We luisteren met gedeelde aandacht.” Dat verschilt nogal van een eeuw geleden. “Luisteren met verdeelde aandacht is nu de norm. Toch is daar nog heel weinig onderzoek naar gedaan. Ik wil weten wat er blijft hangen bij mensen die met verdeelde aandacht naar muziek luisteren en hoe dat per persoon verschilt.”

Niet ritme maar melodie

Een van zijn bekendste experimenten is het citizen science-project Hooked on Music. Het eerste experiment binnen dat project is al van een paar jaar geleden en ging over de populairste Britse popmuziek van de laatste decennia. In het experiment dat nu loopt krijg je als deelnemer muziekfragmenten te horen van het Eurovisie Songfestival. De muziek valt steeds een paar seconden weg, en dan moet je als luisteraar aangeven of het liedje daarna op het juiste punt weer verdergaat. “Het idee achter ons experiment is dat we een goede indruk krijgen van de muzikale kenmerken die lang blijven hangen, zelfs van muziek die je misschien maar een paar keer eerder hebt gehoord”, aldus Burgoyne.

Het eerste experiment had een aantal verrassende uitkomsten, vertelt de onderzoeker. Zo bleek melodie een van de belangrijkste kenmerken die ervoor zorgen dat een liedje blijft hangen. “Dat lijkt misschien niet zo opzienbarend, maar andere studies suggereerden dat ritme aan de basis lag. Toch vonden wij dat ritmische patronen voor je langetermijngeheugen veel minder belangrijk zijn dan melodie. En eigenlijk hadden we eerder verwacht dat het een combinatie van factoren zou zijn. Maar melodie vaagt als het ware alle andere aspecten uit. Een ‘catchy tune’, dat is alles!”

Makkelijker voor je hersenen

Maar wat is dat dan eigenlijk, een ‘catchy tune’? Die bestaat uit vier kenmerken, legt Burgoyne uit. Allereerst moeten er kleine herhalingspatronen in de melodie zitten. Wat ook belangrijk is, is dat de zang op de voorgrond staat. Dus als er gezongen wordt moet de muzikale begeleiding heel eenvoudig zijn zodat deze niet afleidt. Burgoyne: “Hoe meer afleidende aspecten van de muziek je hebt, hoe moeilijker het voor het langetermijngeheugen is om te herkennen.”

De laatste twee kenmerken hebben te maken met conventie. Een liedje moet een beetje lijken op andere liedjes, zodat het goed te herkennen is. En de afstand tussen de laagste toon en de hoogste toon mag niet te groot zijn – ook dat heeft met conventie te maken. “Het is makkelijker voor je hersenen als een liedje aan bepaalde verwachtingen voldoet. Er wordt ook weleens gezegd dat momenten van grote verrassing in een liedje zorgen voor een Hook – maar dat vonden wij dus niet!”

‘Slechts’ 20 procent

“In het geheel kun je zeggen dat dat klinkt als een redelijk saai recept. Maar in de praktijk laat het heel veel ruimte voor creativiteit. Wat het eigenlijk zegt is: de melodie is superbelangrijk; je moet een melodie hebben die goed past bij het genre waarin je werkt, maar hoe je dat doet dat kan natuurlijk op tientallen manieren. Bovendien: als er één recept was, dan had de industrie dat allang ontdekt.”

Niet onbelangrijk om te zeggen: de muzikale kenmerken die Burgoyne onderzoekt dragen slechts voor 20 procent bij aan de succesfactor van een liedje. 80 procent hangt af van niet-muzikale aspecten zoals promotie en advertenties. “Die 20 procent is wel een soort vuistregel. Ook studies uit de hit song science komen vaak uit rond de 20 procent. Je zou kunnen zeggen dat het een teleurstellend percentage is. Maar zo zie ik het niet. Het had immers ook zo kunnen zijn dat muziek helemaal niets doet en dat alles om de pr draait.  Voor mij als musicoloog is het belangrijk om te zien dat deze muzikale aspecten toch een verschil kunnen maken.”

Welke muziek blijft hangen is ook per persoon verschillend. Een deel van de individuele variatie wordt bepaald door de muziek die je hoort tussen je 15e en 25e levensjaar. Muziek die je tijdens die ‘kritische periode’ hoort zul je je altijd sneller herinneren dan andere muziek. Ook de muziek waarnaar je ouders luisterden toen zij jong waren heeft invloed; indirect zelfs die van je grootouders. Want als je jong bent hoor je gewild of ongewild muziek van je ouders, die ook weer beïnvloed zijn door hun ouders.”

Depressieve liedjes

In het experiment dat nu loopt draait het om de liedjes van het Eurovisie Songfestival. Hoe deze liedjes blijven hangen in het langetermijngeheugen is voor Burgoyne een razend interessante vraag. “Zelfs een Eurovisieliefhebber gaat niet dagelijks naar een playlist met Eurovisieliedjes van tien jaar geleden. Stel je hebt een liedje tien jaar geleden een aantal keer gehoord, maar daarna niet meer. Kun je het dan toch nog herkennen, en zo ja, op basis van welke kenmerken?”

Over de resultaten kan hij nu nog niet veel zeggen omdat het experiment nog loopt. Tijdens de lezing in mei is er hopelijk meer bekend. “Wat ik wel al zie is dat mensen liedjes van jaren geleden nog herkennen. En er zijn merkbaar verschillen in wat blijft hangen en wat niet.” Wat de onderzoeker wel alvast ontdekte samen met zijn studenten is dat Nederland op het Eurovisie Songfestival beter scoort met depressieve liedjes. “Voor de jaren vanaf 2013 zien we een correlatie: hoe depressiever het liedje, hoe beter de score. Het zou het succes van Duncan Laurence kunnen verklaren. Als het echt zo is dat de wereld een depressief liedje wil van Nederland, dan is Macrooy dit jaar geen kanshebber.”

Lees meer over de Louis Peter Grijp-Lezing op 10 mei 2021.

Deze lezing is nu terug te kijken via YouTube.
 

Beeld: Flickr, Alar Mägi via CC BY-NC-ND 2.0