In de media

April 2024: Lekker ordinair

De stijl van Y2K (Year 2000) is helemaal terug, en dat betekent lage broeken met erboven uitstekende strings, naveltruitjes, tatoeages en panterprint. Hoe verwarrend het is dat ‘ordinair’ opduikt in het modebeeld, bespreekt Angela Wals met Irene Stengs in de Volkskrant.

Ordinair staat voor een gebrek aan smaak. Het is een negatief woord, en toch duiken ordinaire dingen steeds meer op in het straatbeeld. Als zelfs de elite zich zo kan kleden, bestaat ordinair dan wel? En wie bepaalt wat het is? Die vragen stelt Angela Wals zichzelf en Irene Stengs, bijzonder hoogleraar antropologie van ritueel en populaire cultuur. Ordinair is afgeleid van het Latijnse ‘ordo’, wat rij, regelmaat, volgorde betekent. De oudste Nederlandse betekenis is: volgens de wet, wettig. Toen schoof de betekenis van wettig naar gewoon, alledaags. En vandaag de dag heeft ‘ordinair’ vooral een negatieve connotatie: gebrek aan smaak en beschaving.

Ordinair bij benadering

“Ordinair is altijd een waardeoordeel, je gaat het natuurlijk niet over jezelf zeggen”, zegt Stengs. Ze is geïnteresseerd in alles dat samenhangt met ‘gewoonheid’: “Wat als ordinair wordt gezien, of juist normaal, ligt aan de context waarin je je bevindt en de groep mensen waarvan je je wilt onderscheiden.” Ordinair bestaat dus eigenlijk niet, in elk geval niet als objectief gegeven, maar iedereen heeft er wel een idee bij, en een bijbehorend waardeoordeel. Dat de betekenis van ordinair nu weer verandert, komt door het toenemende gebruik ervan van de elite. Smaak is macht, en belangrijk is om te weten wat er ‘in’ is, en wat niet.

Kitsch

Stengs noemt deze kennis ‘vanafgewetendheid’. Tatoeages zijn een goed voorbeeld, ooit smakeloos en nu loopt iedereen er mee rond. “En toch is het onderscheid zichtbaar voor de connaisseurs,” zegt Stengs. De ene tatoeage getuigt van smaak, de ander juist van een gebrek eraan. Maar of iets ordinair is, hangt dus af van degene die er een oordeel over velt. Wie ‘in the know’ is en weet of iets modieus is of niet, kan een ordinair element ook tot kitsch verheffen. Stengs: “Toen ik studeerde had ik een koekoeksklok in mijn kamer, dat was natuurlijk een grap, want zo’n klok was enorm burgerlijk. Ik speelde met een element dat in andere interieurs mooi werd gevonden.” Ze schreef ook een boek over hoe André Hazes in status verschoof van ‘volks’ naar ‘van het hele volk’ toen hij na zijn dood een fenomeen werd en klassenbreed bon ton werd gevonden.

Angela Wels schrijft over haar verbazing naar bewust ingezette kitsch, maar ze wil eigenlijk zeggen dat ze jaloers is op de zorgeloosheid waarmee sommige mensen dat kunnen doen. Niet iedereen kan het zich veroorloven om er zogenaamd ‘ordinair’ bij te lopen.

Lees het hele artikel van de Volkskrant of bij De Morgen (voor abonnees, 18 april 2024).

Tramp stamp (tatoeage) op de onderrug
Beeld: Flickr.com (CC BY-SA 2.0 DEED)