Uitgelicht
Publicatiedatum: 2 oktober 2025

Kristel Doreleijers over jongerentaal als leermiddel

‘Ik loev het’, ‘die meisje’ of ‘tarpen’ in plaats van ‘praten’. Jongeren spelen vaak met woorden en grammatica om hun identiteit uit te drukken en groepsgevoel te creëren. Wat vaak als ‘fout’ wordt gezien, is voor taalwetenschapper Kristel Doreleijers een leermogelijkheid. In een nieuw project onderzoekt ze in hoeverre jongeren bewust grammaticale fouten maken.

Kristel Doreleijers geeft een workshop op het Dr. Mollercollege in Waalwijk, 2025

Door: Britt van Sloun

Jongerentaal is moeilijk te vatten. Als je denkt aan taal, dan denk je aan een vastomlijnde variëteit met eigen woorden, klanken en grammatica. Die eigenaardigheden heeft jongerentaal ook. Maar Meertens-onderzoeker Kristel Doreleijers legt uit dat het meer een ‘praktijk’ is dan een afgebakende taal. “Binnen een sociale context kan je taalgebruik aanpassen om op een bepaalde manier over te komen. Jongeren van 16-17 jaar zijn daar extra gevoelig voor. Ze zijn dan bezig met het vormen van hun eigen identiteit, het creëren van een groepsgevoel en er zit ook een beetje rebelsheid in.”

Jongerentaal is continu in beweging en aan verandering onderhevig. De afgelopen jaren zijn er al veel trends de revue gepasseerd. Op het woordniveau zijn er de afko’s, zoals esma (espresso martini) en kladiladi (klap die laptop dicht). “Deze bestaan al langer in studententaal, maar hebben weer een opleving gekregen,” vertelt Doreleijers. “Wat je ook veel ziet is spreken met een niet-standaardaccent, zoals bijvoorbeeld een Marokkaans of een Frans accent. Dus niet vader, maar vadèr. En op het niveau van grammatica spelen jongeren met werkwoordvolgordes. Dus niet ‘opeens zag ik hem daar’, maar ‘opeens ik zag hem daar’.”

Van ‘foute’ naar waardevolle taal

Mensen ontlenen prestige aan taal. Veel mensen denken dat wanneer je goed bent in Standaardnederlands, je hoger staat op de maatschappelijke ladder. Taalverandering staat voor -voornamelijk volwassenen- al snel gelijk aan taalverloedering. Maar Doreleijers ziet jongerentaal juist als een variant van het Nederlands. “Het is natuurlijk geen standaardtaal, wat veel mensen als de norm nemen voor wat goed of fout Nederlands is”, legt Doreleijers uit. “Maar al die variaties bestaan naast Standaardnederlands en dat is niet per se een bedreiging.”

Ze pleit er dan ook voor dat jongeren moeten leren wanneer welke taalvariant passend is. Dit wordt ook wel registergevoeligheid genoemd. “Standaardtaal kan heel stijf klinken in een informele setting. Dit wordt niet als fout gezien, maar het is misschien ook niet altijd het best passende register,” vertelt Doreleijers. “Het is denk ik een belangrijke taak van het onderwijs dat jongeren leren dat taal die afwijkt van de standaardtaal ook mag bestaan en een functie heeft. Jongeren moeten leren wanneer ze welke taal gebruiken.”

Taalvaardig met taalvariatie

Het vak Nederlands focust traditioneel op leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. “Maar wat zit daar nu onder? Wat is taal als fenomeen?”, zegt Doreleijers. Ze benadrukt dat het minstens zo belangrijk is dat jongeren begrijpen hoe taal werkt, varieert en verandert. Met een pas toegekende NWO Veni-beurs onderzoekt Doreleijers hoe jongerentaal ontstaat, zich verspreidt en sociale betekenissen krijgt. “Door dit in lesmateriaal te verwerken, hoop ik jongeren weer meer te enthousiasmeren voor het vak Nederlands.”

Volgens haar kun je taalvaardigheid ook prima trainen met inhoudelijke taalonderwerpen. “Zo kun je leerlingen een beschouwing laten schrijven over een taalkundig onderwerp dat hen interesseert. Op die manier oefenen ze niet alleen met de genrekenmerken en de argumentatie van een beschouwing, maar leren ze ook inhoudelijk meer over het onderwerp, bijvoorbeeld jongerentaal, dialect of meertaligheid.” Taalwetenschap in de klas laat leerlingen zien dat taal een studieobject is en het vergroot hun inzicht in hun eigen taalgebruik.

Behman en Alaa schrijven hun profielwerkstuk over jongerentaal en bezochten Kristel op het Meertens Instituut

Taalwetenschap in het curriculum

Taalwetenschap helpt jongeren bewust te worden van standaardtaal en taalvariatie. “Als je jongeren bijbrengt hoe de standaardtaal is ontstaan, welke maatschappelijke functie die heeft en hoe dialecten en jongerentaal zich verhouden tot elkaar, begrijpen jongeren beter waarom bepaalde vormen worden gebruikt. Hierdoor groeit hun taalvaardigheid, maar ook hun bewustzijn over taalkeuzes en register,” legt Doreleijers uit. Afwijken van de standaardtaal is volgens haar niet altijd verkeerd, maar kan juist functioneel zijn in bepaalde sociale contexten.

Docenten Nederlands worden vaak gezien als de bewakers van de standaardtaal. In het nieuwe curriculum verandert hun rol enigszins. Doreleijers legt uit dat het belangrijk is om docenten voldoende handvatten te geven om standaardtaal en variatie te combineren – iets waar ze met haar onderzoek en het te ontwikkelen lesmateriaal aan bij wil dragen. “Leerlingen nemen soms zelf de rol van expert op zich. Door jongerentaal, dialect en taal in Nederlandstalige hiphop in het curriculum te verwerken, wordt taalwetenschap relevant en toegankelijk voor leerlingen. Leerlingen ontdekken op deze manier hoe taal werkt, maar ook welke studie- en beroepsmogelijkheden erachter schuilgaan. Dit kan hun motivatie en interesse in het vak vergroten.

Taalvarianten als jongerentaal zijn dus niet per definitie ‘fout’, maar kunnen een waardevolle bron zijn om leerlingen taalbewust, taalvaardig en nieuwsgierig te maken. Door taalwetenschap onderdeel te maken van het curriculum Nederlands, leren leerlingen niet alleen correct te schrijven, maar ook de taal zelf te begrijpen als levend en veranderend fenomeen.


Kristel Doreleijers (1993) is Postdoctoraal Onderzoeker aan het Meertens Instituut. Ze studeerde Nederlandse taal en cultuur (BA), Neerlandistiek (MA) en Meertaligheid en taalverwerving (MA) aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in juni 2024 aan Tilburg University op dialectvariatie in Noord-Brabant. Bij het Meertens Instituut houdt Doreleijers zich vooral bezig met jongerentaal en taalvariatie op sociale media. Daarnaast zet ze zich in voor het bevorderen van taalkunde binnen het voortgezet onderwijs.

Meer weten?