Pinksteren
De naam Pinksteren is afgeleid van het Griekse woord ‘pentekoste’ dat vijftigste (dag) betekent. Het is het feest van de vijftigste dag na Pasen.
Christelijk pinksterfeest
In de christelijke kerken wordt herdacht dat de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen. Deze geschiedenis wordt beschreven in het Nieuwe Testament, De Handelingen der Apostelen 2:1-6. Op Pinksteren verspreidden zich tongen als van vuur over de apostelen. Deze begonnen daarop alle volken in hun eigen taal toe te spreken. Het betekende het begin van de verbreiding van het christendom.
Niet-kerkelijke (wereldlijke) pinksterfeesten
Aan de vrije dagen rond Pinksteren hebben zich in de loop der tijd ook allerlei feesten gehecht, die losstaan van de kerkelijke pinksterviering en die buiten worden gevierd, zoals schuttersfeesten, kermissen, wedstrijden, en voorjaarsfeesten. Deze festiviteiten waren niet altijd aan een bepaalde Pinksterdag gebonden. Sommige begonnen al op pinksterzaterdag. In verschillende plaatsen, o.a. in de Zaanstreek en Zeeland, werd en wordt een derde pinksterdag – pinksterdrie – gevierd op de dinsdag na Pinksteren.
Veel gebruiken zijn verdwenen, andere zijn onder voortdurende verandering blijven bestaan, of zijn weer in ere hersteld en hebben nieuwe vormen gekregen. Daarnaast zijn er ook steeds nieuwe evenementen bij gekomen. In Deventer wordt bijvoorbeeld het Pinksterkroonfeest en op Schiermonnikoog het Kallemooifeest gevierd, feesten die beide een lange geschiedenis kennen. In verschillende plaatsen worden jaarlijks kermissen of markten gehouden, zoals in Antwerpen de Sinksenfoor (Sinksen = Pinksteren), een van de grootste kermissen in Vlaanderen, en in Purmerend de bokkiesmarkt (veemarkt). Op Walcheren wordt met het ringrijden op Pinksterdrie een bekende traditie voortgezet. Nieuwe evenementen zijn bijvoorbeeld popconcerten, zoals het pinkpopfestival in Landgraaf.
Voorjaarsfeesten
De voorjaarsfeesten die vroeger algemeen met Pinksteren verbonden waren, zijn nu zo goed als verdwenen. In de negentiende eeuw kenden ze nog een ruimere verspreiding. Hun geschiedenis gaat terug tot de middeleeuwen. De historische gegevens zijn echter schaars en summier. De oudste vermeldingen dateren uit de zeventiende eeuw. De feestelijkheden en de samenstelling van de groepen feestvierders hebben in de loop van de tijd voortdurend veranderingen ondergaan en de vormen waarin de feesten voorkwamen, konden van plaats tot plaats verschillen.
Pinksterbloem of Pinksterbruid
Eén van de voorjaarsfeesten was de viering van de Pinksterbloem (in oostelijke provincies Pinksterbruid). Dit moet oorspronkelijk een feest geweest zijn waarop het mooiste meisje van het dorp of de buurt door de jongelingen tot pinksterbloem of -bruid werd gekozen en met bloemen werd versierd en gekroond; een feest waarbij huwbare, jonge mannen en vrouwen dansten, zongen en met elkaar kennis maakten. De bloem of bruid symboliseerde een nieuw begin, de aanvang van de zomer, en tegelijk vrijage en huwelijk. Maatregelen om de feesten te verbieden wegens overlast en misstanden zijn er waarschijnlijk al sinds de late middeleeuwen geweest, maar zijn pas vanaf de zeventiende eeuw bekend. Uit die verordeningen blijkt ook dat het feest toen al veranderd was in een feest waaraan vooral kinderen deelnamen. Daarbij trokken jonge meisjes, versierd als pinksterbloem of pinksterbruid, door dorp of buurt. Ze werden begeleid door een gevolg van vrienden en vriendinnen, die liedjes zongen en snoep en geld ophaalden. Dit lopen of omgaan met de Pinksterbloem kwam in verschillende vormen overal in het land voor en bleef ondanks verboden vanwege bedelarij en ander aanstootgevend gedrag tot in de achttiende eeuw bestaan. Sindsdien raakte het langzamerhand in onbruik. Dat gaf weer aanleiding tot pogingen het feest kunstmatig in stand te houden. In een aantal plaatsen in de oostelijke en zuidelijke provincies en op de Waddeneilanden komt het tot op de dag van vandaag voor, vooral als feest voor kleine kinderen en in georganiseerde vorm.
Pinksterkroon en Kallemooi
Een andere vorm van de pinkstervoorjaarsviering is het feest van de Pinksterkroon.
Bij het lopen met de Pinksterbruid werd wel een met bloemen versierde krans of kroon boven het hoofd van de bruid gedragen. In sommige plaatsen werd ook een versierde krans opgehangen boven de straat. Degene die daaronderdoor liep moest tol betalen. Net als de Pinksterbloem en -bruid komt de Pinksterkroon nog incidenteel voor, vooral als georganiseerd kinderfeest.
In Friesland en op de Waddeneilanden werd om de kroon heen gedanst en gezongen. Dat gebeurde ook in Deventer. Uit een verbodsbepaling in 1679 blijkt dat jonge meisjes en kinderen daar op de pinksterdagen onder kronen zaten die over de straat heen waren opgehangen, en daaronder dansten en zongen. Wegens onbetamelijk gedrag en ontering van de heilige dagen werd dat verboden. In 1704 werd het opnieuw verboden. Het feest bleef in Deventer echter bestaan. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw wordt het georganiseerd door buurtcommissies, niet uitsluitend als kinderfeest, maar voor de hele buurt. Tegenwoordig wordt het feest door het stadsbestuur niet meer verboden, maar juist aangemoedigd. Het wordt gezien als middel om de sociale cohesie in gesaneerde wijken te bevorderen. In 1982 is de Pinksterkroon weer in ere hersteld in het Noordenbergkwartier, waar hij in de jaren zestig door de wijksanering verdwenen was. De gehele buurt danst rond de kroon die intussen de vorm heeft gekregen van een kunstboom, een paal versierd met hoepels, lampions, slingers en papieren bloemen. Het feest is opgezet om buurtbewoners met elkaar kennis te laten maken. De Pinksterkroon is niet langer een kennismakingsplek voor mannen en vrouwen in huwbare leeftijd. Wel kan er nog gedanst worden. Dit ‘rozen’ vindt plaats op eerste en tweede pinksterdag.
Op Schiermonnikoog kent men een vergelijkbaar feest, de Kallemooi. Daar wordt op pinksterzaterdag een haan ‘gestolen’ van een van de eilandbewoners. Deze wordt met eten en drinken in een mand aan een paal (de Kallemooi – de naam is waarschijnlijk een verbastering van kale mei(boom) – ) gehangen. De paal wordt, voorzien van de Kallemooi-vlag, op pinksternacht om ongeveer 23:30 uur geplant door de elf leden van de feestcommissie. Deze zijn herkenbaar aan hun half-hoge hoed met wit-groen lint en een rozet op de revers. Na het planten van de paal wordt het Kallemooibitter geschonken in het nabijgelegen hotel. Op pinsterdrie wordt de boom weer ontmanteld. De pinksterkermis maakt traditiegetrouw deel uit van het feest. Kallemooi wordt nu nog alleen op Schiermonnikoog gevierd. Uit de achttiende eeuw dateert ook een vermelding uit Zoutkamp (Groningen).
Kermissen, markten, wedstrijden
Op de vrije pinksterdagen vinden van oudsher nog allerlei andere festiviteiten plaats. Vooral pinkstermaandag en pinksterdrie waren de dagen waarop kermissen, markten, bedevaarten, processies, schuttersfeesten en andere wedstrijdfeesten werden gehouden, vaak in combinatie met elkaar.
Het gedrag op kermissen en markten gaf regelmatig aanleiding tot verbodsbepalingen. In 1729 werd bijvoorbeeld in Scheveningen de kermis in het Haagse Bos verboden. Berucht was in die tijd ook de pinksterkermis in de Haringpakkerij in Amsterdam.
In Antwerpen wordt nog steeds de Sinksenfoor gehouden. Een andere pinkstermarkt met een lange geschiedenis is de bokkiesmarkt (veemarkt) in Purmerend op pinksterdrie. Het verhaal gaat dat de Spanjaarden in 1574 bij Zaanse Schans op eerste pinksterdag werden verslagen. Op de tweede dag zouden de Spanjaarden gevlucht zijn en om dat te vieren hebben de Zaankanters aan de pinksterdagen een derde dag toegevoegd. Dat zou het begin zijn geweest van de markt in Purmerend. Hoewel de belangstelling afneemt, wordt de markt nog steeds gehouden, maar niet meer in de eerste plaats als veemarkt.
Schuttersfeesten met Pinksteren werden vooral in Brabant en Limburg gevierd, maar kwamen ook in Gelderland en Zeeland voor. In de zestiende eeuw hielden de Amsterdamse schutters nog hun pinksterwedstrijden in de Haarlemmerhout. Voet-, kruis-, en handboogschieten en vendelzwaaien zijn belangrijke onderdelen van de feesten. Ook kermissen en processies maakten er soms deel van uit, zoals in Munstergeleen in 1965. Pinksterschuttersfeesten worden tegenwoordig nog in verschillende plaatsen in Limburg gehouden.
Beroemde nog bestaande pinksterbedevaarten zijn de Mariabedevaart naar Halle en die naar de kapel van de Heilige Amalberga in Temse (beide in Vlaanderen).
Een bekend wedstrijdsfeest dat op pinksterdrie in Zeeland in ere wordt gehouden is de ringrijderij op Walcheren. Zeeuwse jongens en mannen in klederdracht gaan te paard in volle draf over de baan om met een houten lans voorzien van stompe ijzeren punt de ring te steken. De Zeeuwse trekpaarden waarop gereden wordt, zijn ongezadeld. Vaste elementen zijn verder o.a. het rondrijden van de winnaar over de baan met een zijden lint en het trakteren van de winnaar op een borrel. In veel dorpen op Walcheren werden vroeger de wedstrijden gehouden. De vermeldingen voor Middelburg gaan terug tot 1687. Het ringrijden komt nu nog voor in Oostkapelle en Zoutelande.
Literatuur:
J. ter Gouw, De volksvermaken (Haarlem 1870).
C.C. van de Graft, Nederlandse volksgebruiken bij hoogtijdagen (ingel. en opnieuw bew. door T.W.R. de Haan, Utrecht enz. 1977).
J.H. Kruizinga, Levende folklore in Nederland en Vlaanderen (Assen 1953).
K. ter Laan, Folkloristisch woordenboek (Den Haag 1974).
S.J. van der Molen, Levend volksleven (Assen 1961).
S.J. van der Molen, Onze folklore (Amsterdam 1980).
M. Wingens, ‘De Pinksterkroon is weer in ’t land, hoezee! Het Pinksterkroonfeest in Deventer’, in: Volkscultuur 6 nr. 2 (1989) 7-30.