April 2011: Worden nieuwe woorden als twitteren en sms’en ook in dialect overgenomen?

Worden nieuwe woorden als twitteren en sms'en ook in dialect overgenomen?

Het antwoord wordt gegeven door Ben Hermans


Veelgebruikte woorden als twitteren en sms-en worden zeker door de dialecten overgenomen. Alle dialecten doen dat, zonder uitzondering. Dat komt simpelweg door het feit dat het fenomeen dat door die woorden wordt uitgedrukt ook populair is onder de mensen die een dialect spreken. Met andere woorden, omdat twitteren en sms-en populair zijn onder dialectsprekers gaan ze die woorden ook gebruiken. Dialectsprekers nemen nu eenmaal zelden of nooit de moeite om een volslagen nieuw woord te verzinnen om er iets mee aan te duiden dat nieuw is in hun maatschappij. Overigens is dat niet anders dan bij de sprekers van de standaardtaal. Die hebben immers ook het woord twitter overgenomen uit het Engels.

Productieve regels

Maar er moet wel opgemerkt worden dat de woorden die uit een andere taal geleend worden en zo binnendringen in de eigen taal, of het eigen dialect, zich wel aanpassen. Meer in het bijzonder kunnen we zeggen dat ze zich schikken naar de productieve regels van de taal of het dialect waarin ze binnendringen. Productieve regels zijn regels die vrijwel niet te onderdrukken zijn; waaraan niet te ontkomen valt, tenzij met veel oefening en training. Een voorbeeld van zo’n productieve regel van het Nederlands is, schrik niet: Final Devoicing. Probeer maar eens het Engelse woord bed uit te spreken. In het Engels moet je echt een stemhebbende d uitspreken. Een spreker van het Nederlands lukt dat niet, of alleen met de grootste moeite. Die maakt er bijna automatisch een t van, in de uitspraak. En dat komt door de productieve regel van Final Devoicing. Ook in de dialecten van het Nederland is deze regel productief en niet te onderdrukken.

He twittertj

Wanneer we nu weer teruggaan naar de woorden twitteren en sms'en, dan verwachten we hetzelfde, namelijk dat deze woorden zich aanpassen aan de productieve regels van Nederlands en de productieve regels van de dialecten. En inderdaad is dat zo, zoals we kunnen zien wanneer we het woord in de derde persoon zetten. We zeggen dan hij twittert, en niet hij twitters, zoals we zouden doen wanneer we de Engelse uitgang zouden gebruiken. Hetzelfde geldt voor de dialecten. In het Limburgs, bijvoorbeeld, is er een productieve regel die zegt dat de uitgang van de derde persoon –tj is; niet –t (zoals in het Nederlands), en niet –s (zoals in het Engels). Daarom zegt men in het Limburgs he twittertj, en niet he twittert, of he twitters.

De verwachting is ook dat nieuwe woorden zich niet aanpassen aan regels die niet productief zijn. Dit kan geillustreerd worden met een voorbeeld uit de Limburgse dialecten. In de dialecten van Midden-Limburg zijn er veel woorden met een –ntj, in plaats van –nt. Zo zegt men niet kant en lont, maar kantj en lontj. Dit is typisch een niet-productieve regel. Dat kan met al zien in de dialecten zelf, omdat niet alle woorden die eindigen op –nt, veranderen in –ntj. Ook in de dialecten zegt men vent en cent, en niet ventj of centj. Dat laatste kan alleen maar betekenen dat deze regel niet productief is in het Limburgs. De verwachting is nu dat nieuwe woorden die uit het Engels binnendringen in het Limburgs niet de regel ondergaan die –nt verandert in –ntj. Inderdaad is dat zo, zoals we kunnen zien aan een woord als trend. In de uitspraak eindigt dit woord op –nt (als gevolg van de productieve regel van Final Devoicing). Hoewel dit woord dus eindigt op –nt, althans in de uitspraak, ondergaat het niet de regel die –nt verandert in –ntj. De reden is dat deze laatste regel niet productief is.

Conclusie

Woorden die populair zijn en vaak gebruikt worden door sprekers van de standaardtaal worden in principe ook gebruikt door sprekers van een dialect; tenminste als het verschijnsel dat door die woorden wordt aangeduid ook populair is onder de dialectsprekers. Maar, de woorden passen zich tot op zekere hoogte aan aan de regels van het dialect. Om precies te zijn: ze passen zich aan aan de productieve regels van het dialect, maar niet aan de niet-productieve regels van het dialect.

Deze vraag werd gesteld door dhr. Kroonen uit Dordrecht
Afbeelding boven: twitteren in het Limburgs

Dit artikel is verschenen in de digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut. Ook abonnee worden? Klik hier