Promotie Lotte Hendriks
Lotte Hendriks verdedigt haar proefschrift met de titel Not another book on Verb Raising in de Senaatskamer in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden. Hendriks deed haar promotieonderzoek aan het Meertens Instituut.
Plaats en tijd: 7 februari, 16:15 uur, Academiegebouw Universiteit Leiden
Op donderdag 8 februari vindt er een workshop over werkwoordsclusters plaats ter ere van Lotte Hendriks' promotie.
Samenvatting van het promotieonderzoek:
In een Nederlandse bijzin staan alle werkwoorden achteraan: 'Ik vind dat Jan de wagen voor drie uur moet hebben gemaakt.' De volgorde van die drie werkwoorden varieert per dialect. In het noorden van het Nederlandse taalgebied vinden we gemaakt hebben moet. In het zuiden vinden we moet gemaakt hebben, en in het midden moet hebben gemaakt en gemaakt moet hebben. De overige twee denkbare volgordes, hebben gemaakt moet en hebben moet gemaakt, komen niet voor.
Als je niet-dialect sprekers vraagt deze zes logisch mogelijke volgordes te rangschikken van goed naar slecht, een nieuwe methode van onderzoek, geven ze allemaal dezelfde rangschikking. In dit proefschrift wordt uit deze rangschikking en uit de geografische verspreiding van de verschillende volgordes een cognitief model afgeleid, een grammatica, die kan verklaren waarom twee van de volgordes voor niemand mogelijk zijn en de vier andere volgordes wel. Ook kan deze grammatica verklaren waarom niet-dialectsprekers tot een gelijke rangschikking komen, en hoe deze woordvolgorde-variatie samenhangt met een ander grammaticaal verschijnsel: de mogelijkheid in zuidelijke dialecten om tussen de werkwoorden aan het eind van de zin iets niet-werkwoordelijks te zetten. Zoals 'goed' in de zin: 'Ik vind dat hij moet goed opletten'.
Naast de rangschikkingstaak is in dit proefschrift de combinatie van dialectologische en formeel-theoretische benaderingen van taalvariatie een belangrijke methodologische vernieuwing.