Sociolinguïstische en grammaticale sturing van taalvariatie
In dit project wordt taalvariatie onderzocht als een verschijnsel dat in sociale en culturele interacties optreedt maar wel afgebakend wordt door de (mentale) grammatica van de spreker. De interactie tussen de sociale betekenis van talige vormen aan de ene kant en de beperkingen van de grammatica aan de andere kant, zorgt voor complexe en meerlagige relaties tussen het individu en de wisselende groepen waarmee hij/zij zich identificeert.
Door die identificaties kan de spreker grammaticale beperkingen voortdurend opheffen in specifieke gesitueerde contexten en interacties. Dit perspectief maakt het mogelijk om te voorspellen welke talige vormen en structuren meer behoudend of juist vatbaar zijn voor variatie en verandering en voor zogenaamde ongrammaticale of onmogelijke constructies vanuit een dominant perspectief. Het project onderzoekt met name (i) het grammaticaal geslacht in het adnominale en pronominale domein zoals ‘de meisje’ of ‘het meisje die’, adjectivale inflectie ‘een grote boek’ en (ii) het pronominaal ‘er’ als in ‘Ik heb er drie gezien’ dat varieert in Nederlandse variëteiten en kwetsbaar is in situaties van taalcontact.
Onderzoekers: Leonie Cornips, Hans Broekhuis