Publicatie

Verschenen Boeken 2000

 


  Bedevaartplaatsen in Nederland deel 3
Limburg

Samenstelling en redactie Peter Jan Margry en Charles Caspers, m.m.v. Antoine Jacobs en Ottie Thiers


ISBN 90-6550-568-7
gebonden
1200 pagina's
Uitgeverij Verloren, 2000

Te verkrijgen in de boekhandel
€ 69,00

Limburg heeft sinds de introductie van het christendom een vrijwel ononderbroken cultuur van heiligenverering en bedevaarten gekend. Doordat de Reformatie en de Staten Generaal slechts een beperkte invloed hadden, ontstonden er in de zeventiende en achttiende eeuw veel contrareformatorisch getoonzette (Maria-)bedevaartplaatsen. In de negentiende eeuw introduceerden verschillende Limburgse parochies bijzondere devoties zoals van Apollonia, Brigida, Cornelius, Gertrudis en Rochus. Naast vele kleine bedevaartculten kent Limburg ook een relatief groot aantal belangrijke heilige plaatsen met een hoge ouderdom. St. Servaas en O.L. Vrouw Sterre der Zee in Maastricht, Het miraculeus H. Kruis van Wyck, St. Gerlach in Houthem-Sint Gerlach, het H. Sacrament van Meerssen, O.L. Vrouw in 't Zand te Roermond, O.L. vrouw van het H. Hart te Sittard en Gerardus Majella te Wittem hebben in de loop der eeuwen miljoenen bedevaartgangers getrokken en in kunsthistorisch en ritueel-devotioneel opzicht een rijke erfenis nagelaten. Maar niet alleen aan oude bedevaartplaatsen wordt aandacht besteed, ook aan nieuwe, niet-erkende culten van in Limburg actieve zieneressen en genezers als Martina, Jomanda en Nicole.  In totaal zijn in dit deel 210 bedevaartplaatsen op een wetenschappelijke doch leesbare wijze beschreven en geïllustreerd..

Serie Bedevaartplaatsen in Nederland


  Teedere quaesties: religieuze rituelen in conflict
Confrontaties tussen katholieken en protestanten rond de processiecultuur in 19e-eeuws Nederland

Peter Jan Margry


ISBN 90-6550-065-0
gebonden
844 pagina's
Uitgeverij Verloren, 2000
€47,00

Deze boeiende studie beschrijft en analyseert een weinig bekend strijdpunt dat de confessionele en politieke gemoederen in Nederland in de 19e eeuw voortdurend heeft beroerd: de manifestatie van religieuze rituelen in de openlucht. Het ging hierbij niet alleen om processies en processiebedevaarten, maar ook om begrafenissen, klokluiden, kruisplaatsingen, kerkwijdingen, ziekenbezoek, controverspredikaties, inhalingen et cetera. Volgens velen vormden deze rituelen een bedreiging voor de Nederlandse protestantse identiteit. Daarom werd, onder leiding van koning Willem I, actief opgetreden tegen deze katholieke gebruiken. Teedere quaesties geeft een geheel nieuw beeld van de openbare religieus-rituele cultuur in de 19e eeuw, met inbegrip van de materiële cultuur en van devotionele innovaties als 'stille omgangen' en 'processieparken'. Tevens biedt deze studie onverwachte perspectieven op de 19e-eeuwse politiek-maatschappelijke verhoudingen. Onverdraagzaamheid en vijandbeeld-vorming blijken een grote rol te hebben gespeeld in de totstandkoming van een grondwettelijk verbod op openbare religieuze rituelen. Ook de samenleving als geheel werd beïnvloed door de processiekwestie, die een aanmerkelijke invloed op het verzuilingsproces heeft uitgeoefend. 

Peter Jan Margry is cultuurhistoricus en sinds 1993 verbonden aan de afdeling Ethnologie van het Meertens Instituut te Amsterdam, waar hij als senior-onderzoeker verantwoordelijk is voor het onderzoek naar religieuze cultuur.
 


  Doe open Zimzim
Verhalen en liedjes uit de Utrechtse wijk Lombok

Theo Meder en Marie van Dijk


ISBN 90-6861-204-2
paperback
266 pagina's
Stichting beheer IISG, 2000

Het vertellen van volksverhalen en het zingen van liedjes wordt vaak geassocieerd met vroeger, toen men de tijd nog nam om een sprookje te vertellen of een lang geschiedenislied aan te heffen.

Veel edities met verhalen en liedjes hebben de blik dan ook op het verleden gericht. Doe open Zimzim bevat daarentegen louter verhalen en liedjes die vandaag de dag te horen zijn. De bloemlezing schetst het panorama van de mondelinge traditie in de multi-etnische wijken Lombok en Transvaal in de stad Utrecht.

Twee jaar lang trokken Meder en Van Dijk met hun taperecorder de wijk in om moppen en sterke verhalen, klapliedjes en feestrepertoire vast te leggen. Ze konden vaststellen dat de mondelinge overlevering nog steeds bloeit onder jong en oud, mannen en vrouwen, onder Nederlanders, Marokkanen, Turken, Surinamers, Polen, Tjsechen en Irakezen.

Doe open Zimzim laat zien dat ieder individu en iedere cultuur zo zijn eigen repertoire heeft, maar dat het in Lombok ook kan gebeuren dat mensen kennis hebben genomen van elkaars repertoire, traditioneel èn modern, van 'Drie schuintamboers' tot de kusliedjes van Tarkan.

Een bundel met kleurrijke illustraties en met liedjes in muzieknotatie voor eenieder die veel te maken heeft met de 'nieuwe Nederlanders' en hun cultureel repertoire en voor hen die daarvan kennis wil nemen.

Theo Meder studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en Marie van Dijk studeerde geschiedenis. Beiden zijn verbonden aan het Meertens Instituut.


  De magische vlucht
Nederlandse volksverhalen uit de collectie van het Meertens Instituut

Samengesteld en ingeleid door Theo Meder


ISBN 90-351-2147-3
paperback
276 pagina's
Uitgeverij Bert Bakker, 2000

Ieder mens kan een verhaal vertellen. En sommige mensen zitten er vol mee. Welbeschouwd zijn er in alle culturen en alle tijden verhalen verteld, ook zonder dat het handschrift of het boek daarbij als geheugensteun diende: ze zijn doorverteld van vader op zoon, van moeder op dochter.

Het Meertens Instituut in Amsterdam beheert een uitgebreid archief van mondeling overgeleverde verhalen. Collecties van verzamelaars als G.J. Boekenoogen, C. Bakker en A.A. Jaarsma worden er bewaard en bestudeerd. Van die rijke verzameling wil De magische vlucht een panorama schetsen. Theo Meder selecteerde daartoe niet alleen traditionele sprookjes en sagen, maar ook volksverhalen van recenter datum en zelfs de 'urban legends' die zich via internet verspreiden. Veel van deze verhalen uit het orale circuit behoren inmiddels tot ieders culturele bagage. Want wie kent het spookje niet van de wolf en de zeven geitjes? Wie kent er geen verhalen van spoken, tovenaars en heksen? Wie verteld nooit moppen over seks en vieze ziektes? Het zijn verhalen voor rond het kampvuur, bij de kapper of op een verjaardag – De magische vlucht bevat ze allemaal.

Theo Meder (1960) is neerlandicus en volkskundige. Hij promoveerde op het repertoire van de middeleeuwse sprookspreker Willen van Hildegaersberch. Sinds 1994 is hij verbonden aan het Meertens Instituut voor onderzoek en documentatie van Nederlandse taal en cultuur.
 


  Volkscultuur
Een inleiding in de Nederlandse etnologie

Onder redactie van A.J. Dekker, H.W. Roodenburg & G. Rooijakkers


ISBN 90-6168-634-2
445 pagina's
Nijmegen, SUN, 2000
€29,90

Met Volkscultuur verschijnt voor het eerst een toegankelijk overzicht van de Nederlandse volkscultuur in de vorm van een thematisch opgezet handboek. Er wordt ruim aandacht besteed aan de boeiende geschiedenis van het volkskundige onderzoek, waarin het denken over alledaagse cultuur in het Nederland van de negentiende en twintigste eeuw wordt weerspiegeld. Centraal staan de oude en nieuwe volkskundige inzichten met betrekking tot ruimtelijke, temporele en sociaal-culturele verschillen die als een rode draad door de thematische hoofdstukken lopen. De belangrijkste onderzoeksvelden van de hedendaagse volkskunde of etnologie komen in hun onderlinge samenhang aan de orde, zoals materiële cultuur, feesten en rituelen, orale en muzikal cultuur, feesten en rituelen, orale en muzikale cultuur alsmede religieuze volkscultuur. Dit boek biedt door de wijze waarop het de schone onschuld van triviale 'folklore' onderuithaalt, verrassende inzichten in onze alledaagse culturele categorieën.