Uitgelicht
Publicatiedatum: 3 mei 2013

Het Nederlandse koningshuis gaat met zijn tijd mee

Peter Jan Margry over de monarchie en het Oranjegevoel

door Mathilde Jansen

Met eieren of tomaten afbeeldingen van de leden van het koninklijk huis bekogelen. Op Koninginnedag – straks Koningsdag – kan het allemaal. En juist dat maakt dat de Nederlandse monarchie staat als een huis, aldus Peter Jan Margry: "Koningin Beatrix was de eerste koningin die op Koninginnedag van haar voetstuk stapte. Ze ging naar de mensen toe en werd als het ware één met haar volk."

Margry is etnoloog aan het Meertens Instituut. In het kader van 200 jaar koninkrijk schrijft hij mee aan een boek en werkt hij mee aan een collegereeks in Leiden, getiteld Orangisme van het volk.

Begin dit jaar stuurde Margry een enquête uit onder leden van het Meertens Panel over de monarchie en het Oranjegevoel. Ruim 1200 mensen vulden de enquête in. Conclusie: de positieve gevoelens jegens het koningshuis zijn groot.

Gedoogmonarchisten

Nederlanders zijn erg Oranjegezind, zo blijkt uit deze steekproef: "Een heel grote groep – 68 procent – is voor de monarchie, 18 procent is tegen en 14 procent vulde niets in." Maar die cijfers wil Margry wel nuanceren: "De voorstanders zijn niet allemaal vóór de monarchie. Onder deze groep is namelijk ook een groot aantal zogenaamde gedoogmonarchisten, voor wie het eigenlijk niet zoveel uitmaakt. Zij vinden het systeem zoals het er is wel goed, maar er zit een conditionaliteit aan vast. Zoals Beatrix het gedaan heeft was het goed, maar hoe Willem-Alexander het er vanaf brengt moeten we nog maar afwachten. Als die het minder gaat doen, kan hun opvatting omslaan."

"Die 68 procent is dus voor het koningshuis op de manier zoals het nu gebeurt. Ook vanuit de gedachte dat er geen beter alternatief is. Als je een president krijgt moet je ook maar afwachten wat voor persoon dat is. Bovendien is een presidentschap veel politieker georiënteerd en de kosten zijn waarschijnlijk niet minder. Opmerkelijk is dat onder de tegenstanders juist vaak verondersteld wordt dat het koningshuis veel hogere kosten met zich meebrengt dan een presidentschap. Mensen noemen bijvoorbeeld de dure paleizen, maar als de koninklijke familie eruit gaat, worden het monumenten en moet je ze nog steeds onderhouden. Ik denk dat de RVD nog een groot aantal zieltjes kan winnen door helderheid te geven in de financiën van het koningshuis."

Oranjegevoel

Uit de enquête blijkt dat de anti-monarchisten hun oranjegevoel anders definiëren dan de monarchisten. Waar zij het Oranjegevoel vooral associëren met sport, denken de monarchisten bij oranje onmiddellijk aan het koningshuis. Margry nuanceert ook deze term: "Het Oranjegevoel is eigenlijk meer een mediaterm dan dat mensen het voor zichzelf gebruiken. Niemand zegt: wat zit ik nu dik in mijn Oranjegevoel. Men voelt zich verbonden met de monarchie, het koningshuis of met de Oranjes. Er zijn overigens ook mensen die het Oranjegevoel verbinden met André Kuipers, met Nederlandse helden. Oranje staat dan voor succes en bijzondere prestaties."

Modern koningshuis

Dat toch zo’n groot deel van de Nederlandse bevolking positief staat tegenover de monarchie blijkt voor een groot deel de verdienste van Beatrix, aldus de onderzoeker: "Door het professionalisme van Beatrix is de monarchie veel sterker komen te staan. Maar ook door de openheid die zij heeft gegeven naar het volk toe. In de tijd van Juliana waren de verhoudingen nog heel hiërarchisch. Het defilé op Soestdijk – waarbij de bevolking op haar verjaardag naar haar toe kwam om geschenken te brengen – staat in schril contrast tot de Koninginnedag zoals we die tegenwoordig kennen. Nu komt Beatrix zelf naar de bevolking toe."
 

Koninginnedag is letterlijk en figuurlijk met carnaval te vergelijken, waarbij de rollen van het dagelijks leven worden omgekeerd, zo stelt de onderzoeker. "Het koninklijk huis legt tijdelijk zijn verhevenheid af; op alle fronten wordt duidelijk gemaakt dat de Oranjes ook maar gewone burgers zijn zoals wij allen."

Ook koning Willem-Alexander zet deze traditie voort. Alleen al de kroningsmunt geeft daar blijk van, volgens Margry: geen regalia op de achterkant, maar gewoon een tekening van een volkse massa. En ook als kroonprins deed Willem-Alexander tijdens Koninginnedag enthousiast mee met de activiteiten. "Mede dankzij deze inversie kan de samenleving zich verzoenen met het anachronistische fenomeen van de erfelijke monarchie. Overigens stoorden diverse respondenten zich aan een uiting van die inversie: het wc-pot gooien door de kroonprins."

Het Nederlandse koningshuis gaat dus met zijn tijd mee. Niet alleen door af te dalen naar het volk, maar ook door prinsen en prinsessen met burgerjongens en burgermeisjes te laten trouwen, aldus Margry. "Omdat we steeds vers burgerbloed krijgen in de koninklijke familie is er geen sprake van inteelt. Tot in de 19e eeuw kwam dat op grote schaal voor in de vorstenhuizen van Europa. Wat als risico met zich meebracht dat je half psychiatrische patiënten op de troon kreeg. Ook de mogelijkheid tot abdiceren is vrij uniek. Kijk maar naar Spanje waar het gebruikelijk is dat de koning blijft zitten tot hij overlijdt. Daar zouden ze nu graag een voorbeeld nemen aan Nederland."

Typisch Nederlands

Behalve modern, is het koningshuis hier typisch Nederlands, meent Margry: "Ondanks alle bezwaren tegen de kosten, die er altijd zijn geweest, hebben we in vergelijking met andere landen altijd een heel goedkoop koningshuis gehad. Wilhelmina bijvoorbeeld ging na haar trouwen aan het Lange Voorhout wonen. Het was een stadspaleis, maar in feite gewoon een rijtjeshuis. Verhoudingsgewijs biedt de Nederlandse monarchie een weinig theatrale vorm van monarchie. En bijvoorbeeld die gouden koets die hebben ze zelf nooit willen hebben, omdat ze hem eigenlijk overdreven vonden." Doe maar gewoon! lijkt dus ook het motto van de Nederlandse Oranjes.

Foto's: Koninginnedag 2004 door Irene Stengs

Lees hier ook het essay dat Peter Jan Margry schreef naar aanleiding van de troonswisseling: 'Mobocratie' gedoogt Oranje.

Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief (mei 2013) van het Meertens Instituut. Ook interesse in de nieuwsbrief? Klik hier voor meer informatie.