In de media

September 2024: Jongerentaal in marketingfilmpjes

Als je zelf actief bent op de socials, is het je waarschijnlijk niet ontgaan: verschillende bedrijven en organisaties plaatsen marketingfilmpjes van medewerkers van middelbare leeftijd (of ouder) die producten en diensten aanprijzen in een taal die eigenlijk niet bij hen past. Kristel Doreleijers schreef erover op NEMO kennislink.

Zwart-wit foto van een grijze achtergrond met in lichtjes het woord "slay" als voorbeeld van Gen Z-taal.
Beeld: Pexels

Een restauranteigenaar promoot zijn nieuwe herfstkaart als giving en zijn keuken als very demure, very mindful. En een medewerker van het UMC Amsterdam spreekt zijn kijkers aan met besties, herinnert ze eraan dat brat summer voorbij is, en terwijl hij in zijn surgeon era is, benoemt hij allerlei zaken in het ziekenhuis die slay zijn. No cap! Het idee achter de filmpjes is dat jongeren uit Generatie Z (geboren tussen circa 1997 en 2012) een script schrijven voor marketingfilmpjes die hun oudere collega’s moeten opnemen. Zo worden zij geconfronteerd met woorden die ze zelf nooit zouden gebruiken – en mogelijk zelfs helemaal niet kennen. Maar ze moeten ze wél uitspreken. Dat levert ongemakkelijke filmpjes op. Hoe komt het eigenlijk dat we er met kromme tenen naar kijken?

Doreleijers legt uit hoe het taalgebruik altijd heeft verschild per generatie, maar ook dat taal evolueert en er dus nieuwe woorden in gebruik raken die mensen van een andere generatie niet gebruiken. “De taal is eigenlijk een weerspiegeling van de tijd waarin we leven. Als de samenleving verandert, verandert ook de taal.”

Lees het volledige artikel van NEMO kennislink (26 september 2024).