Publicatiedatum: 26 juni 2019

Lezingenmiddag: D.J. van der Ven – pionier, folklorist en verzamelaar. Zijn betekenis toen en nu

Op donderdag 21 november organiseert het Meertens Instituut een lezingenmiddag over de volkskundige publicist Dirk Jan van der Ven (1891-1973). Door zijn meer dan vijftig boeken, zijn vele artikelen, zijn films en zijn optredens in het land wist hij de volkskunde onder een breed publiek populair te maken.

Van der Ven bouwde gedurende zijn leven een omvangrijke verzameling op: zo’n honderd verhuisdozen boordevol boeken, tijdschriften, foto’s, artikelen, brochures en correspondentie. Deze materialen geven een uniek beeld van de beginperiode van de volkskunde, de verdere ontwikkeling ervan en de rol die Van der Ven en zijn vrouw Elise ten Bensel daarin hebben gespeeld. Na een eerste ontsluiting door het Nederlands Openluchtmuseum waar de collectie meerdere jaren was opgeslagen, is de collectie de afgelopen vijf jaar op het Meertens Instituut uit de verhuisdozen gehaald en voor onderzoek toegankelijk gemaakt.

Om dit te vieren wordt deze lezingenmiddag georganiseerd over D.J. van der Ven, zijn rol in de volkskunde van toen en zijn betekenis voor de etnologie van nu. Hierbij wordt aangehaakt bij het feit dat Van der Ven 100 jaar geleden, in september 1919, het Vaderlandsch Historisch Volksfeest in Arnhem organiseerde. Geïnteresseerden zijn van harte welkom om deze lezingen bij te wonen.

Aanmelden

De toegang tot deze lezingenmiddag is gratis. Gelieve aan te melden via communicatie@meertens.knaw.nl.

Programma

Dagvoorzitter: Peter Jan Margry (Meertens Instituut)

12.45 Ontvangst
13 uur Opening door Antal van den Bosch
(Directeur Meertens Instituut)

13.10 “Een waardevol bezit voor ons en het nageslacht”. Een kijkje in Collectie 174
Diedrik van der Wal (Collecties Meertens Instituut)

13.30 “Den bekenden folklorist[en] uit Oosterbeek”. Het echtpaar Van der Ven-ten Bensel geroemd en verguisd
Rob van Ginkel (Universiteit van Amsterdam)

14 uur Pauze
gelegenheid om filmbeelden en tentoongestelde stukken uit de collectie te bezichtigen

14.30 Van der Vens Vaderlandsch Historisch Volksfeest en de relatie met het Nederlands Openluchtmuseum
Ad de Jong (Nederlands Openluchtmuseum / Universiteit van Amsterdam)

15 uur De betekenis van D.J. van der Ven in het heden

Van der Ven, en nu?
Hans Piena (Nederlands Openluchtmuseum)

Van der Ven als pionier visualisering van immaterieel erfgoed
Albert van der Zeijden (Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland / Universiteit Utrecht)

Van der Vens betekenis voor de etnologie van nu
Sophie Elpers (Meertens Instituut)

16 uur Slotwoord door Peter Jan Margry
(Meertens Instituut)

Borrel
 

_________________________________________________________________

Abstracts

 

“Een waardevol bezit voor ons en het nageslacht”. Een kijkje in Collectie 174 – Diedrik van der Wal

De collectie D.J. van der Ven wordt geïntroduceerd aan de hand van een aantal opvallende of juist typerende stukken. Welke beelden van de volkskundige doemen op uit zijn papieren nalatenschap? Over grondige documentatie, verknipte boeken en een rijk foto-archief.

“Den bekenden folklorist[en] uit Oosterbeek”. Het echtpaar Van der Ven-ten Bensel geroemd en verguisd – Rob van Ginkel

In krantenartikelen werd Dirk Jan van der Ven na 1918 dikwijls aangeduid als “den bekenden folklorist”, al dan niet met de toevoeging “uit Oosterbeek”. In de marge kwam soms ook zijn vrouw Elise ten Bensel ter sprake. Beiden hadden naam gemaakt in de wereld van de volkskunde door hun organisatorische en publicitaire activiteiten, waarbij controverses zelden ver te zoeken waren. Bij het “grote” publiek vielen hun lezingen met lichtbeelden of films, verhalen onder de kop “folkloristische praatjes” of dito “omzwervingen”, publicaties, volksdansdemonstraties en dergelijke in de smaak. In academische kring werden zij echter met argwaan bekeken en bejegend. Juist daar zochten zij toegang. De echtelieden paarden een tomeloze energie aan een grenzeloze ambitie. Met de modernste middelen deden ze aan “salvage ethnography”; ze legden internationale contacten en probeerden nationale folkloreorganisaties bestuurlijk te veroveren en naar hun opvattingen te kneden. Die opvattingen waren – zoals bij veel tijdgenoten – cultuurnationalistisch van aard. Maar lenigheid van geest kon beiden niet worden ontzegd. De grootgermaanse gedachte bleek grote aantrekkingskracht op hen uit te oefenen en tijdens de Tweede Wereldoorlog lieten ze zich makkelijk voor nationaalsocialistische karretjes spannen. Maar ook in die kringen kleefden controverses hun aan. Na de bevrijding poogde het echtpaar de oude draad weer op te pakken en met enig succes: bij het grote publiek bleven zij “de bekende folkloristen”.

Van der Vens Vaderlandsch Historisch Volksfeest en de relatie met het Nederlands Openluchtmuseum – Ad de Jong

Op maandag 1 september 1919 barstte het grootste en langste feest los dat de stad Arnhem ooit gekend heeft: het Vaderlandsch Historisch Volksfeest. De jonge Arnhemse folklorist Dirk Jan van der Ven werkte een plan uit voor een bijna een week durend nationaal volksfeest in de openlucht, waarbij het pas voor het publiek geopende Openluchtmuseum in Arnhem een hoofdrol ging vervullen. Het was bedoeld als een nationaal feest om de afloop van de Eerste Wereldoorlog te vieren. Absoluut hoogtepunt was de grote folkloristische optocht door de stad. Bij het eindpunt verklaarde de burgemeester van Arnhem dat het feest een demonstratie is geworden van onze nationale eenheid.

Van der Ven had de volkscultuur in deze optocht tot een opvoering voor de massa gemaakt. Wat betreft het Openluchtmuseum vond hij dat het museum meer een school voor een krachtige nationale opvoeding moest worden dan een conserverend museum. Hij bood zich aan als vervanger van de zittende directeur om het museum in zijn geest te hervormen. Dit leidde na het feest tot een boeiende discussie in de wetenschappelijke Commissie van Bijstand van het museum. Sommigen waren onder de indruk van de aanpak van Van der Ven, die zou leiden tot hoge bezoekcijfers, maar de invloedrijke volkskundige prof. Jos. Schrijnen vond het feest een profanatie van de volkscultuur, die nóóit meer mocht plaatsvinden.

Het museum ontwikkelde zich hierna verder in de geest van Schrijnen en Van der Ven werd op afstand gehouden. Nadat Van der Ven tijdens de Tweede Wereldoorlog opnieuw een poging gedaan had het directeurschap te bemachtigen, was de verwijdering tussen het museum en hem compleet. Het is tekenend, dat niet het Openluchtmuseum zelf, maar de Vereniging Vrienden van het museum ten slotte erfgenaam werd van zijn bezittingen.

Van der Ven, en nu? – Hans Piena
 
Van der Ven is een van de reuzen op wiens schouders ik sta. Van der Ven ging er op uit. Alles wat bewoog en geluid maakte stond bij hem centraal: optochten, volksdans, ambachten, rituelen. Dat legde hij vast en haalde het binnen onze muren. Bovendien schreef hij zijn beweegredenen op. Daardoor weten we het waarom achter zijn werk en kunnen we er op voortborduren. Als kind van zijn tijd zag hij de volksculturele fenomenen als relicten van voorchristelijke culturen. Hij poogde die zaken levend te houden. Zelfs de rudimentaire geestestrekken van ons volk zouden te conserveren zijn in het Nederlands Openluchtmuseum.
 
Wat is er werkelijk over van al die fenomenen die we in sinds Van der Ven probeerden levend te houden? Terwijl wij druk waren met het erfgoed van boeren en vissers, kregen zijzelf gewoon radio, tv en vervolgens internet, een fiets, brommer en vervolgens een auto, stemrecht, scholing, gezondheidszorg, AOW, en een computergestuurde combine i.p.v. een vlegel. De oude zaken zijn uit de praktijk van het dagelijks leven verdwenen of worden nog slechts periodiek bedreven door microgemeenschappen. We besteden daaraan naar mijn idee onevenredig veel aandacht terwijl we het dagelijks leven van nu onvoldoende in het vizier hebben.
 
In navolging van Van der Ven pleit ik er daarom voor om weer de samenleving in te gaan, om alles wat beweegt en geluid maakt en beeldbepalend is voor het dagelijks leven in kaart te brengen. Maar dit keer niet met de relict-bril op. De term volkscultuur maakt plaats voor de generieke term bevolkingscultuur. En daarbij gaat het niet om klompen maar om Whatsapp, voetbal, kopieerapparaten, onze desktop, en Holland’s Got Talent. 
 

Van der Ven als pionier visualisering van immaterieel erfgoed – Albert van der Zeijden

Omdat internationale UNESCO-voordrachten voor de lijst van het Immaterieel Erfgoed altijd vergezeld moeten gaan van een film van 10 minuten, is er tegenwoordig sprake van een toegenomen aandacht voor de visualisering van immaterieel erfgoed. UNESCO staat een bottom-upbenadering voor, waarbij de dragers van het immaterieel erfgoed zoveel mogelijk zelf aan het woord komen. Het sluit aan bij ontwikkelingen in de visuele antropologie, waar ‘participatory video’ een belangrijke trend is.

Het maakt het interessant om terug te blikken op het filmische werk van Van der Ven, waarmee hij een pionier genoemd mag worden in de visualisering van volkscultuur / immaterieel erfgoed. Het archief Van der Ven maakt het mogelijk om meer inzicht te krijgen in hoe Van der Ven te werk ging: wie waren zijn informanten, hoe bracht hij de ‘authentieke’ volkscultuur in beeld?

Van der Vens betekenis voor de etnologie van nu – Sophie Elpers

Naast de wetenschapshistorische betekenis van de onderzoeker Dirk Jan van der Ven, zijn oeuvre en de receptie van zijn werk in de loop van de tijd, opent de blik op Van der Ven het perspectief op de ‘public folklore’ and ‘applied ethnology’ die in het veld van de etnologie en verwante disciplines tegenwoordig steeds meer aandacht krijgen.

 

Meer informatie:

Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Dirk_Jan_van_der_Ven

Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld

Eye: https://www.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/persoon/dj-van-der-ven

Collectie 174 D.J. van der Ven op het Meertens Instituut

Correpondentenregister bij Collectie 174