PRESERVARE

Large-scale conservation of perishable foodstuffs in the Low Countries, 1600-1800

Dit onderzoeksproject brengt de alledaagse, ongeschreven kennis van vroegmoderne voedselconservering in kaart. Het gebruikt hiervoor een innovatieve combinatie van historische data-analyse van uiteenlopende bronnen, reconstructie van historische technieken en analyses van archeologische vondsten.

Het roken en verpakken van haring, detail van een ets door Claes Jansz. Visscher (II), ca. 1600, bron: Rijksmuseum

In de periode tussen 1600 en 1800 waren voedselconserveringstechnieken zoals fermenteren, roken, en inmaken cruciaal voor de mondialisering van de handel en het verzekeren van de voedselvoorziening. Voedselconservering speelde op die manier een belangrijke rol in de economische en demografische groei van Europese handelscentra. Toch weten we nog maar weinig over hoe kennis van voedselconserveren tot stand kwam. Het project PRESERVARE analyseert hoe bij het ontwikkelen van voedselconserveringstechnieken niet alleen wetenschappelijke kennis, maar juist ook praktische, alledaagse kennis, zoals die werd ontwikkeld in huishoudens en bedrijven, een rol speelde.

Alledaagse versus formele kennis

Omdat meer alledaagse kennis vaak niet formeel is vastgelegd, is onderzoek een uitdaging. Door een innovatieve combinatie van historische data-analyse van uiteenlopende bronnen, reconstructie van historische technieken en analyses van archeologische vondsten, brengt het project PRESERVARE: Large-scale conservation of perishable foodstuffs in the Low Countries, 1600-1800, geleid door onderzoeker Marieke Hendriksen (NL-Lab), die onbeschreven processen voor het eerst in kaart.

Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de uiteenlopende groepen mensen die een rol speelden in de ontwikkeling van conserveringstechnieken. Het project wil hiermee aantonen hoe belichaamde, onbewuste kennis zich niet los van, maar in samenhang ontwikkelde met formelere, geschreven kennis. PRESERVARE levert zo een belangrijke bijdrage aan zowel onderzoek naar voedselconservering als de ontwikkeling van onderzoek naar historische kennispraktijken in het algemeen.

Het project gaat in september 2024 van start en zal vijf jaar duren. De ERC-beurs maakt het mogelijk om een team van twee PhD-studenten, een postdoc, een datamanager en een aantal praktijkexperts aan te stellen.