21 december 2012

Onderzoeksplan 2013-2018 verschenen

De geesteswetenschappen veranderen in hoog tempo dankzij technologische vernieuwing en een cognitief perspectief op geesteswetenschappelijke vragen. Het Meertens Instituut doet volop mee aan deze ontwikkelingen, zoals blijkt uit het nieuwe onderzoeksplan Crossing Boundaries (2013 – 2018), dat deze week in druk verschijnt.

Technologische vernieuwing en het cognitieve perspectief zijn al een aantal jaar onderdeel van het onderzoek aan het Meertens Instituut. De komende periode moeten ze het onderzoek naar de Nederlandse taal en cultuur nog meer verrijken.

Empirisch onderzoek

Dat technologische middelen om grote dataverzamelingen te doorzoeken, te analyseren en visueel te presenteren nu binnen handbereik komen van geesteswetenschappers, heeft grote consequenties voor het onderzoek, schrijft Hans Bennis in het voorwoord van het onderzoeksplan: "Onderzoeksresultaten worden verifieerbaar en reproduceerbaar waardoor geleidelijk het verschil tussen 'harde' en 'zachte' wetenschap verdwijnt. Ik denk dat we op een belangrijk keerpunt zijn aangekomen in het geesteswetenschappelijk onderzoek."

Overigens betekent dat niet dat de toekomstige onderzoeksvragen op het Meertens Instituut sterk af zullen wijken van de huidige onderzoeksvragen: "We zullen eerder een verandering waarnemen in de objectiviteit en dus in de kwaliteit van antwoorden op bestaande onderzoeksvragen, die op hun beurt weer nieuwe vragen zullen opleveren."

Met behoud van traditie

Dat het technologische aspect zowel het taalkundige als het etnologische onderzoek (de traditionele onderzoekspoten van het Meertens Instituut) betreft, mag blijken uit een groot aantal lopende technologische projecten bij Orale Cultuur, waar men onderzoek doet naar Nederlandse verhalen en liederen. Over de extra dimensie van data-analyse in het volksverhalenonderzoek doet Theo Meder uitvoerig verslag in het komende nieuwjaarsboekje van het Meertens Instituut.

Daarnaast worden bestaande onderzoeksmethoden in de geestes- en sociale wetenschappen, zoals bibliotheek- en archiefonderzoek en veldwerk, ook de komende periode voortgezet op het Meertens Instituut. Bennis: "Een verandering richting technologie betekent niet dat we traditionele methoden die succesvol zijn gebleken in het bestuderen van taal en cultuur, op moeten geven."

De cognitieve component van het onderzoeksplan wordt duidelijk in nieuwe projecten die de cognitieve aspecten van muziek, taal, beeldende kunst en dichtkunst onderzoeken. Hoofdvraag hierbij is in hoeverre deze 'cultuuruitingen' bepaald worden door de menselijke natuur. Het project Knowledge en Culture is daarmee meteen een voorbeeld van de manier waarop de traditionele onderzoeksafdelingen in het vervolg zullen samenwerken.

Organisatorische vernieuwingen

In dit nieuwe onderzoeksplan wordt namelijk ook een grote organisatorische verandering geïntroduceerd. Vanaf januari 2013 worden de traditionele onderzoeksgroepen Nederlandse Etnologie en Taalvariatie opgeheven. In plaats daarvan komt er nu één onderzoeksgroep, bestaande uit een aantal themagroepen. Het onderzoek wordt daarmee georganiseerd in tijdelijke onderzoeksprojecten die gerelateerd zijn aan de (tijdelijke) onderzoeksthema’s. Het doel is om op deze manier een flexibeler en dynamischer onderzoeksinstituut te creëren.

In de komende jaren zal er bovendien een nauwere samenwerking zijn met de andere geesteswetenschappelijke instituten binnen de KNAW. Met name op het gebied van collecties, technologie en onderzoeksondersteunende activiteiten zullen de krachten gebundeld worden. Ook deze ontwikkeling zal gevolgen hebben voor de organisatie van het Meertens Instituut.

Door Mathilde Jansen

Download hier het volledige onderzoeksplan 2013-2018 (pdf 16,6MB)