Uitgelicht

Het Meertens Crowdsourcingplatform

Voor onderzoeksdata is het Meertens Instituut altijd afhankelijk geweest van correspondenten uit het land. Vroeger kregen zij een gedrukte vragenlijst thuisgestuurd. Tegenwoordig leveren vrijwilligers data via digitale vragenlijsten, óf ze helpen vanuit huis mee de data te verwerken.

Een bijdrage van Nicoline van der Sijs

Zonder crowdsourcing (het gebruikmaken van de kennis van de menigte) zou het Meertens Instituut niet hebben bestaan. Het instituut is namelijk in 1930 opgericht onder de naam Dialectenbureau met de nadrukkelijke opdracht om een landelijk netwerk van correspondenten op te richten voor taalkundig onderzoek. Men wilde de Nederlandse dialecten in kaart brengen, en zocht daarvoor vrijwillige medewerkers in het hele taalgebied. Deze correspondenten kregen gedrukte vragenlijsten toegestuurd met vragen als “Hoe noemt men de doeken, waarin de zuigelingen gewikkeld worden?” De antwoorden op de vragen schreven ze met de hand op de vragenlijsten. Later gingen onderzoekers en veldwerkers op huisbezoek bij informanten en vroegen ze de oren van het hoofd.

Thuiswerk

Veel is veranderd, maar veel is ook gelijk gebleven. Het Meertens Instituut doet nog steeds aan crowdsourcing, want onderzoekers hebben nog altijd behoefte aan data, en meer data, en nog meer data. De praktische uitvoering is echter meegegaan met de moderne tijd. Zo is het niet meer van deze tijd om per post enquêtes rond te sturen; daarvoor bestaat nu het Meertens Panel, een vaste groep informanten die met enige regelmaat een digitaal enquêteformulier invult.

In de 21ste eeuw is de functie van de crowd bovendien niet meer alleen die van dataleverancier of informant, nee, het publiek is de nieuwe kenniswerker geworden, de thuiswerkende collega van het Meertens Instituut. Met die vrijwillige medewerkers nieuwe stijl heeft het Meertens Instituut inmiddels negen verschillende projecten uitgevoerd. die we onlangs overzichtelijk hebben samengebracht op het Meertens Crowdsourcingplatform.

Generatie op generatie

Op het platform is van ieder crowdsourcingproject een korte beschrijving te vinden. Op een pagina met resultaten is te zien hoe enorm veel werk de vrijwilligers hebben verzet: de crowdsourcingactiviteiten hebben geleid tot vijf grote databanken die voor iedereen toegankelijk zijn en waarvan zowel onderzoekers als belangstellenden gebruik kunnen maken. Die databanken betreffen onder andere de transcripties van brieven uit de 17de en 18de eeuw afkomstig van Nederlandse schepen die door de Engelsen zijn gekaapt, en een elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten.

 

 

 

 

Een belangrijk project waarvan de resultaten nog niet op internet zijn gepubliceerd, vormt het digitaal toegankelijk maken van de vragenlijsten die ooit de ontstaansreden van het Meertens Instituut vormden. De papieren vragenlijsten beslaan 92 strekkende meter kastplank. Om deze documenten te ontsluiten voor het moderne onderzoek moeten ze gedigitaliseerd worden, en dat is waarmee vrijwilligers zich momenteel bezighouden. Zo worden de antwoorden die ooit door vrijwilligers zijn gegeven, nu door een volgende generatie vrijwilligers overgetikt. Dat het stokje letterlijk van de ene generatie op de volgende wordt overgegeven, blijkt uit verschillende reacties die ik van vrijwilligers ontving. Zo meldde iemand mij: “Toen ik gisteren een nieuwe vragenlijst opende, zag ik tot mijn blijde verrassing dat die was ingevuld door mijn opa.” Een ander schreef: “Ik ben bezig met een lijst uit 1934 van de heer X, bij wie mijn vader vroeger zijn landbouwmachines kocht. Ik kende hem dus goed.” Een derde schreef: “Ik herkende het handschrift direct: het was van mijn oude schoolmeester!”

Tijdsbeelden

Vaak werden de vroegere vragenlijsten ingevuld door onderwijzers, die de vragen doornamen met de ouders van hun leerlingen. Eén zo’n onderwijzer schreef op de vragenlijst over zijn 80-jarige informantenechtpaar: “Beiden naar ik meen analfabeet. Arme mensen. Hij is ’n halve kleermaker geweest en heeft in Breda gediend. Zij heeft gediend bij m’n grootmoeder en moeder, ’n soort ‘familiestuk’. Nogal hooge begrippen van fatsoen, zoodat ik er met geen mogelikheid platte woorden uit kon krijgen.” Zo geven de oude vragenlijsten prachtige tijdsbeelden.

Lering en vermaak

Een ander project dat het Meertens Instituut uitvoert in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek, betreft het overtikken van 17de-eeuwse kranten. Ook dat levert voor de vrijwilligers veel lering en vermaak op. De oudste berichten zijn vooral zakelijke verslagen over perikelen en schermutselingen in het buitenland. Maar in de loop der tijd komen er steeds meer binnenlandse berichten, en doen ook advertenties hun intrede. In de Oprechte Haerlemsche courant van 11 september 1687 vinden we een van de oudste politieberichten, met een opvallend uitgebreide beschrijving van een lijk:

Op den 8 September, 1687, is aen ’t eynde van Jan Gijsen Vaert in de Wildernis doot gevonden een Mans-persoon, van matige lengte, out omtrent 30 a 40 Jaren, lang van Aengesicht, deluw van couleur, met een swarte Vlas-baert, bruyn sluyck Hair, een swarte Hoet op, een Catoene Hembt aen sonder Merk, swarte Glase Knopen daer in, een Catoene Dasje om de Hals met Goude Streepen en Franje, met een blaeu Catoen Oost-Indies Wambais met blaeuwe en witte Knopen, Catoene Onderbroek, Muscus couleurde Pylakens Rok met slechte Knopen, op de Mouwen geknoopt, een Broeck van deselve couleur en stof, onder open, witte Catoene Koussen en Kamuys-leere Schoenen, met Vetertjes daer in; in sijn Sack zijn gevonden een Duyt, een blicke Tabax-doos en een Kam. Iemant, kennis aen dese Persoon hebbende, adressere hem tot Haerlem aen ’t Huys van den Secretaris van Brederode.

In deze periode gaat men ook aandacht besteden aan de smerige details van moorden en andere misdaden. Zo wordt in de Extraordinaire Haerlemse Donderdaeghse Courant van 26 februari 1688 uitgebreid verslag gedaan van de moord van een Franse vroedvrouw op haar echtgenoot. De krant bericht dat de misdadigster aan de rechter bekende “dat haer Man, voorleden Donderdag 8 dagen droncken thuys gekomen, haer na gewoonte lelijck afgerost heeft; dat sy, daer over misnoegt en niet genegen, diergelijcke mishandelingen meer te lijden, hem 's nachts, terwijl hy sliep, met een kleyne dubbelde Koort, die hy tot sijn Koussebant gebruyckte, verworcht heeft”, waarna zij het lijk met een bijl in stukken had gehouwen “en het Hooft, nae het aen haer Dochter getoont te hebben, by Exeter Exchange [in het water] geworpen heeft”. Deze gruwelijke beschrijving staat aan het begin van de sensatiepers.

 

Afbeelding in lopende tekst: detail van vragenlijst 23, 1959

Afbeelding onderaan: De oudste advertenties betroffen vooral aankondigingen van pas verschenen boeken. Op de illustratie een boekaankondiging van 25 oktober 1642 uit de Tijdinghe uyt verscheyde quartieren

 

Meer informatie over de crowdsourcingprojecten is te vinden op Meertens Crowdsourcingplatform. Iedereen is en blijft welkom om zijn steentje bij te dragen: u zult er zelf veel plezier en intellectueel genoegen aan beleven en de wetenschap is u uiterst dankbaar. Als u mee wilt doen, stuur dan even een e-mailbericht naar Nicoline van der Sijs (post@nicolinevdsijs.nl).