Uitgelicht
Publicatiedatum: 15 januari 2024

Meertens Nieuwjaarsboekje: Wat schaft de pot?

Het traditionele Meertens Nieuwjaarsboekje gaat dit jaar over eetcultuur in Nederland door de jaren heen. Wat schaft de pot? brengt historische, culturele en taalkundige inzichten over dit onderwerp ter tafel. Ook biedt het een kijkje in de ‘collectiekeuken’ van het Meertens Instituut.

Afbeelding boek Wat schaft de pot met een zwarte kaft met in het geel de titel, in het blauw de ondertitel: Eetcultuur in Nederland door de jaren heen. Daaronder een AI-gegenereerde foto van bitterballen, olieballen, een eierbal en een glas bier.

Eten doen we allemaal. We hebben voedsel nodig om in leven te blijven, maar eten heeft ook een belangrijke sociale functie. Wie wat eet, met wie en wanneer speelt een rol in de vorming van onze persoonlijkheid en onderlinge relaties. Hier komt ook nationale identiteit om de hoek kijken. Waarom associëren mensen sommige voedingsmiddelen en eetgewoonten met Nederlandse identiteit, en andere niet? En kun je eigenlijk wel spreken van een Nederlandse eetcultuur?

Wat schaft de pot? biedt een rijk palet aan perspectieven op eetcultuur in Nederland en Nederlandse eetcultuur in het buitenland, met dit jaar niet alleen culturele en taalkundige bijdragen vanuit ons eigen instituut maar ook historische bespiegelingen van collega’s verbonden aan het Huygens Instituut en het IISG (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis).

Zo duiken de vijftien auteurs de geschiedenis in van de culinaire diplomatie, onderzoeken ze de koloniale sporen van ingrediënten en gerechten in archieven en bieden ze historische bespiegelingen op hoe ‘typisch Nederlands’ bekende lekkernijen als drop en oliebollen eigenlijk zijn. Ze onderzoeken in hoeverre verschillen tussen Nederlandse en Vlaamse eetcultuur tot uiting komen in dialectspreekwoorden, en leggen uit waarom het zo moeilijk is om duurzame eetkeuzes te maken in het ‘big data’-tijdperk.

Een kijkje in de keuken van het Meertens Instituut

Ook de collecties van het Meertens Instituut, waarin het thema eetcultuur op allerlei manieren terugkomt, zijn vertegenwoordigd in het boek. Tussen de hoofdstukken door bieden collectie-experts Lidy Jansen en Martine de Bruin de lezer een kijkje in deze ‘collectiekeuken’. In de vorm van acht korte ‘tussengerechtjes’ presenteren ze een keuze uit de Meertenscollecties: kaarten uit de kaartenbank, liedbladen uit de liederenbank en natuurlijk ingevulde vragenlijsten.

Hieronder vind je vast een exclusief voorproefje van drie van deze appetijtelijke collectiestukken. Smaakt het naar meer? Wat schaft de pot? ligt vanaf 8 januari 2024 in de winkel, en is ook online te bestellen via de uitgever. De afgelopen maand werd het boek al meermaals uitgelicht in de media, met een stuk over oliebollen in Trouw en radio-uitzendingen van De Taalstaat en Spijkers met Koppen.

Collectie: Roodkapje-boeken
Honderd lekkernijen in het Roodkapjeverhaal

Door: Lidy Jansen 

Drie kinderboeken over roodkapje gefotografeerd op een zwarte achtergrond.

De broodkruimels van Klein Duimpje, het koekhuisje waarmee Hans en Grietje worden gelokt, de altijd rijk gevulde tafel in Tafeltje-Dek-Je: er zijn veel sprookjes waarin eten, of het gebrek eraan, een belangrijke rol speelt. Dat geldt ook voor Roodkapje. Wat zat er in het mandje dat ze meekreeg naar haar zieke grootmoeder? De teksten en illustraties in de boeken, afkomstig uit de grote verzameling Roodkapjeverhalen van het Meertens Instituut, laten een grote variatie zien. Meertens-onderzoeker Folgert Karsdorp, die in 2016 promoveerde op de veranderingen in de hervertellingen van Roodkapje, telde bijna honderd verschillende lekkernijen, die laten zien hoe smaak en het denken over gezonde voeding veranderde in de loop van de tijd: de appeltaart of koekjes zijn in moderne versies wel eens spacekoekjes geworden, rode wijn werd bessensap en varkensreuzel kom je niet meer tegen.

In 2019 ontving het Meertens Instituut een grote schenking boeken waarin het verhaal van Roodkapje centraal staat. Ze waren afkomstig van een privéverzamelaar, die de ruim 700 titels had aangevuld met uitgebreide documentatie. Deze bijzondere collectie heeft uiteraard een plek gekregen in de bibliotheek. Voor het promotieonderzoek van Karsdorp kwamen ze net te laat beschikbaar. Voor anderen blijkt de collectie sprookjes en volksverhalen telkens weer een rijke bron voor nieuw onderzoek.

Collectie: Oude en kostbare werken in de bibliotheek van het Meertens Instituut
Een verjaardagsliedje over taart

Martine de Bruin

Foto van een opengeslagen liedboekje. De bladzijde ligt open op een verjaardagsliedje over taart.

In het liedboekje De Nieuwe Hofsche Rommelzoo uit 1655 vinden we een verjaardagsliedje over het trakteren op taart. Het is een voorbeeld van hoe nieuwe gewoontes en gebruiken doordrongen in het dagelijks leven. Verjaardagen van koningen en andere belangrijke mensen werden al eeuwenlang gevierd, maar voor anderen gold dit zeker niet – die wisten vaak niet eens wanneer ze jarig waren. Pas in de loop van de negentiende eeuw wordt het vieren van de eigen verjaardag gebruikelijk bij een breed publiek. Wel kennen we uit de zeventiende en achttiende eeuw al wat liedjes waaruit duidelijk wordt hoe verjaardagen in rijke kringen werden gevierd – ook toen ging men op verjaardagsvisite en kreeg men allerlei lekkers.

In deze ‘Verjaardeun op de taartgift’, een liedje van Willem Schellinks uit 1655, kon je zelf invullen over hoeveel uur (dagen, weken of maanden) een vriend (of vriendin) jarig is en het lied kan dus worden gezongen bij ieders verjaardag. Het bleef niet bij taart alleen. In dit en andere verjaardagsliedjes uit die tijd krijgen we een duidelijk beeld van hoe een feestdis eruit moet hebben gezien, met vooral veel verschillende soorten vlees en nog meer drank. Die drank is een vertrouwd gegeven uit de feestcultuur van ver voor 1655, en wordt kennelijk moeiteloos gecombineerd met nieuwere elementen zoals de ‘taartgift’.

Collectie: Onderzoek naar conserveren en bewaren van levensmiddelen
Vragenlijsten over voedsel conserveren

Door: Lidy Jansen

Hoe bewaar je de rijke oogst aan groenten en fruit uit je eigen moestuin als je geen vriezer hebt? Tot ver in de jaren vijftig was het inmaken van voedsel de gebruikelijke manier om het te conserveren en later te kunnen gebruiken, in elk geval op het Limburgse platteland waar door de Landbouwhogeschool Wageningen een enquête werd uitgezet met vragen als:
‘Hoe gaat u bij het inmaken van erwten te werk?’ ‘Hoe lang neemt u de steriliseertijd voor bladgroenten/erwten/andere groenten/tomaten, appelmoes, peertjes?’

Deze archiefcollectie is door de toenmalige Landbouwhogeschool geschonken aan het Meertens Instituut, waar voedselcultuur door de jaren heen regelmatig in de belangstelling stond. Sommige vragen uit deze enquête roepen een beeld op van andere tijden: ‘Bent u in het bezit van een radio?’ ‘Leest u de rubriek voor de vrouw in uw dag-, week- of maandblad?’ Dat geldt ook voor de manier waarop de gegevens verwerkt zijn, namelijk op ponskaarten. Toch zit er ook een eigentijds tintje aan het geheel, nu oude technieken zoals fermenteren en wecken weer in de belangstelling staan van restaurants en hobbykoks.

Ingescnade tekst over methoden voor het inmaken van groenten met hadngeschreven aantekeningen bij de gebruiksaanwijzing.