Uitgelicht

Kat en mens in 360 graden

Een paar jaar geleden ging aan het Meertens Instituut het onderzoek naar kat-mens-interacties van start. Maar hoe pak je zulk onderzoek aan, met proefpersonen die een groot deel van de dag slapen? Marlou Rasenberg is postdoc-onderzoeker en vertelt ons er alles over.

Tekst: Fanny Eijkelboom

Onderzoeker Amrlou Rasenberg met haar camera bij een van haar proefpersonen thuis.
Onderzoeker Marlou Rasenberg met haar camera bij een van haar proefpersonen thuis

Wanneer een kat iets van zijn baasje wil, gebruikt hij niet alleen geluiden, maar ook bijvoorbeeld lichaamstaal. En misschien komt er nog wel meer bij kijken. Hoe de interactie tussen mens en dier precies werkt, onderzoekt Marlou Rasenberg als postdoc-onderzoeker aan het Meertens Instituut. “We onderzoeken hoe de interacties tussen katten en mensen tot stand komen en wat de patronen daarin zijn. Hoe reageren ze op elkaar en hoe komen ze samen tot begrip?”

Inclusieve blik

Met haar achtergrond in taalwetenschap, communicatie en gesture studies, realiseert Rasenberg zich dat dit een bijzonder onderzoek is. “Binnen mijn vakgebied kijken we doorgaans alleen naar mensen – en is het niet gebruikelijk om naar dieren te kijken.” Bovendien verschilt de aanpak van dit onderzoek wezenlijk van de manier waarop biologen onderzoek doen naar dieren. Het gaat dan vooral om de interactionele invalshoek: “We kijken naar hoe het gedrag van mens én dier volgt als reactie op het gedrag van de ander. Het gaat dus om de wisselwerking. We kijken in detail naar hoe de interacties zich ontvouwen.”

Deze invalshoek is ook nieuw op het Meertens Instituut, en biedt een breder perspectief op taal dan voorheen. “We zijn op een inclusieve manier bezig met taal: we kijken niet alleen naar mensen, maar ook naar dieren. En niet alleen naar vocalisaties of spraak, maar breder.” Eerder onderzoek van Meertens-onderzoekers richtte zich al wel op hoe katten hun lichaam gebruiken om iets aan te wijzen of duidelijk te maken aan mensen. In dit vervolgonderzoek worden kat en mens sámen in beeld gebracht, wat nog meer inzicht geeft in de interactie tussen beiden.

Kat en mens in beeld?

Op dit moment is Rasenberg bezig met het verzamelen van data in de vorm van video-opnames bij mens en kat thuis. Ze installeert daarvoor een 360-gradencamera, een camera op statief en een GoPro-camera (een kleine camera die je op je lichaam kan bevestigen, red.) bij de deelnemers. Deze zet ze dan aan en vervolgens geeft ze de deelnemers instructies. Na 2,5 uur haalt ze alles weer op. “De nieuwe camera’s zijn afgelopen december pas aangeschaft. Het is allemaal nog zo nieuw; het is nog heel erg uitvinden wat het beste werkt. Maar tot nu toe zijn we heel tevreden met de apparatuur. Mens en dier zijn goed in beeld en de combinatie van vaste camera’s en de GoPro werkt goed. Daardoor hebben we ook nog beeld als kat en mens naar een andere ruimte gaan.”

Een 360-gradenvideo van Rasenbergs onderzoek – sleep met je muis om de verschillende hoeken te bekijken

Een enkele keer gebeurt er iets onverwachts: “Soms kijk ik de opnames terug en dan zie ik dat de GoPro die de deelnemer op zijn borst draagt, net niet in de juiste hoek gekanteld is, waardoor je de kat niet goed in beeld hebt.” Met de 360-gradencamera heb je dit risico veel minder. Deze camera neemt de kamer namelijk helemaal rondom op en bij het terugkijken kun je selecteren naar welke hoek van de kamer je wilt kijken.

Iets waar bij de opnames wel rekening mee moet worden gehouden, is dat katten veel slapen. Rasenberg: “Ze slapen zo’n 14 tot 20 uur per dag. Daarop is de procedure ook aangepast. Ik vraag van tevoren uit wanneer de kat doorgaans slaapt en juist actief is, en wanneer hij bijvoorbeeld eten krijgt. Zo probeer ik te voorkomen dat we 2 uur aan videomateriaal hebben waarop de kat alleen maar slaapt. We laten de deelnemers daarom ook langere opnames maken en hopen dan dat de kat in elk geval een deel daarvan actief is.”

Advies uit alle hoeken

Behalve het verzamelen en uitwerken van filmmateriaal, neemt Rasenberg het voortouw in het vormen en uitdenken van plannen en het maken van een datamanagementplan. Ze wordt daarbij met raad en daad bijgestaan door een enthousiaste adviesgroep. Daarin zitten collega’s uit allerlei vakgebieden, zoals diergeneeskunde, gedragsbiologie, mediawetenschappen, antropologie, organisatiewetenschappen, taalkunde en sociolinguïstiek.

Zij denken mee over de praktische uitvoering: welke katten mogen bijvoorbeeld wel of niet meedoen aan het onderzoek? Rasenberg: “Waar ik zelf niet zo snel aan gedacht had, was het uitvragen van de sterilisatiedatum en eventueel medicijngebruik van de kat, omdat dit impact kan hebben op het gedrag. Ook werd ik erop gewezen dat de feromonen van een kat kunnen blijven hangen op de opnameapparatuur, dus dat ik dat moet schoonmaken voordat ik naar de volgende kat ga.”

Dierenwelzijn

Ook bij het kijken naar de ethische aspecten van het onderzoek heeft de adviesgroep meegedacht. Om te beginnen is er toestemming gevraagd aan de Ethische toetsingscommissie van de KNAW en een Data Protection Impact Assessment uitgevoerd. Dit heeft voornamelijk betrekking op de menselijke deelnemers en hoe er bijvoorbeeld met hun privacy wordt omgegaan.

Dieren zijn voor de wet geen persoon en vallen dus niet onder de wetten over persoonsgegevens. Er is daarom ook contact geweest met het Instituut voor Dierenwelzijn. Zij zien dit onderzoek niet als dierproef, dus allerlei strikte regels en procedures die daarvoor gelden, zijn hier niet van toepassing. Rasenberg: “Soms vallen we tussen de wal en het schip. Maar we willen natuurlijk sowieso dat ons onderzoek ethisch verantwoord is. We willen negatieve consequenties voor de kat voorkomen.”

Om iets te kunnen zeggen over de resultaten van het onderzoek is het nu nog te vroeg. Eén van de doelen is dat er een wetenschappelijk artikel wordt geschreven over deze dataset. Rasenberg hoopt dat de gegevens die ze nu aan het verzamelen zijn nog jaren worden gebruikt, ook door andere onderzoekers: “Met deze dataset kunnen we nog heel veel andere vragen beantwoorden.”

Verder lezen